herhaling onderdeel B
1 / 17
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
De christelijke jaartelling is de meest gebruikte jaartelling
A
ja
B
nee
Slide 2 - Quizvraag
De prehistorie eindigt overal op de wereld rond dezelfde perioden
A
ja
B
nee
Slide 3 - Quizvraag
Op het examen wordt de indeling oudheid, middeleeuwen en nieuwe tijd gebruikt
A
ja
B
nee
Slide 4 - Quizvraag
De 19e en 20e eeuw noemen we tegenwoordig de moderne tijd. De periode na de middeleeuwen de vroegmoderne tijd
A
ja
B
nee
Slide 5 - Quizvraag
Welk van de volgende tijdvakken vindt niet plaats in de vroegmoderne tijd
A
ontdekkers en hervormers
B
steden en staten
C
pruiken en revoluties
D
regenten en vorsten
Slide 6 - Quizvraag
De nadruk bij geschiedkundig onderzoek ligt op continuïteit
A
ja
B
nee
Slide 7 - Quizvraag
Bij geschiedenis kunnen we oorzaken van te voren vaststellen
A
ja
B
nee
Slide 8 - Quizvraag
Oorzaken zijn altijd lineair
A
ja
B
nee
Slide 9 - Quizvraag
Oorzaken zijn altijd multicausaal
A
ja
B
nee
Slide 10 - Quizvraag
Met aanleiding wordt de meest directe oorzaak van een conflict bedoeld
A
ja
B
nee
Slide 11 - Quizvraag
Om een objectief oordeel over een gebeurtenis te geven moet je meerdere bronnen onderzoeken
A
ja
B
nee
Slide 12 - Quizvraag
Een anachronisme is een gebeurtenis plaatsen in een tijd waar deze niet thuishoort
A
ja
B
nee
Slide 13 - Quizvraag
Een dagboekverslag is een bewuste bron voor geschiedkundig onderzoek
A
ja
B
nee
Slide 14 - Quizvraag
Een dagboekverslag is voor geschiedkundig onderzoek een betrouwbare bron
A
ja
B
nee
Slide 15 - Quizvraag
Een dagboekverslag is voor geschiedkundig onderzoek een representatieve bron
A
ja
B
nee
Slide 16 - Quizvraag
Alle geschiedenis is gebaseerd op interpretaties
A
ja
B
nee
