2. Rijk of arm

2. Rijk of arm
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

2. Rijk of arm

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Bk
• Je kent een aantal ontwikkelingskenmerken.
• Je kunt met de ontwikkelingskenmerken bepalen wat arme en rijke landen zijn.
KB-TH-HV
• Je weet waarom het lastig is nauwkeurig te bepalen wat arme en rijke landen zijn.
• Je weet waarom arme landen vaak lange tijd arm blijven.
• Je weet waarom rijke landen vaak lang rijk blijven.

Slide 2 - Tekstslide

Waneer ben je in Nederland arm?

Slide 3 - Open vraag

BBP
= bruto binnenlands product
Maar dit geeft niet altijd een goed beeld. Waarom niet? 
Elite en Massa

Slide 4 - Tekstslide

BBP per hoofd 
= brute binnenlands product per hoofd
= BBP gedeeld door alle inwoners 
Maar dit geeft niet altijd een goed beeld. Waarom niet? 
Elite en Massa

Slide 5 - Tekstslide

Lorenzcurve
Met deze curve kun je kijken of het inkomen eerlijk verdeeld is in een land
Beschrijf wat je ziet? 

Slide 6 - Tekstslide

Lorenzcurve
Beschrijf wat je nu ziet? 
In wat voor landen komt de curve op deze manier voor? 
Verklaar!

Slide 7 - Tekstslide

Armoedegrens 
= het inkomen dat je minimaal nodig hebt om te kunnen leven 
Denk aan: huis, eten en kleding
Bij geld gaat het vaak over het woord: WELVAART

Slide 8 - Tekstslide

Ontwikkelingskenmerken
Maar welvaart zegt nog niets. Daarom kijken we ook naar andere onderwerpen:
  • levensverwachting 
  • gezondheidszorg
  • onderwijs
  • ondervoeding
  • analfabetisme 

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht in de tafelgroep:
Zoek de onderstaande gegevens op in de atlas en vul de onderstaande tabel in. 

Hiervoor heb je 15 minuten de tijd.



Klaar? 
Vergelijk de verschillende landen met elkaar. 
Wat valt je op?   
timer
15:00

Slide 10 - Tekstslide

HDI 
Deze kenmerken samen noem je HDI(human development index) 
ATLAS opdracht 

Slide 11 - Tekstslide

Wat betekent het begrip HDI?
A
Human Developers Insurance Index
B
Home Development Index
C
Human Development Index
D
Human Destination Investigation

Slide 12 - Quizvraag

Hoe wordt de HDI gerankt?
Hoe dichter bij ..., hoe beter ontwikkeld
A
0
B
1
C
10
D
100

Slide 13 - Quizvraag

Hoe meet je welvaart het best?
A
Met de HMI
B
Met de HDI
C
Met het BBP
D
Met het BBP per hoofd

Slide 14 - Quizvraag

Welke indicatoren zijn onderdeel van de Human Development Index (HDI)?
A
BNP/hoofd, bevolkingsgroei, zuigelingensterfte
B
BNP/hoofd, artsendichtheid, scholingsgraad
C
BNP/hoofd, levensverwachting, analfabetisme
D
BNP/hoofd, vruchtbaarheidscijfer, toegang tot basisbehoeften

Slide 15 - Quizvraag

Arme landen blijven arm
Kolonialisme = 
VB van Nederland = 
Waarom? Economisch of politiek er beter van worden --> ze verdienden heel veel geld 

Slide 16 - Tekstslide

Wat is een kolonie?
A
Een cultuurgebied
B
Een gebied met gemeenschappelijke cultuur
C
Een gebied waar een ander land de baas is
D
Een gebied waar twee culturen zich mengen

Slide 17 - Quizvraag

Rijke landen blijven rijk
Geef twee maatregelen die rijke landen toepassen, om er voor te zorgen dat ze rijk blijven!!!
1. 
2. 
sluiten grenzen voor producten 
heffen extra belasting op producten 

Slide 18 - Tekstslide

Invoerrechten zijn er om:
A
De lokale markt te beschermen tegen goedkope buitenlandse producten
B
meer te verdienen in een land
C
De import af te remmen en de lokale markt te stimuleren
D
alle drie zijn correct

Slide 19 - Quizvraag

Verklaar waarom niet iedereen profiteert van het feit dat een land rijker wordt!

Slide 20 - Open vraag

Ontwikkelingshulp wordt soms pas gegeven als landen blijk geven van goed bestuur en aanpak van corruptie.
Welke twee doelen dient dit?
THV

Slide 21 - Open vraag

Begrippen
• Bbp
• Bbp per hoofd
• Armoedegrens
• Levensverwachting
• Analfabetisme
• Human Development Index (HDI)
• Absolute armoede
• Relatieve armoede
• Kolonialisme
• Invoerrechten

Slide 22 - Tekstslide

Wat moet je nu kunnen en kennen? 
Je moet alle begrippen kunnen uitleggen. 
Je moet de lesdoelen kunnen beantwoorden.
Je moet een samenvatting of een mindmap kunnen maken.

Slide 23 - Tekstslide