C0039 les 1 t/m 3

Wat hoort bij gezondheidsbehoeften?
A
Eten
B
Drinken
C
Contacten
D
Alle 3 antwoorden zijn juist
1 / 33
volgende
Slide 1: Quizvraag
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 25 min

Onderdelen in deze les

Wat hoort bij gezondheidsbehoeften?
A
Eten
B
Drinken
C
Contacten
D
Alle 3 antwoorden zijn juist

Slide 1 - Quizvraag

Lichamelijke veranderingen bij een oudere :
  • Minder behoefte aan voedsel
  • Minder dorst
  • Vaker verstopping van de darmen (obstipatie)
  • Droge mond, slijmvliezen werken minder
  • Vitaminegebrek en osteoporose komen vaker voor 

Slide 2 - Tekstslide

Vochthuishouding bij ouderen
  • Ouderen houden minder water vast
  • Medicijnen hebben soms als bijwerking vocht te verliezen
  • Ouderen hebben een verminderd dorstgevoel
  • Door incontinentie bang om veel te drinken
  • Men heeft minimaal 1,5/2 liter vocht per dag nodig 

Slide 3 - Tekstslide

Omdat ouderen minder eten, hebben ze geen last van overgewicht.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Omdat ouderen niet groeien komen ze niet snel voedingstoffen te kort
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Wat kun je doen om de kans op
verslikken te verkleinen?

Slide 6 - Woordweb

Welk aandachtspunt om slikproblemen te voorkomen is niet juist?
A
Vloeistoffen indikken met speciaal poeder
B
De tijd nemen die de cliënt nodig heeft
C
Rechtop zitten bij het eten en drinken
D
Warme gerechten gebruiken

Slide 7 - Quizvraag

           Verdikkingsmiddelen                    bij slikproblemen

Slide 8 - Tekstslide

Keuze drinkbekers

Slide 9 - Tekstslide

Open drinkbekers, bij verminderde arm,-handkracht of motoriek
Tekst
Drinkbeker met een rietje, liggend drinken of meenemen
Door de vorm van dit "deksel" kun je de vloeistof gedoseerd tot je nemen en voorkom je morsen
De drinkbeker met slokdosering kan helpen bij verslikingsproblemen

Slide 10 - Tekstslide

Hulpmiddelen rondom de maaltijd 

Slide 11 - Tekstslide

Wat is dit?

Slide 12 - Tekstslide

Wat is zelfredzaamheid?

Zelfredzaamheid is....
A
Geen mensen om je heen willen hebben
B
Mensen nodig hebben bij dagelijkse dingen
C
Zelf achter je hulpbehoefte komen.
D
Op eigen kracht jezelf voor jezelf kunnen zorgen.

Slide 13 - Quizvraag

'Iets durven vragen' is een voorbeeld van:
A
ADL-activiteiten
B
Sociale zelfredzaamheid
C
Maatschappelijke zelfredzaamheid
D
Aangepast gedrag

Slide 14 - Quizvraag

Welke term hoort bij gezondheidsbehoeften?
A
Eten
B
Drinken
C
Contacten
D
Alle 3 de antwoorden zijn juist

Slide 15 - Quizvraag

Hoe kunnen micro-organismen het lichaam binnendringen?
A
Luchtwegen
B
Huid en slijmvliezen
C
Maag-darmkanaal
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 16 - Quizvraag

Persoonlijke verzorging is...
A
Alles om het lichaam gezond te houden.
B
Hygiëne zoals handen wassen
C
Aandacht besteden aan het uiterlijk
D
Dat je je tanden poetst en gezond eet

Slide 17 - Quizvraag

Uiterlijke verzorging heeft een....
A
Lichamelijk, psychische en sociale functie
B
Alleen een lichamelijke functie
C
Zowel een psychische als een sociale functie

Slide 18 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor smetplekken?
A
Intertrigo
B
Decubitus

Slide 19 - Quizvraag

Wat betekenen de letters 'ADL' ?
A
Algemeen Dagelijkse Levenslessen
B
Algemeen Dagelijkse Levensverrichtingen
C
Algemeen Dagelijkse Levensbehoefte
D
Algemeen Dagelijks leven

Slide 20 - Quizvraag

Persoonlijke verzorging is een onderdeel van zelfzorg.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Welke functies heeft de huid onder andere?

A
Bescherming, opslagplaats van vet, vitaminevorming
B
Vitaminevorming, omzetten van suikers in energie, temperatuurregelaar
C
Opslagplaats van vet, Opslagplaats van vitamine K, Gevoelsorgaan
D
Vitaminevorming van vitamine D, Vet afbreken, Bescherming

Slide 22 - Quizvraag

Vet is een bouwstof
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quizvraag

Alles wat je eet en of drinkt noemen we:
A
Voedingsmiddelen
B
Bouwstoffen
C
Allergenen
D
Voedingsstoffen

Slide 24 - Quizvraag

Dementie is met medicatie te genezen?
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 25 - Quizvraag

Wanneer gebruik je géén hand-alcohol?



A
Als je tussendoor effectief je handen wil reinigen.
B
Wanneer je handen zichtbaar vervuild zijn.
C
Nadat de handen gereinigd zijn met zeep.

Slide 26 - Quizvraag

Wat is GEEN aandachtspunt bij het verzorgen van de schaamstreek bij de vrouw?
A
Was van voor naar achter
B
Gebruik geen zeep
C
Gebruik zeep
D
Gebruik voor elke streek een ander deel van de washand.

Slide 27 - Quizvraag

Wat hoort waar in de Schijf van Vijf?

Slide 28 - Sleepvraag

Wat kan er gebeuren bij verslikking?
A
Je kunt bewusteloos raken
B
Je wordt wit/bleek in het gezicht
C
Je ademhaling blijft gewoon doorgaan
D
De ademhaling kan soms helemaal stoppen

Slide 29 - Quizvraag

Wat zie je bij verslikking?
A
Slachtoffer hoest
B
Slachtoffer grijpt naar de keel
C
Slachtoffer stikt
D
Slachtoffer wordt wit/bleek

Slide 30 - Quizvraag

Hoeveel buikstoten geef je het slachtoffer tijdens de Heimlich-greep?
A
2
B
3
C
5
D
6

Slide 31 - Quizvraag

Wat is een somatische aandoening?
A
Er is iets aan de hand met je lichaam
B
Er is iets aan de hand met je geest
C
Je hebt geen sociale contacten

Slide 32 - Quizvraag

Beginnende dementie hoort bij?
A
Verborgen ik,
B
Verzonken ik
C
Bedreigde ik
D
Verdwaalde ik

Slide 33 - Quizvraag