Examentraining - Periode 4 week 24

Nederlands
Amanda Schaak
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 95 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
Amanda Schaak

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma:

  • Vooruitblik examens/ laatste lesweken
  • Klassikale oefening


  •  Examensprint lezen & luisteren

  • Schrijfopdracht voorbeeld schrijfexamen

  • Blooket - signaalwoorden

Lesdoelen:


  • Ik kan zelf geschreven teksten kritisch nakijken
  • Examensprint 2014 - 2015 We gooien fantastisch eten weg
  • Ik kan de verschillen tussen de tekstdoelen informeren en overtuigen, binnen een tekst, herkennen 
  • Ik kan een zakelijke tekst schrijven, hierbij pas ik mijn taalgebruik aan op de doelgroep.
  • Ik kan mijn motivatie schriftelijk toelichten
  • Ik kan de conventies van de zakelijke brief toepassen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Examens
16-6
Examen lezen, kijken en luisteren
19-6
Examen schrijven
Voorbereiding examens:
  • Lessen (terugkijken) via Lessonup
  • Oefenen via Examensprint voor lezen, kijken en luisteren
  • Theorie/ achtergrond informatie terug te vinden in Eduarte, studiewijzer Nederlands, examentraining handreiking
Datum
Lesinhoud
Zelfstudie
week 23
5-6
Examensprint
Klachtenbrief
Sollicitatiebrief
Klachtenbrief
week 24
12-6
Examensprint
betoog
Betoog
week 25

Examens

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken
Examensprint
timer
20:00
Examensprint:
  • www.noordhoff.nl 
  • Klascode: 419649 
Code (Let op één keer per student)
W00GN9X-J684QA4-M50GW5W-CEHG50V
Opdrachten
Examensprint lezen:
2014-2025 We gooien fantastisch eten weg

Examensprint luisteren:
2014 -2015 Fexcontracten en arbeidsmarkt
2014 - 2015 Microplastic

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Examensprint 2014 - 2015 We gooien fantastisch eten weg
Vraag 1. 
Aanpak:
  • Start met verkennend lezen; lees de titel, bekijk tussenkopjes en bekijk de bron;
  • Wat is NRC?
  • Wat voor tekst verwachten we bij een krant als deze?


Slide 5 - Tekstslide

NRC: Nieuwe Rotterdamse courant
Examensprint 2014 - 2015 We gooien fantastisch eten weg
Vraag 1. 
Verschillen informerende en overtuigende tekst

Slide 6 - Tekstslide

NRC: Nieuwe Rotterdamse courant
Examensprint 2014 - 2015 We gooien fantastisch eten weg
Vraag 1. 
Aanpak:

- Start met verkennend lezen; lees de titel, bekijk tussenkopjes en bekijk de bron;
- Wat is NRC?
- Wat voor tekst verwachten we bij een krant als deze?
_______________________________

  • Lees de tekst markeer feiten en informatieve stukken met één kleur/ markeer meningen  en overtuigende stukken met een andere kleur
  • Heb je veel meningen gemarkeerd of juist informatieve tekst?

  • Kijk naar de stijl en toon van de schrijver.
    Een objectieve stijl bevat weinig bijvoeglijknaam woorden die gevoelens uitroepen zoals 'belachelijk, 'onverantwoord' en 'slecht'
  • Kies je antwoord





Slide 7 - Tekstslide

NRC: Nieuwe Rotterdamse courant
Examensprint 2014 - 2015 We gooien fantastisch eten weg
Vraag 2
Vraag 2. 
Aanpak:
  • Lees de tekst volledig en nauwkeurig

  • Bepaal het onderwerp van de tekst; wat komt steeds terug?
  • Wat is de belangrijkste boodschap of conclusie van de tekst?
    Kijk naar:
    o De eerste alinea (introductie van onderwerp)
    o De laatste alinea’s (afronding of oproep)
    o Herhaling of benadrukking van ideeën
  • Lees de antwoordmogelijkheden, welke antwoorden kunnen het zeker niet zijn?
  • Kies de zin die de tekst het beste samenvat.


Controleren

Slide 8 - Tekstslide

NRC: Nieuwe Rotterdamse courant
Examensprint 2014 - 2015 We gooien fantastisch eten weg 
Vraag 3
Aanpak:
  • Lees de vraag
  • Lees de aangewezen alinea volledig en nauwkeurig 


Slide 9 - Tekstslide

NRC: Nieuwe Rotterdamse courant
Examensprint 2014 - 2015 We gooien fantastisch eten weg 
Vraag 4
Aanpak:
  • Lees de vraag
  • Lees de aangewezen alinea 

Slide 10 - Tekstslide

NRC: Nieuwe Rotterdamse courant
Examensprint 2014 - 2015 We gooien fantastisch eten weg 
Vraag 5
Aanpak:
  • Lees de vraag
  • Lees de aangewezen alinea 

Slide 11 - Tekstslide

NRC: Nieuwe Rotterdamse courant
Examensprint 2014 - 2015 We gooien fantastisch eten weg 
Vraag 5
Aanpak:
  • Lees de vraag
  • Lees de aangewezen alinea 

Uitleg verschil veronderstellingen en interpretaties

Slide 12 - Tekstslide

NRC: Nieuwe Rotterdamse courant
Zelfstandig werken
Examensprint
timer
20:00
Examensprint:
  • www.noordhoff.nl 
  • Klascode: 419649 
Code (Let op één keer per student)
W00GN9X-J684QA4-M50GW5W-CEHG50V
Opdrachten
Examensprint lezen:
2014-2025 We gooien fantastisch eten weg

Examensprint luisteren:
2014 -2015 Fexcontracten en arbeidsmarkt
2014 - 2015 Microplastic

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijfopdracht betoog
  • Herschrijf de tekst 'We gooien fantastisch eten weg' naar een betoog
  • Gebruik ten minste 3 feitelijke argumenten uit de tekst om je mening te onderbouwen
  • Maak gebruik van signaalwoorden
  • Eindig met een duidelijke oproep of conclusie

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Betoog
Tekstdoel: overtuigen
Inhoud: Je eigen mening (standpunt) met argumenten
Betoog
Geschikte tekststructuren:
  • Argumentatiestructuur:
    Onderbouw je mening met sterke argumenten en weerleg tegen argumenten
  • voor- en nadelenstructuur:
    Onderbouw je mening met de voordelen en weerleg de nadelen of andersom
Inleiding:         Stelling, standpunt
Middenstuk:   Argumenten voor de stelling, weerlegging, tegenargumenten
Slot:                   Herhaling stelling
Inleiding:         Vraag of stelling
Middenstuk:   Voor- en nadelen
Slot:                   afweging, conclusie

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noteer hier je eigen naam (of bedrijfsnaam) en adres en eventuele andere contactgegevens. Bedrijven en organisaties maken vaak gebruik van voorgedrukt briefpapier met een briefhoofd waarin de adresgegevens al vermeld staan. 
Noteer de plaatsnaam gevolgd door een komma en de datum. Schrijf de naam van de maand voluit. 
Noteer naam en adres van de persoon of het bedrijf aan wie je de brief stuurt. Schrijf onder de bedrijfsnaam T.a.v. de heer / mevrouw … als je weet aan wie je de brief richt. Zet dezelfde gegevens op de envelop. 
Noteer in één woord of een paar woorden het onderwerp van de brief. 
Gebruik een passende aanhef met daarachter een komma, bijvoorbeeld: Geachte heer Van der Ven, of Geachte mevrouw Chakor, of Geachte heer of mevrouw, (als je niet weet aan wie de brief is gericht). Gebruik in een brief aan meerdere lezers bijvoorbeeld Geachte dames en heren, of Geacht bestuur, of Geachte directie,.
Begin met een hoofdletter. Vertel waarom je de brief schrijft: de aanleiding. Bijvoorbeeld: Op 20 september las ik op uw website dat u een stageplaats heeft voor … Naar aanleiding van ons telefoongesprek van gisteren ... Mijn naam is Adinde de Goede en ik … Hierbij wil ik u hartelijk bedanken voor ... 
Werk in twee of meer alinea’s je onderwerp uit. Begin een nieuwe alinea voor een nieuw deelonderwerp. Als je een bijlage meestuurt, noem die dan ook in je tekst. 
Spreek (nogmaals) kort een wens of een verwachting uit. Als laatste zin van het slot kun je een standaardzin gebruiken, zoals: Ik zie uw reactie met belangstelling tegemoet. Mocht u behoefte hebben aan meer informatie, dan hoor ik dat natuurlijk graag. 
Opdracht:
Schrijf een sollicitatiebrief naar aanleiding van de vacature die je hebt gekregen in de vorige opdracht.

In de brief moeten de volgende onderdelen naar voren komen:
  • Op welke vacature wil je solliciteren
  • Waarom past de aangeboden functie goed bij jou?
  • Geef aan waarom je juist bij dit bedrijf/instelling aan de slag wilt
  • Wat zijn je kwaliteiten en geef hiervan concrete voorbeelden
Tips:
Checklist taalverzorging
Examentraining handreiking Eduarte

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gesprek feedback
Feedback voorbereiden
Herschrijven

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noteer hier je eigen naam (of bedrijfsnaam) en adres en eventuele andere contactgegevens. Bedrijven en organisaties maken vaak gebruik van voorgedrukt briefpapier met een briefhoofd waarin de adresgegevens al vermeld staan. 
Noteer de plaatsnaam gevolgd door een komma en de datum. Schrijf de naam van de maand voluit. 
Noteer naam en adres van de persoon of het bedrijf aan wie je de brief stuurt. Schrijf onder de bedrijfsnaam T.a.v. de heer / mevrouw … als je weet aan wie je de brief richt. Zet dezelfde gegevens op de envelop. 
Noteer in één woord of een paar woorden het onderwerp van de brief. 
Gebruik een passende aanhef met daarachter een komma, bijvoorbeeld: Geachte heer Van der Ven, of Geachte mevrouw Chakor, of Geachte heer of mevrouw, (als je niet weet aan wie de brief is gericht). Gebruik in een brief aan meerdere lezers bijvoorbeeld Geachte dames en heren, of Geacht bestuur, of Geachte directie,.
Begin met een hoofdletter. Vertel wie je bent en waarom je de brief schrijft: de aanleiding.
In de kern beschrijf je de klacht duidelijk en feitelijk.
Maak eventueel gebruik van de 5W en H vragen (wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe)

  • Wat is er gebeurd?
  • Wanneer is het gebeurd?
  • Wat ging er mis? enz.
Vermijd emoties en/ of beschuldigingen. 
Spreek kort een wens of een verwachting uit; wat voor oplossing heb je zelf bedacht, wil je een vergoeding een reactie?

Sluit beleefd af. 
Opdracht:
Je hebt onlangs een product gekocht bij een webshop (bijv. een koptelefoon van €79,95). Bij ontvangst bleek het product defect te zijn. Je hebt geprobeerd contact op te nemen met de klantenservice, maar je krijgt geen reactie.

Jouw opdracht:
Schrijf een formele klachtenbrief aan de webshop waarin je:

Beschrijft wat je gekocht hebt en wanneer.

Beschrijft wat er mis is met het product.

Vertelt wat je al hebt geprobeerd (bijv. contact opnemen).

Uitlegt wat je verwacht dat het bedrijf nu doet.

De brief netjes en zakelijk afsluit.

Eisen:
Tussen de 200 en 300 woorden

Formele toon en opmaak

Let op spelling en grammatica


Checklist taalverzorging
Schrijf de datum als volgt uit:

Plaats waar je de brief schrijft, datum volledig. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies