5H - argumentatie

Nederlands
Argumenteren
havo 5
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
Argumenteren
havo 5

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Herhaling en verdieping
-Je kan onderscheid maken tussen standpunten en argumenten.
-Je weet welke argumentatiestructuren er zijn.
-Je kunt zelf voorbeelden verzinnen bij de verschillende  argumentatiestructuren.de
-Je kunt verschillende argumentatiestructuren herkennen in een tekstje.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het standpunt?
Je moet je warm kleden als je de deur uitgaat, want de temperatuur komt vandaag niet boven nul.
A
Je moet ... uitgaat,
B
want de ... boven nul.

Slide 3 - Quizvraag

Wat is het argument?
De militaire dienstplicht moet in Nederland opnieuw ingevoerd worden. Dat zal jongeren discipline en gehoorzaamheid bijbrengen.
A
De militaire ... worden.
B
Dat zal ... bijbrengen.

Slide 4 - Quizvraag

Argumentatiestructuren
  • Enkelvoudige argumentatie                  
  • Onderschikkende argumentatie
  • Nevenschikkende argumentatie
    Onafhankelijk en afhankelijk       

Slide 5 - Tekstslide

Enkelvoudig
Standpunt
Argument

Slide 6 - Tekstslide

Onderschikkend
Standpunt
Argument
Ondersteunend argument
want

Slide 7 - Tekstslide

Nevenschikkend (onafhankelijk)
Standpunt
Argument
Argument
Argument
en
en
want
want
want

Slide 8 - Tekstslide

Nevenschikkend (afhankelijk)
Standpunt
Argument
Argument
want
en
Deze twee argumenten zijn alleen samen geldig

Slide 9 - Tekstslide

Enkelvoudige, onderschikkende of nevenschikkende argumentatie?
Zij is de juiste persoon voor die baan, want zij heeft ruime ervaring in de branche en zij voldoet aan alle opleidingseisen.
A
enkelvoudig
B
nevenschikkend
C
onderschikkend

Slide 10 - Quizvraag

Enkelvoudige, onderschikkende of nevenschikkende argumentatie?
Dat was geen leuk festival. De hoofdact kwam niet opdagen. De bandleden hadden hun vliegtuig gemist.
A
enkelvoudig
B
nevenschikkend
C
onderschikkend

Slide 11 - Quizvraag

Bedenk een onderschikkende
argumentatiestructuur bij dit standpunt:

De lente is het fijnste seizoen

Slide 12 - Open vraag

Bedenk een onafhankelijke, nevengeschikte
argumentatiestructuur bij dit standpunt:

Ik eet het liefst elke dag bij Mc Donalds

Slide 13 - Open vraag

Bedenk een afhankelijke, nevengeschikte
argumentatiestructuur bij dit standpunt:

Ik vond het een stom feest

Slide 14 - Open vraag

De tijd na je eindexamen is het mooist, want dan gaan er veel leuke dingen gebeuren: op kamers wonen, de opleiding van je dromen volgen en veel nieuwe mensen ontmoeten.
Zet alles op de juiste plek in het argumentatieschema.
veel nieuwe mensen ontmoeten.
De tijd na je eindexamen is het mooist,
op kamers wonen,
de opleiding van je dromen volgen
want dan gaan er veel leuke dingen gebeuren:

Slide 15 - Sleepvraag

Tijdens een online les moet iedereen de camera aanzetten. Als je elkaar kunt zien, is er meer interactie en als je je camera aan hebt, let je beter op. Het praat gewoon makkelijker als je elkaar ziet.
Zet alles op de juiste plek in het argumentatieschema.
Het praat gewoon makkelijker als je elkaar ziet.
Tijdens een online les moet iedereen de camera aanzetten.
Als je je camera aan hebt, let je beter op.
Als je elkaar kunt zien, is er meer interactie.

Slide 16 - Sleepvraag

Tot zover voor vandaag.

Als ik terugkijk op dit deel van de les; dan geef ik mezelf voor de beheersing van dit onderdeel een: (0-10)

Slide 17 - Open vraag