H6.1 Aardolie
H6.1 Aardolie
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3
In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 40 minOnderdelen in deze les
H6.1 Aardolie
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Je leert:
- Wat fossiele brandstoffen zijn;
- Hoe je uit aardolie belangrijke grondstoffen haalt;
- Wat kraken is.
Slide 2 - Tekstslide
Welke fossiele brandstoffen
ken je?
ken je?
Slide 3 - Woordweb
Fossiele brandstoffen
- Fossiele brandstoffen zijn resten uit dieren en planten
- Deze resten komen van dieren en planten die miljoenen jaren geleden leefden.
- Na afsterven vormde er een dikke laag dierlijk en plantaardig materiaal op de bodem
- Dit werd steeds meer afgeperst tot olie en kunnen we nu omzetten naar fossiele brandstoffen
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Aardolie
- Oliebedrijven pompen ruwe aardolie uit de bodem
- Ruwe aardolie kun je gebruiken als fossiele brandstoffen. door middel van destillatie (verschil in kookpunt)
- Je scheidt ruwe aardolie dan in verschillende aardoliefractie (Zie afbeelding rechts)
Slide 6 - Tekstslide
Aardolie
- De moleculen van ruwe aardolie bestaan vooral uit de atoomsoorten koolstof, C, en waterstof, H. Dit noemen we daarom ook koolwaterstoffen
- Met kraken maak je van grote koolwaterstoffen kleine moleculen
- Hoe lager in de destillatietoren (afbeelding rechts), hoe zwaarder en groter de moleculen zijn (dus, meer C- en H-atomen)
Slide 7 - Tekstslide
Aardolie
- De moleculen van ruwe aardolie bestaan vooral uit de atoomsoorten koolstof, C, en waterstof, H. Dit noemen we daarom ook koolwaterstoffen
- Met kraken maak je van grote koolwaterstoffen kleine moleculen
- Hoe lager in de destillatietoren (afbeelding rechts), hoe zwaarder en groter de moleculen zijn (dus, meer C- en H-atomen)
- Om dit te berekenen geldt de molecuulformule: 'n' staat voor het aantal C-atomen in een koolwaterstof
Slide 8 - Tekstslide
Aardolie
- De moleculen van ruwe aardolie bestaan vooral uit de atoomsoorten koolstof, C, en waterstof, H. Dit noemen we daarom ook koolwaterstoffen
- Met kraken maak je van grote koolwaterstoffen kleine moleculen
- Hoe lager in de destillatietoren (afbeelding rechts), hoe zwaarder en groter de moleculen zijn (dus, meer C- en H-atomen)
- Om dit te berekenen geldt de molecuulformule: 'n' staat voor het aantal C-atomen in een koolwaterstof
- Bijvoorbeeld: propaan bestaat uit 3 C-atomen. Wat is de molecuulformule?
Slide 9 - Tekstslide
Aardolie
- De moleculen van ruwe aardolie bestaan vooral uit de atoomsoorten koolstof, C, en waterstof, H. Dit noemen we daarom ook koolwaterstoffen
- Met kraken maak je van grote koolwaterstoffen kleine moleculen
- Hoe lager in de destillatietoren (afbeelding rechts), hoe zwaarder en groter de moleculen zijn (dus, meer C- en H-atomen)
- Om dit te berekenen geldt de molecuulformule: 'n' staat voor het aantal C-atomen in een koolwaterstof
- Bijvoorbeeld: propaan bestaat uit 3 C-atomen. Wat is de molecuulformule? Antwoord:
Slide 10 - Tekstslide
Aardolie
- De moleculen van ruwe aardolie bestaan vooral uit de atoomsoorten koolstof, C, en waterstof, H. Dit noemen we daarom ook koolwaterstoffen
- Met kraken maak je van grote koolwaterstoffen kleine moleculen
- Hoe lager in de destillatietoren (afbeelding rechts), hoe zwaarder en groter de moleculen zijn (dus, meer C- en H-atomen)
- Om dit te berekenen geldt de molecuulformule: 'n' staat voor het aantal C-atomen in een koolwaterstof
- Bijvoorbeeld: propaan bestaat uit 3 C-atomen. Wat is de molecuulformule? Antwoord:
Slide 11 - Tekstslide
Butaan bestaat uit 4 C-atomen. Wat is de molecuulformule van butaan?
Slide 12 - Open vraag
Hexaan bestaat uit 6 C-atomen. Wat is de molecuulformule van hexaan?
Slide 13 - Open vraag
Slide 14 - Tekstslide
Leerdoelen
Je weet nu:
- Wat fossiele brandstoffen zijn;
- Hoe je uit aardolie belangrijke grondstoffen haalt;
- Wat kraken is.
Slide 15 - Tekstslide
NU
📝 💪🏻
