Veilig maar vies

De Middeleeuwen
Veilig maar vies
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Introductie

Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen welke voor- en nadelen het leven in een Middeleeuwse stad had.

Onderdelen in deze les

De Middeleeuwen
Veilig maar vies

Slide 1 - Tekstslide

Tijd van Steden en Staten (1000-1500)
In het wit zie je een stadspoort. Ging je in de Middeleeuwen een stad binnen, dan moest je door de stadspoort. In veel steden werd een hoge en prachtig versierde kerk gebouwd. Op de achtergrond zie je de binnenkant van zo’n kerk.
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen welke voor- en nadelen het leven in een Middeleeuwse stad had.

Slide 3 - Tekstslide


Rijke steden...met dikke muren



  • Steden waren interessant om te veroveren: ze waren rijk en lagen gunstig
  • Als steden stadsrechten hadden gekregen, mochten ze stadsmuren bouwen
  • Stadsmuren maakten de verovering van een stad vrijwel onmogelijk: de inwoners waren veilig!
De Franse stad Carcasonne is één van de best bewaarde middeleeuwse steden met stadsmuren

Slide 4 - Tekstslide

Waterpoort. Deze poort wordt vooral gebruikt door mensen die via het water de stad willen bereiken. Deze poort is minder verdedigt en wordt in tijdens van nood gebarricadeerd met houten balken. 
Noorderpoort
De stadspoort aan het noorden van de stad. Belangrijkste poort, die afgesloten kan worden in tijden van aanval.
Zuiderpoort. De poort aan de zuidzijde van de stad. Is vooral toegankelijk voor voetgangers, minder voor karren. De poort kan afgesloten worden tijdens een aanval. 
Kathedraal
Deze grote kerk is de grootste kerk in de omgeving. De bisschop van het gebied zeteld hier dan ook. De stedelingen hebben lang, bijna 300 jaar gebouwd aan hun kerk. De kerk is het middelpunt van het sociale leven in de stad. Iedereen, arm en rijk, komt hier bijeen voor de diensten. 
Marktplein
Het centrale plein als het gaat om handel en middel van bestaan. Hier verdienen de meeste stedelingen hun brood... en kopen het. Op het plein staan kraampjes van boeren en om het plein de werkplaatsen van de ambachtslieden. 
Waterput
Het belangrijkste waterpunt in de stad. Hieruit kun je water halen voor al gebruik. 
Stadhuis
Hier zeteld het bestuur van de stad: de schout en schepenen. Maar de rechtbank en de cellen voor misdadigers vind je hier. Alles wat met betuur en rechtspraak te maken heeft onder een dak. 
Gasthuis.
Een soort kruising tussen een armneopvang en een ziekenhuis. Betaald door de rijken, gerund door de geestelijkheid en voor de armen. Zij kunnen hier hulp krijgen: voeding, onderdak, gezondheidszorg. 
Koopmanshuizen met grote binnentuin
De koopmanshuizen zijn veruit de grootste huizen in de stad. Vaak van duurder en doorzamer materiaal gemaakt (bv. steen). De koopmans-huizen fungeren vaak als pakhuis en (luxe) woonhuis. 
Vleesmarkt
Kleinere markt, waar vleesproducten werden veerkocht. De werkplaatsen van de vleeshouwers staan om de markt heen. 
Botermarkt
Kleine markt waar zuivelproducten werden verkocht. 
Vismarkt
Kleine markt waar vis door vissers werd verkocht.
Taks.
Een tolhuis. Aan iedere vreemdeling die de stad binnenkwam werd een bijdrage gevraagd
Smidstraat.
Hier hebben de smeden zich verzameld. Zij hebben hier hun werkplaatsen, met meestal hun huizen daaraan vast. 
Beestenmarkt
Kleine markt waarbij (meestal kleine) dieren werden verhandeld
Abdij / klooster
Binnen de stad ligt ook vaak een klooster. Hier leven monniken of nonnen hun eigen leven. Zij hebben wel vaak belangrijke publieke functies in de stad: leraar, verpoleegster, schrijver, etc.
Houtstraat
Aan deze straat wonen en werken ambastlieden die hout hun middel van bestaan hebben gemaakt. 
Binnenboeren
Dit zijn boeren die ook poorters zijn: zij zijn boeren binnen de stadsmuren. Vaak kleine bedrijfjes met maar weinig dieren. Maar zeer belangrijk in tijd van beleg, om de stad te beschermen voor uithongering
Rivier.
Belangrijke bron van water: drinkwater, waswater, bluswater, urinoir, etc.
Schavot
Publiekelijke schandplaats voor misdadigers. Meestal is het een standaard met een plank op een verhoging. Tussen die plank wordt iemand een bepaalde periode neergezet. Het staat niet fijn, maar het is vooral een plek waar iedereen je kan zien als misdadiger. 
Herberg
Een soort hotel/restaurant van de middeleeuwen. Het is een groot gebouw (meestal met stal), waar vreemdelingen kunnen overnachten, eten en rusten. Maar in de kamers kan natuurlijk meer...
Waag.
Hier worden goederen gewogen voor de verkoop. Omdat er maar een officieel punt van wegen is, is dat voor iedereen gelijk, 
Wisselbeurs
Bankgebouw, waar je verzekeringen kunt afsluiten. Je kunt er de wisselbrief inruilen. Je kunt er geld in bewaring geven. 
timer
3:00

Slide 5 - Tekstslide

Carcassonne
Sleep de foto's naar de juiste plek in de stad.

Slide 6 - Sleepvraag


Belegeren!
  • De enige manier om een stad te veroveren, was met een belegering
  • De legers van de aanvallende partij omsingelden dan de stad
  • Deze belegering kon maanden, soms jaren duren, en had één doel: uithongering, zodat de stad zich wel over móest geven.
  • Gaf een stad zich uiteindelijk over, dan werd de stad geplunderd en de burgers vermoord, verkracht en/of gemarteld.

Slide 7 - Tekstslide

Wat zie je als je een middeleeuwse stad zou binnen lopen?
Wat zie je als je een middeleeuwse stad zou binnen lopen?
De markt
Deze geestelijken houden een processie: een tocht door de stad om hun geloof in God te laten zien. Soms werd dit gedaan om boete te doen.
De winkels waren meestal duidelijk te herkennen aan uithangborden, waarop symbolen van de ambachten stonden, zoals een vis of brood.
In principe mocht iedereen de stad binnen, zolang je maar geen (grote) wapens meenam. Messen moesten worden gemeten: was een mes te groot dan moest je hem bij de stadspoort achterlaten.
Inwoners van een stad noemen we tegenwoordig vaak burgers, maar in de Middeleeuwen werd meestal de term poorter gebruikt: iemand die binnen de poorten van een stad woont.
Een van de grootste gevaren van een middeleeuwse stad was brand. De meeste huizen waren van hout, en een klein vuurtje kon binnen enkele dagen de halve stad in as hebben gelegd. Ambachten waarbij veel vuur werd gebruikt, zoals bijvoorbeeld een smederij, bevonden zich daarom op speciale plekken in de stad.
Schapen, kippen, honden en varkens: er liepen in een stad vaak net zoveel dieren als mensen rond. 
Niet alle straten waren bestraat: na een regenbui was het een grote modderpoel, waarbij het (huis)vuil door de straten spoelde.
Riolering of een vuilnisdienst bestond nog niet. Mensen gooiden hun afval soms gewoon op straat of in de gracht. Het stonk er dus nogal, vooral ’s zomers. Die viezigheid was ook gevaarlijk. Het vuil trok ongedierte aan, zoals ratten. Hierdoor braken er ziekten uit.
Water (om te drinken en om schoon te worden) werd uit de gracht gehaald. Inderdaad: 500 meter verderop was er nog afval in gegooid...
De schandpaal was één van de straffen die je in de Middeleeuwen kon krijgen.
Er waren maar een paar gebouwen van steen in een middeleeuwse stad, zoals bijvoorbeeld de kerk of het stadhuis. Later komen er meer stenen gebouwen bij, zoals bijvoorbeeld de gildenhuizen.
timer
3:00
Huizen in deze bouwstijl noem je vakwerkhuizen: de balken in de muren zorgen voor de stevigheid van het huis. De ruimte tussen de balken worden opgevuld met takken van bijvoorbeeld wilgen. Vervolgens worden ze geplamuurd met een mengsel van stro en leem.
Het was er druk en krap: de meeste steden waren niet groter dan 5000 inwoners, maar omdat het er klein en smal was leek het veel drukker.
In een stad was van alles te vinden: eten, drinken, handel en vermaak. Het was er vies, maar mensen kwamen er graag.

Slide 8 - Tekstslide


Een dodelijke ziekte...
  • De pestbacterie bestond al eeuwen in meren in China
  • De bacterie leeft in het bloed van de zwarte rat
  • Vlooien leven van het bloed van de rat en worden besmet met de pest
  • De pest zorgt ervoor dat vlooien niets binnenkrijgen, waardoor ze honger houden en op zoek naar nieuw voedsel gaan: het bloed van mensen.
  • Een besmette vlo brengt zo de pest over op mensen.
De pestbacterie, Yersinia pestis, 2000x vergroot.

Slide 9 - Tekstslide


De pest in Europa
  • In 1347 komt de pest aan in Europa: via de Krim naar Italië
  • Via de handel verspreidt de ziekte zich razendsnel door Europa
  • De viezigheid en het ongedierte in de middeleeuwse steden helpen ook mee in het ontstaan van de grote pestepidemie van 1347 tot 1351
  • Uiteindelijk sterft 1/3 van de Europese bevolking, ongeveer 20 miljoen mensen.
De pest door de ogen van schilder Pieter Brueghel de Oude (1562). Voor veel mensen moet de pest zo zijn ervaren: overal dode mensen en complete steden die zijn verlaten.

Slide 10 - Tekstslide

De verspreiding van de pest tussen 1347-1351
1347
midden 1348
begin 1349
eind 1349
1350
1351
kleine uitbraak van de pest

Slide 11 - Tekstslide


Straf van God!
  • De oorzaken van de pest zijn pas in de 19e eeuw bekend geworden
  • Voor de mensen in de Middeleeuwen was de ziekte een straf van God
  • De mensen dachten dat God hen ging straffen, omdat ze niet goed en zondig hadden geleefd.
Flagellanten sloegen zichzelf om zo aan God te laten zien dat zij spijt hadden van hun zonden. De naam Flagellant komt van het Latijnse woord voor zweep: flagellum. Aan het eind van de leren riempjes zitten spijkers.

Slide 12 - Tekstslide

Video
De Zwarte Dood

Slide 13 - Tekstslide

1

Slide 14 - Video

00:32-01:52

Slide 15 - Tekstslide

Video
Clipphanger: De Pest

Slide 16 - Tekstslide

1

Slide 17 - Video

00:05-01:25

Slide 18 - Tekstslide

Waarom woonden mensen in de
Tijd van steden en staten zo graag in een stad?
Kies het juiste antwoord.
A
In de stad was het schoner dan buiten de stad.
B
In de stad was het rustiger dan buiten de stad.
C
In de stad was veel te doen. Zo waren er vaak feesten en markten.
D
In de stad kwamen minder vaak ziektes voor dan buiten de stad.

Slide 19 - Quizvraag

Er stierven miljoenen mensen aan
de pest. Waardoor maakte de pest
zoveel slachtoffers?
Kies het juiste antwoord.
A
De mensen dachten dat de pest een straf van God was. Daarom wilden ze de zieken niet helpen, want ze dachten dat God dan nog bozer zou worden.
B
Alleen arme mensen stierven aan de pest. Dat kon de rijke mensen weinig schelen en dus kregen de arme mensen geen hulp.
C
Men wist niet wat de oorzaak van de ziekte was. Daardoor kon er geen goede manier bedacht worden om de ziekte uit te roeien.

Slide 20 - Quizvraag

Mensen gooien poep en plas op straat.
Was dat normaal in middeleeuwse steden?
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quizvraag

Om de stad is een muur gebouwd
waar een poort in zit. Was dat normaal in middeleeuwse steden?
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quizvraag

Er lopen varkens door de stad.
Was dat normaal in middeleeuwse steden?
A
Ja
B
Nee

Slide 23 - Quizvraag

Begrippen uit deze les

  • stadsmuur
  • belegering
  • poorter
  • pest
  • epidemie

Slide 24 - Tekstslide

Jaartallen uit deze les

  • 1347-1351: grote pestepidemie in Europa

Slide 25 - Tekstslide

Schrijf 3 dingen op die je
deze les hebt geleerd

Slide 26 - Open vraag

Stel 1 vraag over iets dat je deze les
nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 27 - Open vraag