Schizofrenie en andere psychotische stoornissen

Schizofrenie en andere psychotische stoornissen
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Schizofrenie en andere psychotische stoornissen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MB.3sa periode 4
Week 1
Intro, terminologie, wet en regelgeving
13
Week 2
Schizofrenie en psychotische stoornissen
13
Meivakantie
Week 3
Pinksteren
Week 4
Stemmingsstoornissen  
13
Week 5
Angststoornissen
13
Week 6
Persoonlijkheids-
stoornissen
13
Week 7
Eetstoornissen
13
Week 8
Verslaving
13
Week 9
Spec. doelgroepen- GHZ en ouderen
13

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel weet jij over schizofrenie?
010

Slide 3 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we deze les bespreken?
  1. Wat is schizofrenie
  2. Wat zijn de positieve en negatieve symptomen ​
  3. Overige symptomen: desorganisatie symptomen​ en katatonie
  4. Welke medicatie​ wordt er gebruikt





Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schizofrenie
De letterlijke vertaling is gespleten geest.

Ook wel 'psychose gevoeligheidssyndroom'

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Psychose
Grip op de werkelijkheid kwijtraken

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Positieve symptomen
Zijn symptomen die zich wel bij de patiënt voordoen, maar niet bij gezonde mensen

  • Wanen ​
  • Hallucinaties

Slide 7 - Tekstslide

Positieve symptomen zijn symptomen die zich wel bij de patiënt voordoen, maar niet bij gezonde mensen
Weet jij het verschil tussen een waan en een hallucinatie?
JA!
NEE!

Slide 8 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Wanen
Een vaste overtuiging of denkbeeld ​dat niet klopt met de werkelijkheid en niet door anderen wordt gedeeld.

Voorbeelden:
  • Zoekgeraakte spullen zijn gestolen
  • Iemand op tv persoonlijk tegen je naaste spreekt 
  • De persoon in de spiegel is een vreemde

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hallucinaties
  • Dingen horen​
  • Dingen zien​
  • Dingen ruiken​
  • Dingen proeven ​
  • Dingen voelen ​

terwijl anderen die niet waarnemen




Slide 10 - Tekstslide

horen: pt zoekt naar geluiden
zien:
ruiken: lijken geur --> eten niet meer
proeven: alles smaakt naar bloed --> niet eten
voelen: voelt handen op gezicht, borsten en kruis --> vechten. of aardappelpuree voelt als haren in de mond

Zeggen dat je het zelf niet zegt of voelt. Angst is wel echt!
Oorzaak
Teveel aan dopamine in bepaalde delen hersenen

Dopamine (complimentjes stof/blij maken en bewegen spieren)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Je krijgt een van de hallucinaties toegewezen
Maak in tweetallen iets wat deze hallucinatie uitbeeld

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Negatieve symptomen
  • Weinig initiatief. ​
  • Geen zin in sociale contacten. ​
  • Geen energie hebben, heel moe zijn en veel willen slapen.​
  • Minder concentratie.​
  • Vervlakking van gevoelens.




Slide 14 - Tekstslide

Bij negatieve symptomen gaat het om eigenschappen die ook bij gezonde mensen voorkomen, maar die bij schizofrene mensen verminderd zijn of afwezig.
Gedesorganiseerde schizofrenie
Een onvermogen om orde aan te brengen, in denken, handelen en/of emoties 

Bijv. Onsamenhangend praten/verwarde spraak, gevoelsuiting oppervlakkig, chaotisch gedrag

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Desorganisatie symptomen

Slide 16 - Tekstslide

met ze opruimen, niet voor ze opruimen. Zijn anders alles kwijt. Zitten op handen en niks doen
Onvermogen om orde aan te brengen
Katatonie
Motorische onbeweeglijkheid, waarbij spierverstijving in ledematen of het gehele lichaam optreedt.

Slide 17 - Tekstslide

Veel verschillende manieren
- herhalen zelfde woorden
- spieren verstijven (spierpijn)
- herhalen handelingen
Medicatie

Klassieke antipsychotica​
Haldol​
Fluanxol​
Cisordinol


Modern antipsychotica​
Abilify​
Zyprexa​
Seroquel


Slide 18 - Tekstslide

Klassieke speelt in op dopamine en serotonine = stemmingsregulator (meer emotionele afvlakking)
Jonge mensen nu meer moderne antipsychotica
Bijwerkingen

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toekomstbeeld
  • 1 keer een psychose​
  • Meerdere psychoses​
  • Nooit meer psychose vrij​
  • Suïcide



Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een goed netwerk
  • Familie​
  • Ambulant behandelaar​
  • Arts​
  • Patiënt



Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Leroy durft zijn kamer niet meer op te gaan. Hij verteld dat er demonen ronddwalen die in hem willen kruipen en hem willen bezitten. Hij vertelt dat ze boos naar hem kijken, om hem heen dansen en wachten op een geschikt moment om toe te slaan.
A
Leroy heeft last van wanen
B
Leroy heeft last van hallucinaties
C
Leroy heeft teveel televisie gekeken
D
Leroy heeft last van mutisme.

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Joep denkt achtervolgd te worden door de CIA. Hij sluit zich op in zijn huis en heeft alle elektrische apparaten het huis uitgedaan omdat de CIA d.m.v. straling ook zijn gedachten kan lezen.
A
Joep heeft last van wanen
B
Joep heeft last van hallucinaties
C
Joep heeft mutisme
D
Joep heeft last van afasie

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bas komt met grote, opengesperde ogen naar je toe lopen en zegt: ‘Jullie praten via de krant over mij, toch? Jullie hebben me vannacht ook ingestraald, dat heb ik gevoeld.’ Hij kijkt je wantrouwend aan.
A
Bas ervaart positieve symptomen
B
Bas ervaart negatieve symptomen
C
Bas ervaart een verminderd bewustzijn
D
Bas ervaart tremoren

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je bent een potje aan het schaken met Adriaan, een man van 57 jaar. Hij was ooit nationaal kampioen bij de junioren in het schaken. Na tien minuten schudt hij zijn hoofd en wil weg. Na tien minuten is hij nog niet terug. Als je hem zoekt, ligt hij op bed met zijn ogen dicht. Hij is moe, zegt hij.
A
Adriaan heeft last van negatieve symptomen
B
Adriaan heeft last van positieve symptomen

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Roy heeft zijn televisie kapot gegooid. ‘Ik moest dit wel doen, anders vindt de aliens mij’, aldus Roy. Hij geeft aan dat ze hem via zijn televisie op kunnen sporen en hij wil niet dat ze hem vinden.

A
Roy heeft een waan
B
Roy heeft een hallucinatie

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat hebben we deze les besproken?
  • Positieve symptomen – Wanen en hallucinaties ​
  • Negatieve symptomen – Vermoeid, lusteloos​
  • Desorganisatie symptomen – geen overzicht​
  • Katatonie – motorische onbeweeglijkheid​
  • Medicatie ​
  • Bijwerkingen - parkinsonistische trekken​
  • Toekomst beeld​
  • Goed netwerk







Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies