In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Welkom
Oefentoets erfelijkheid en evolutie
Slide 1 - Tekstslide
Er volgen nu stellingen. Geef van de stellingen aan of ze juist of onjuist zijn.
Slide 2 - Tekstslide
In tekening 1 van afbeelding 1 is een jong van een Maleise tapir getekend. In tekening 2 is hetzelfde dier twee jaar later getekend.
Het jonge dier heeft hetzelfde fenotype als het volwassen dier ?
A
Juist
B
Onjuist
Slide 3 - Quizvraag
Het jonge dier van de vorige vraag heeft hetzelfde genotype als het volwassen dier;
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quizvraag
Door geslachtelijke voortplanting ontstaan organismen met nieuwe genotypen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quizvraag
Een mutatie in een cel van de baarmoeder van een zwangere vrouw kan verandering van het genotype van het embryo tot gevolg hebben.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quizvraag
Bij kanker gaat een cel zich ongeremd delen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quizvraag
Nu volgen de meerkeuzevragen
Slide 8 - Tekstslide
Hoeveel chromosomen komen voor in de kern van een cel in de wand van een eileider van een vrouw?
A
23
B
46
C
92
Slide 9 - Quizvraag
Welke genen kunnen niet actief zijn in een levercel?
A
De genen die ervoor zorgen dat DNA gekopieerd kan worden.
B
De genen die ervoor zorgen dat gal wordt gemaakt.
C
De genen die ervoor zorgen dat hoofdhaar wordt gemaakt
Slide 10 - Quizvraag
Welk orgaan is, of welke organen zijn rudimentair?
A
1
B
1 en 2
C
2 en 3
D
1, 2 en 3
Slide 11 - Quizvraag
Hoeveel miljoen jaar geleden begon de ontwikkeling van de apen van de oude wereld als aparte groep?
A
Ongeveer 25 miljoen jaar geleden
B
Ongeveer 35 miljoen jaar geleden
C
Ongeveer 37 miljoen jaar geleden
D
Ongeveer 43 miljoen jaar geleden
Slide 12 - Quizvraag
Soort 11 van afbeelding 3 is een gemeenschappelijke voorouder van de soorten 14 en 15.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 13 - Quizvraag
Welke geslachtschromosomen heeft een jongetje?
A
xx
B
xy
C
xxy
D
xx of xy
Slide 14 - Quizvraag
Wat is evolutie?
A
Evolutie is het ontstaan van nieuwe soorten doordat organismen met de oorspronkelijke vorm uitsterven
B
Evolutie is de ontwikkeling van leven op aarde, waarbij soorten ontstaan, veranderen en/of verdwijnen
C
Evolutie is de grotere overlevingskans van individuen met een betere aanpassing aan het milieu.
Slide 15 - Quizvraag
Aardappelplanten kunnen zich ongeslachtelijk voortplanten. Er versmelten
daarbij geen geslachtscellen. Door een aardappelplant te ‘stekken’ kun je een groep aardappelplanten maken die ongeslachtelijk is ontstaan uit de okselknoppen
(ogen) van die ene plant.
Welke uitspraak over zo’n groep aardappelplanten is juist?
A
De fenotypen en de genotypen in die groep zijn onderling gelijk.
B
De fenotypen en de genotypen in die groep zijn onderling verschillend
C
De fenotypen in die groep zijn gelijk, de genotypen kunnen verschillend zijn
D
De genotypen in die groep zijn gelijk, de fenotypen kunnen verschillend zijn.
Slide 16 - Quizvraag
Is de erfelijke relatie tussen twee gestekte aardappelplanten vergelijkbaar met de relatie tussen broer en zus of tussen moeder en dochter?
A
De erfelijke relatie is vergelijkbaar met de relatie tussen broer en zus
B
De erfelijke relatie is vergelijkbaar met de relatie tussen moeder en dochter
C
De erfelijke relatie is niet vergelijkbaar met de relatie tussen broer en zus en ook niet met de relatie tussen moeder en dochter
Slide 17 - Quizvraag
Nu volgen de open vragen
Slide 18 - Tekstslide
Hoeveel miljoen jaar geleden begon het Cenozoïcum?
Slide 19 - Open vraag
Iemand vindt in een gesteentelaag een fossiel van een amfibie. Kan dit een gesteentelaag uit het Siluur zijn? Leg je antwoord uit.
Slide 20 - Open vraag
Biotechnologie wordt onder andere toegepast bij de productie van enzymen, hormonen en voedingsmiddelen.
Noem een andere groep producten waarbij men tijdens de productie gebruikmaakt van biotechnologie.
Slide 21 - Open vraag
Een cel heeft 7 chromosomen in de kern. Is dit een gewone lichaamscel of een geslachtscel? Leg je antwoord uit ?
Slide 22 - Open vraag
Tussen mens en chimpansee komt het DNA voor 97,4% overeen. Welke conclusie kun je daaruit trekken?
Slide 23 - Open vraag
Uit welke vier bouwstenen is DNA opgebouwd?
Slide 24 - Open vraag
Slakken kunnen worden ingedeeld in naaktslakken en huisjesslakken. Welke slakken zullen na hun dood het best fossiliseren? Leg je antwoord uit!