paragraaf 2.1: snelheid en gemiddelde snelheid REKENEN

paragraaf 4.1: snelheid en gemiddelde snelheid REKENEN
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

paragraaf 4.1: snelheid en gemiddelde snelheid REKENEN

Slide 1 - Tekstslide

Groot en eenheden
Als we berekeningen gaan maken, is het belangrijk dat we eerst het verschil weten tussen 2 belangrijke dingen:
de grootheden
de eenheden

Slide 2 - Tekstslide

Groot en eenheden
Grootheden: Wat we meten.
 bijvoorbeeld Energie, vermogen tijd

Eenheid: Waarin we het meten.
Bijvoorbeeld: Watt, Joule, seconden, uren

Slide 3 - Tekstslide

grootheden en eenheden
grootheid 
 kunt meten. 
 tijd, snelheid, afstand, temperatuur, spanning enz

eenheid
 waarin je iets kunt meten. 
 seconde, uur, meter, kilometer, graden celsius, kelvin enz. 


Slide 4 - Tekstslide

grootheden en eenheden
Een grootheid is iets wat je kunt meten. Voorbeelden hiervan zijn: tijd, snelheid, afstand, temperatuur, spanning enz

een eenheid is waarin je iets kunt meten. Voorbeelden hiervan zijn: seconde, uur, meter, kilometer, graden celsius, kelvin enz. 

Deze periode werken wij met 3 grootheden en eenheden. Welke grootheden en eenheden je moet kennen zie in de slides hiernaast. 

Slide 5 - Tekstslide

grootheden en eenheden
teken in je schrift een tabel waarin je de grootheden en eenheden kunt opschrijven. Zorg dat de tabel 4 vakjes breed is en 4 vakjes hoog (zoals hieronder). De bovenste 4 vakjes kun je vast invullen

Grootheid
Afkorting
Eenheid
Afkorting

Slide 6 - Tekstslide

tijd
De grootheid tijd is voor de meeste de bekendste. Tijd zegt iets over hoelang iets duurt. De eenheden die bij tijd horen zijn de seconde en de uur

Slide 7 - Tekstslide

grootheden en eenheden
Let op: voor de eenheden gebruiken we verschillende kleuren. Probeer dit ook in je schrift te doen zodat je weet wat er bij elkaar hoort
Grootheid
Afkorting
Eenheid
Afkorting
tijd
t
seconden
uur
s

Slide 8 - Tekstslide

afstand
De afstand zegt iets over hoever 2 punten van elkaar vandaan liggen. Afstand korten wij af met de letter s. dit staat voor space wat ruimte in het Engels betekend. De eenheden die bij afstand horen zijn de meter en de kilometer. 

Slide 9 - Tekstslide

grootheden en eenheden
Let op: voor de eenheden gebruiken we verschillende kleuren. Probeer dit ook in je schrift te doen zodat je weet wat er bij elkaar hoort
Grootheid
Afkorting
Eenheid
Afkorting
tijd
t
seconden
uur
s
afstand
s
meter
kilometer
m
km

Slide 10 - Tekstslide

snelheid
De laatste grootheid die je moet weten is de snelheid. Snelheid korten wij af met de letter v. Deze v staat voor velocity. Dat betekend snelheid in het engels.

Voor snelheid gebruiken wij 2 eenheden. De meter per seconde en de kilometer per uur

Slide 11 - Tekstslide

grootheden en eenheden
Let op: voor de eenheden gebruiken we verschillende kleuren. Probeer dit ook in je schrift te doen zodat je weet wat er bij elkaar hoort
Grootheid
Afkorting
Eenheid
Afkorting
tijd
t
seconden
uur
s
afstand
s
meter
kilometer
m
km
snelheid
v
meter per seconden
kilometer per uur
m/s

km/h

Slide 12 - Tekstslide

Welke afkorting gebruiken we voor snelheid?
A
v
B
s
C
t
D
km/h

Slide 13 - Quizvraag

Welke afkorting gebruiken we voor meter per seconde?
A
s
B
m
C
m/s
D
km/h

Slide 14 - Quizvraag

horen de eenheden seconden, uur en meter per seconden bij elkaar?
A
ja
B
nee
C
soms
D
geen idee

Slide 15 - Quizvraag

grootheden + eenhedenlijst
Vul nu zelf de grootheden en eenheden lijst nog een keer in. Hoe vaker je deze gaat maken, hoe sneller je het gaat leren
Grootheid
Afkorting
Eenheid
Afkorting

Slide 16 - Tekstslide

omrekenen
Soms moet je van een groene eenheid een blauwe eenheid maken. Dit doe je door de eenheden om te rekenen
Grootheid
Afkorting
Eenheid
Afkorting
tijd
t
seconden
uur
s
afstand
s
meter
kilometer
m
km
snelheid
v
meter per seconden
kilometer per uur
m/s

km/h

Slide 17 - Tekstslide

omrekenen tijd
in 1 uur zitten 60 minuten
in 1 minuut zitten 60 seconden

om van uur naar minuten te gaan moet je * 60 doen
om van minuten naar seconde te gaan moet je ook * 60 doen.
Op je toets moet je allebei de kanten kunnen rekenen.

Slide 18 - Tekstslide

diagram tijd omrekenen

Slide 19 - Tekstslide

30 minuten is ..... uur
A
0,3
B
0,5
C
1
D
1800

Slide 20 - Quizvraag

300 seconden is ..... minuten
A
5
B
6
C
10800
D
7800

Slide 21 - Quizvraag

omrekenen afstand
 omrekenen afstand 
 basisschool. 
makkelijk om om te rekenen tussen deze eenheden. 
 Je moet het allebei de kanten op kunnen

Slide 22 - Tekstslide

omrekenen afstand
Het rijtje voor het omrekenen van de afstand heb je als het goed is al een keertje gehad op de basisschool. Gelukkig is het in Europa heel makkelijk om om te rekenen tussen deze eenheden. Op de volgende pagina zie je het rijtje staan. Je moet het allebei de kanten op kunnen

Slide 23 - Tekstslide

omrekenen afstand

Slide 24 - Tekstslide

1500 m = ..... dam
A
150
B
1500
C
15
D
15000

Slide 25 - Quizvraag

2 km = ....... cm
A
2000
B
200
C
2000000
D
200000

Slide 26 - Quizvraag

andere eenheden
Gelukkig hebben wij in Europa afspraken gemaakt over eenheden en het omrekenen hiervan, maar in andere landen zoals Amerika gebruiken ze geen meter en kilometers maar inches, yards, miles en feet. Op de volgende slide kun je zien hoe moeilijk het is om dat om te rekenen

Slide 27 - Tekstslide

amerikaanse eenheden

Slide 28 - Tekstslide

filmpje engelse eenheden
https://www.youtube.com/shorts/XiEM57ifX54

Slide 29 - Tekstslide

22 minuten = ..... seconden
A
0,366
B
22
C
1320
D
780

Slide 30 - Quizvraag

20 hm = ......... km
A
2
B
200
C
0,2
D
20000

Slide 31 - Quizvraag

grootheden + eenhedenlijst
Vul nu zelf de grootheden en eenheden lijst nog een keer in. Hoe vaker je deze gaat maken, hoe sneller je het gaat leren
Grootheid
Afkorting
Eenheid
Afkorting

Slide 32 - Tekstslide