H3 - herhaling beeldspraak + metoniem

Welkom!
Pak je leesboek.
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Pak je leesboek.

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Update planning 
Oefenbetoog inleveren 
Start woordenschat H3

Slide 2 - Tekstslide

Beeldspraak
herhaling + start H3 Woordenschat


Slide 3 - Tekstslide

Beeldspraak is figuurlijk taalgebruik
beeldspraak is ook een stijlfiguur: hiermee maak je je taal mooier en interessanter

Slide 4 - Tekstslide

Wat heb je al gehad?
vergelijking, metafoor en personificatie

Slide 5 - Tekstslide

Vergelijking
Zo trots als een pauw

Slide 6 - Tekstslide

Metafoor
Wat een zwijnenstal is het hier!

Slide 7 - Tekstslide

Personificatie
De wint huilt door de bomen.

Slide 8 - Tekstslide

Nieuw: metonymie
(Ook bekend als: metoniem)

Slide 9 - Tekstslide

Bij een metonymia worden twee dingen met elkaar vergeleken, die niet op elkaar lijken.
Er zijn 8 veel voorkomende metonymieën:

Slide 10 - Tekstslide

1. Je bedoelt het voorwerp, maar noemt het materiaal: "Het vriest flink, dus ik heb mijn ijzers alvast maar tevoorschijn gehaald."

Slide 11 - Tekstslide

2. Je bedoelt de inhoud, maar noemt het voorwerp: "Zullen we een blikje kopen?"

Slide 12 - Tekstslide

3. Je bedoelt het voorwerp, maar noemt de maker: "Ik heb thuis een originele Herman Brood aan de muur hangen."

Slide 13 - Tekstslide

4. Je bedoelt het geheel, maar noemt het deel: "Die snor deelt de ene na de andere bekeuring uit!"

Slide 14 - Tekstslide

5. Je bedoelt het deel, maar noemt het geheel: "Nederland heeft gelukkig van Duitsland gewonnen!"

Slide 15 - Tekstslide

6. Je bedoelt het product, maar je noemt de producent: "Ik heb mijn Nikes aan."

Slide 16 - Tekstslide

7. Je bedoelt de inhoud, maar je noemt het voorwerp: "Geef mij nog een glaasje."

Slide 17 - Tekstslide

8. Je bedoelt een groep, maar noemt de leider: "Poetin rukte op naar de Poolse grens."

Slide 18 - Tekstslide

Wat is hier het metoniem?
Die lachebek is altijd vrolijk.

Slide 19 - Open vraag

Wat is hier het metoniem?
Die lachebek is altijd vrolijk.

Slide 20 - Tekstslide

Wat is hier het metoniem?
Neem even een bloemetje mee.

Slide 21 - Tekstslide

Wat is hier het metoniem?
Nederland won van Duitsland in de spannende finale.

Slide 22 - Tekstslide

Aan de slag
Maak opdracht 1 t/m 3 van Woordenschat H3 (blz 88 - 89). Het mag ook online. 
Moet je nog wat dingen voorbereiden voor het betoog morgen? Dan mag dat ook. 

Slide 23 - Tekstslide