2223 Herhaling Chapitre 3 mh hv

1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zit 40 slide, met interactieve quiz, tekstslide en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Bonjour!

Slide 2 - Tekstslide

Wijziging toets in toetsweek:
1) Proefwerk (met voca en gramm) - 50%
2) Leestoets (leesteksten) - 50%

Je krijgt 2 cijfers.

Vaak wordt voor een leestoets beter gescoord dan voor een proefwerk! :-)

Slide 3 - Tekstslide

Dyslexie:
Wie wil gebruik maken van ClaroRead in de toetsweek?

Slide 4 - Open vraag

Lesdoel: aan het einde van de les...
- weet ik precies wat ik kan verwachten in de toetsweek
- heb ik alle grammatica herhaald van de toetsweek

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een bezittelijk voornaamwoord in het Nederlands? Geef voorbeelden.

Slide 6 - Woordweb

Wat is het bezittelijk voornaamwoord in deze zin:
Mijn kat speelt in de sneeuw.

Slide 7 - Open vraag

En in het Frans dan?
Mon chat joue dans la neige.

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

timer
5:00

Slide 12 - Tekstslide

neem het schema over in je schrift en vul het in.

Slide 13 - Open vraag

(Mijn)___ maison est très belle.
A
Mon
B
Ma
C
Mes
D
Ses

Slide 14 - Quizvraag

Rosa, ici tu vois (mijn) ___ cousine.
A
Mon
B
Ma
C
Mes
D
Ta

Slide 15 - Quizvraag

(jouw) ..... maison
A
ton
B
tes
C
ta

Slide 16 - Quizvraag

(Haar)___ père travaille comme prof.
A
Son
B
Sa
C
S'
D
Ses

Slide 17 - Quizvraag

C'est (zijn) ___ tante.
A
son
B
sa
C
ses
D
ta

Slide 18 - Quizvraag

c'est (onze) .............. hond
A
nos
B
notre
C
vos
D
votre

Slide 19 - Quizvraag

c'est (hun)________ ami
A
leurs
B
sleur
C
leur
D
luer

Slide 20 - Quizvraag

voilà (uw)................vêtements
A
vos
B
voi
C
votre
D
wu

Slide 21 - Quizvraag

Les phrases (de zinnen)

Slide 22 - Tekstslide

Geef antwoord (hele zin):
Tu es en quelle classe?

Slide 23 - Woordweb

Geef antwoord (hele zin):
Qui est ton prof d'histoire?

Slide 24 - Woordweb

Geef antwoord (hele zin):
Il/elle est sévère?

Slide 25 - Woordweb

Jours de la semaine
(Dagen van de week)

Slide 26 - Tekstslide

Les jours de la semaine
woensdag
donderdag
vrijdag
zaterdag
dinsdag
maandag
zondag
mardi
vendredi
mercredi
lundi
samedi
jeudi
dimanche

Slide 27 - Sleepvraag

Les verbes (de werkwoorden)

Slide 28 - Tekstslide

Wat betekent 'avoir'
A
hebben
B
zijn
C
gaan

Slide 29 - Quizvraag

j'
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
avoir (hebben)
Combineer de juiste vorm van avoir met het goede persoonlijk voornaamwoord
ai
as
a
avons
avez
ont

Slide 30 - Sleepvraag

Vul de juiste vorm van avoir in:
Ils ________ (avoir)
A
ai
B
ont
C
avez
D
avons

Slide 31 - Quizvraag

Vul de juiste vorm van avoir in:
Nous ________ (avoir)
A
ai
B
as
C
a
D
avons

Slide 32 - Quizvraag

Vul de juiste vorm van avoir in:
Pauline ________ (avoir)
A
ai
B
as
C
a
D
avons

Slide 33 - Quizvraag

  Zet de vervoegingen van het werkwoord 'être' in de goede volgorde.
être
est
sommes
es
êtes
sont
suis

Slide 34 - Sleepvraag

Is het werkwoord een vervoeging van être of avoir??

Sleep de vervoeging  naar het goede werkwoord.
AVOIR
ÊTRE
je suis
tu as
nous sommes
j'ai 
elle a
vous avez
elles
 sont
tu es 
il est
ils ont

Slide 35 - Sleepvraag

Werkwoorden op -er. Sleep de vervoegingen van het werkwoord 'parler' naar de juiste persoon.
je
tu
il / elle / on
nous
vous
ils / elles
parle
parlez
parlons
parlent
parle
parles

Slide 36 - Sleepvraag

Werkwoorden op -er. Sleep de vervoegingen van het werkwoord naar de juiste persoon.
je
tu
il / elle / on
nous
vous
ils / elles
parle
habitez
regardons
détestent
joue
danses

Slide 37 - Sleepvraag

Noem zoveel mogelijk dagen van de week in het Frans...

Slide 38 - Open vraag

Je comprends?
😒🙁😐🙂😃

Slide 39 - Poll

Maintenant:
Werken aan de diagnostische toets van Chapitre 3
Oefenen opdr. 24A laptop (Leestekst)

Instructietafel 

Fini?
  • Leren woordjes WRTS
  • www.verbuga.eu --> werkwoorden -er, avoir, être
  • s.o. maken voor elkaar

Slide 40 - Tekstslide