Beeldspraak

Beeldspraak h1 en H2
Het staat er wel, maar ik bedoel het niet letterlijk zo.

Wat wordt ermee bedoeld?
Hoe weet ik wat het is?
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Beeldspraak h1 en H2
Het staat er wel, maar ik bedoel het niet letterlijk zo.

Wat wordt ermee bedoeld?
Hoe weet ik wat het is?

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Wat is hét gemeenschappelijke kenmerk van een vergelijking, een metafoor en een personificatie?

Slide 14 - Open vraag

Wanneer spreken we van een metoniem?

Slide 15 - Open vraag

Hoe/waardoor ontstaat een metoniem?

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

De leerling vloog naar huis
A
metafoor
B
metonymie
C
vergelijking
D
personificatie

Slide 18 - Quizvraag

Engeland is in rouw
A
metafoor
B
metonymie
C
vergelijking
D
personificatie

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

het vriest! We binden de ijzers onder
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymie

Slide 21 - Quizvraag

Mijn opa heeft de conditie van een dijk
A
vergelijking
B
personificatie
C
metonymie
D
metafoor

Slide 22 - Quizvraag

Oranje verloor met grote cijfers
A
metonymie en metafoor
B
metonymie en metonymie
C
metafoor en vergelijking
D
vergelijking en metonymie

Slide 23 - Quizvraag

Voetbal is oorlog
A
metafoor
B
metonymie
C
vergelijking
D
personificatie

Slide 24 - Quizvraag

De kamer stelde kritische vragen
A
metafoor
B
vergelijking
C
metonymie
D
personificatie

Slide 25 - Quizvraag

mijn telefoon slaapt eerder dan ik
A
metafoor
B
vergelijking
C
metonymie
D
personificatie

Slide 26 - Quizvraag

Ruim die zwijnenstal op!
A
metonymie
B
metafoor
C
vergelijking
D
personificatie

Slide 27 - Quizvraag

het schip danst op de golven
A
vergelijking
B
personificatie
C
metafoor
D
metonymie

Slide 28 - Quizvraag

afgaan als een....

Slide 29 - Open vraag

stelen als ...

Slide 30 - Open vraag


Slide 31 - Open vraag

En nu...lezen (voor de lol)
Margje Woodrow
Fake trip

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Link