Schrijfvaardigheid

Writing 1 
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Writing 1 

Slide 1 - Tekstslide

Deze les: 
Herhaling Lay-out e-mail
 mogelijke (openings)zinnen en slotzinnen
E-mail schrijfopdracht maken met de docent of individueel!
Vragen?

Slide 2 - Tekstslide

Schrijf alsjeblieft zo snel mogelijk.
A
Please write me back as soon as you can!
B
Please write back as soon as possible!
C
Please write back soon!
D
Please send an e-mail.

Slide 3 - Quizvraag

Waar begint je informele e-mail mee?
A
Naam
B
Aanhef
C
Afsluiting
D
Inhoud

Slide 4 - Quizvraag

Wat vul je in als je naar een getrouwde vrouw schrijft?
A
Mr
B
Ms
C
Miss
D
Mrs

Slide 5 - Quizvraag

Welke afsluiting gebruik je NIET bij een informele e-mail?
A
Love,
B
With kind regards,
C
Yours sincerely,
D
Regards,

Slide 6 - Quizvraag

Wat doe je na het schrijven van je informele e-mail?
A
Alle punten controleren
B
Niks
C
De datum checken
D
Alles doorlezen

Slide 7 - Quizvraag

Hoe gaat het met jou en je familie?
A
How are you and your family doing?
B
How do you do?
C
How are you and your families?
D
How is you and your family doing

Slide 8 - Quizvraag

Vorige week zijn we naar London geweest.
A
Previous week, we have gone to London.
B
We had been to London last year.
C
Last year, we went to London.
D
Last week, we went to London.

Slide 9 - Quizvraag

Bedankt voor de uitnodiging.
A
Thanks for the invitation.
B
Thanks for inviting me.
C
Thanks for asking me.
D
Thanks for calling me.

Slide 10 - Quizvraag

Ik ben nooit in Engeland geweest.
A
I were never been to England.
B
I was never to England.
C
I have never been to England.
D
I had never been to England.

Slide 11 - Quizvraag

We komen graag op bezoek.
A
We would like to come and see you.
B
We would like to come and visit.
C
We would like to go and visit.
D
We like to come and visit.

Slide 12 - Quizvraag

Is het mogelijk om met het vliegtuig te reizen?
A
Is it impossible to travel by plane?
B
Is it possible to go by plane?
C
Is it possible to travel by car?
D
Is it possible to travel by plane?

Slide 13 - Quizvraag

Ik hoor graag van je / jullie / u.
A
I am looking forward to hearing from you.
B
I hope to see u.
C
I am looking to hearing from you.
D
I hope to see you.

Slide 14 - Quizvraag

Ik hoop binnen een week wat van je te horen.
A
I hope to hear you within a week.
B
I hope to hear from you within two week.
C
I hope to hear from you within a week.
D
I hope to hear from you within a day.

Slide 15 - Quizvraag

Vertel me over je vakantie.
A
Say me about your vacation!
B
Tell me about your vacation!
C
Ask me about your vacation!
D
Tell me about your holiday!

Slide 16 - Quizvraag

Ik heb daar zin in!
A
I have there sin in.
B
I'm looking forward to that new place!
C
I'm looking forward to that!
D
I'm looking forward to that city trip!

Slide 17 - Quizvraag

Ik heb goed nieuws!
A
I have some news!
B
I have some great news!
C
I had some great news!
D
I will have some great news!

Slide 18 - Quizvraag

We hebben bij familie gelogeerd.
A
We stay with family.
B
We had stayed with family.
C
We will stay with family.
D
We stayed with family.

Slide 19 - Quizvraag

Ik kijk er erg naar uit!
A
I'm really looking forward to it!
B
I'm really looking forward to the party!
C
I'm really looking forward to there!
D
I'm really looking forward to you!

Slide 20 - Quizvraag

Ik hoop dat je je cadeau leuk vindt.
A
I hope you will like your vacation.
B
I hope your will like your present.
C
I hope you will like your present.
D
I hoped you will like your present.

Slide 21 - Quizvraag

Deze les
Zelf oefenen met opdrachten 11 t/m 14 Writing 1 Part C.
 of 
e-mail schrijfopdracht maken met de docent of individueel



Slide 22 - Tekstslide

Noem een onderdeel wat in je informele e-mail moet voorkomen.

Slide 23 - Open vraag

Opdracht: Mad-lib post card
Je bent op vakantie en je schrijft een kaartje naar het thuisfront.

Voordat je begint te schrijven, vul je een lijst met woorden in. 
Let goed op het soort woorden wat gevraagd wordt en kijk nog niet naar de kaart.

Pas als je alles hebt ingevuld mag je je blaadje omdraaien en de kaart gaan schrijven.

Slide 24 - Tekstslide