Spellings quiz

Werkwoorden oefenen
Persoonsvorm tegenwoordige tijd (TT)

Denkvraag vooraf: welke regel(s) hoort/horen bij het schrijven van de persoonsvorm tegenwoordig tijd?
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpellingBasisschoolGroep 5,6

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Werkwoorden oefenen
Persoonsvorm tegenwoordige tijd (TT)

Denkvraag vooraf: welke regel(s) hoort/horen bij het schrijven van de persoonsvorm tegenwoordig tijd?

Slide 1 - Tekstslide

Isa ... (kunnen) netjes schrijven.

Slide 2 - Open vraag

Dave ... (hebben) kaartjes gemaakt.

Slide 3 - Open vraag

Ik ... (houden) van lezen.

Slide 4 - Open vraag

Benjamin ... (vinden) lezen ook leuk.

Slide 5 - Open vraag

Ik ... (spellen) de woorden in het dictee goed.

Slide 6 - Open vraag

Jij ... (vieren) haar verjaardag vandaag.

Slide 7 - Open vraag

Renske ... (schrijven) lange brieven.

Slide 8 - Open vraag

Soms ... (vergeten) iemand zijn of haar boeken.

Slide 9 - Open vraag

Wij ... (geven) het huiswerk door aan Anne.

Slide 10 - Open vraag

Joris ... (lachen) om juf haar grapjes.

Slide 11 - Open vraag

Kevin en Joris ... (maken) leuke grapjes.

Slide 12 - Open vraag

Welke regel hoort nou bij het schrijven van de persoonsvorm tegenwoordig tijd?

Slide 13 - Tekstslide