wk 48

Planning maandag
- Studiewijzer
- Oefenen met spelling
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Planning maandag
- Studiewijzer
- Oefenen met spelling

Slide 1 - Tekstslide

Doelen deze les:

- We bekijken de studiewijzer voor periode 2
- Je oefent met spelling: hoofdletters en leestekens, laatste letter -d of -t en het bijvoeglijk naamwoord

Slide 2 - Tekstslide

Tekst

hallo allemaal welkom bij het onderdeel spelling hoofdletters en leestekens je leert wanneer je een hoofdletter moet plaatsen en wanneer je leestekens moet gebruiken zoals je ziet mist dit hele stuk hoofdletters en punten wat vind jij daarvan leest het makkelijk of leest het juist moeilijk leestekens en
hoofdletters zijn er voor om teksten makkelijker te kunnen lezen dus hoe het hier staat is natuurlijk helemaal fout maar hoe moet het dan wel wanneer plaats je een hoofdletter


Slide 3 - Tekstslide

Waarom is de tekst die je net gezien hebt fout?

Slide 4 - Woordweb

Verschillen in betekenis

- Katten, spinnen, ijsberen, vissen, gieren, vliegen en honden slapen


- Katten spinnen, ijsberen vissen, gieren vliegen en honden slapen

Waardoor komt het verschil in betekenis?

Slide 5 - Tekstslide

Waarom gebruiken we hoofdletters en leestekens?

Slide 6 - Woordweb

HOOFDLETTERS EN LEESTEKENS


Maken een tekst duidelijker en beter te lezen.


De lezer kan de tekst zo ook veel beter begrijpen.

Slide 7 - Tekstslide

Laatste letter -d of -t
Veel woorden eindigen op een t-klank. Die t-klank schrijf je:​

  • Bij sommige woorden als een –t: zwart, kast​

  • Bij andere woorden als een –d: paard, bed

Slide 8 - Tekstslide

Verlengproef
Maak het woord langer door er -e, -en of -ig achter te zetten.​

  • Als je dan een -t hoort --> schrijf je een -t aan het einde
 ZWARTE – ZWART/ KRACHTIG-KRACHT​

  • Als je dan een -d hoort --> schrijf je een -d aan het eind
 VERBANDEN-VERBAND/BEDDEN-BED​

Slide 9 - Tekstslide

Eindstan.

Slide 10 - Open vraag

Vijfduizen.

Slide 11 - Open vraag

Krokan.

Slide 12 - Open vraag


Bijvoeglijk naamwoord
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.

Je weet door een bijvoeglijk naamwoord meer over het zelfstandig naamwoord.


Slide 13 - Tekstslide

Kies de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord
A
de rode muur
B
de roden muur

Slide 14 - Quizvraag

Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord
een (mooi) huis
A
mooi
B
mooie

Slide 15 - Quizvraag

Kies het de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord
A
de chagrijnige docent
B
de chagrijnig docent

Slide 16 - Quizvraag

Kies het de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord
A
een nieuw spel
B
een nieuwe spel

Slide 17 - Quizvraag

Oefenen maar!
Blz. 228 opdracht 2 en 4
Blz. 230 opdracht 1, 2 en 3
Blz. 232 opdracht 1, 2, 3 en 4
Klaar? Lezen of de overige opdrachten maken

Slide 18 - Tekstslide

Planning dinsdag
Oefentoets maken

Klaar? Werkwoordspelling oefenen.

Slide 19 - Tekstslide