H2, par 4 De stad verandert

Par 4 De stad verandert
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Par 4 De stad verandert

Slide 1 - Tekstslide

Lezen
Basis: lezen blz 30, stukje het aantal mensen verandert.
Kader: lezen blz 30, stukje het aantal mensen verandert.

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je weet wat het sterftecijfer is.
- Je weet wat het geboortecijfer is.
- Je weet wat natuurlijke bevolkingsgroei is en hoe je dit uitrekent.
- Je weet wat sociale bevolkingsgroei is en hoe je dit uitrekent.
- Je weet wat immigratie en emigratie is.
- Je weet wat een vestigingsoverschot en vertrekoverschot zijn.
- Je kunt uitleggen hoe de samenstelling van Nederlandse bevolking verandert.
- Je kunt uitleggen hoe internet en het klimaat de bebouwing van Nederlandse steden gaat veranderen.

Slide 3 - Tekstslide

Quiz
Maar eerst gaan we kijken wat jullie nog weten van de vorige lessen.. 

Slide 4 - Tekstslide

Wat zien we op het plaatje?
A
Renoveren
B
Migreren
C
De Amsterdam Arena
D
Saneren

Slide 5 - Quizvraag

Welk begrip hoort hier bij?
A
Urbanisatie
B
Drempelwaarde
C
Forensen
D
Verhuizen

Slide 6 - Quizvraag

Bij welke periode hoort het begrip urbanisatie?
A
500-1500
B
1860 - 1960
C
1960 - 1980
D
1980 - heden

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de betekenis van CBD?
A
Central Boeren District
B
Central Business District
C
Central Bedrijfs District
D
Corona Bier Dieven

Slide 8 - Quizvraag

Wat is er gebeurd met de relatieve afstand?
A
Die is groter geworden
B
Die is korter geworden

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de juiste volgorde?
A
Urbanisatie, re-urbanisatie, suburbanisatie
B
Suburbanisatie, re-urbanisatie, urbanisatie
C
Re-urbanisatie, urbanisatie, suburbanisatie
D
Urbanisatie, suburbanisatie, re-urbanisatie

Slide 10 - Quizvraag

Mindmap
Pen en schrift op tafel, we gaan een mindmap maken over deze paragraaf. 

Slide 11 - Tekstslide

Verandering
Het aantal mensen dat in een gebied woont kan veranderen door: 
geboorte
sterfte
immigratie
emigratie

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Geboorte en sterfte
Geboorte
     aantal geboorten per 1.000 inwoners = geboortecijfer
Sterfte
      aantal sterfgevallen per 1.000 inwoners = sterftecijfer

Slide 14 - Tekstslide

Natuurlijke bevolkingsgroei
Als er meer kinderen worden geboren, dan er mensen sterven is er sprake van natuurlijke bevolkingsgroei.
Dat moet je kunnen uitrekenen. 

Slide 15 - Tekstslide

Natuurlijke bevolkingsgroei
In 2020, werden er in Woldendorp 8 baby's geboren, er gingen 4 mensen dood.
Wat is de natuurlijke bevolkingsgroei in Woldendorp?

Slide 16 - Tekstslide

Migratie
Immigranten: mensen die zich ergens vestigen.
Emigranten: mensen die vertrekken uit een gebied. 
Dit zorgt er ook voor dat het aantal mensen in een gebied verandert.

Slide 17 - Tekstslide

Sociale bevolkingsgroei
Als er zich meer mensen vestigen in een gebied dan dat er vertrekken, is er sprake van sociale bevolkingsgroei. 
Vertrekoverschot.
Vestigingsoverschot

Slide 18 - Tekstslide

Sociale bevolkingsgroei
In 2020, kwamen er 15 mensen in Woldendorp wonen, er verhuisden 12 mensen naar een plaats. 
Wat is de sociale bevolkingsgroei in Woldendorp?

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Quiz
Eens kijken wie er goed heeft opgelet..

Slide 21 - Tekstslide

Als een Duitser in Nederland komt wonen, dan is dat een?
A
Emigrant
B
Immigrant

Slide 22 - Quizvraag

In 2020 overlijden er 20 mensen in Delfzijl, er worden 18 baby's geboren. Er is dan geen natuurlijke bevolkingsgroei.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Meneer Smit heeft de staatsloterij gewonnen en gaat verhuizen naar Australië. Hij is dan voor Nederland een?
A
Emigrant
B
Immigrant

Slide 24 - Quizvraag

Als het geboortecijfer hoger is dan het sterftecijfer, is er sprake van?
A
Natuurlijke bevolkingsgroei
B
Sociale bevolkingsgroei

Slide 25 - Quizvraag

Als er in 2020, 30 mensen verhuizen uit Delfzijl en er komen 10 mensen wonen, dan is er een?
A
Vertrekoverschot
B
Vestigingsoverschot

Slide 26 - Quizvraag

En nu?
Check of alle leerdoelen op je mindmap staan.
Maak de vragen van paragraaf 4 die bij deze les horen. 
Zorg ervoor dat je paragraaf 1 tm 3 eerst afmaakt! 

Slide 27 - Tekstslide

Par 4 De stad verandert d2

Slide 28 - Tekstslide

Lezen
Basis: lezen blz 31, stukje samenstelling van de bevolking verandert en de bebouwing verandert.
Kader: lezen blz 30, stukje samenstelling van de bevolking verandert en de bebouwing verandert.

Slide 29 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je weet wat het sterftecijfer is.
- Je weet wat het geboortecijfer is.
- Je weet wat natuurlijke bevolkingsgroei is en hoe je dit uitrekent.
- Je weet wat sociale bevolkingsgroei is en hoe je dit uitrekent.
- Je weet wat immigratie en emigratie is.
- Je weet wat een vestigingsoverschot en vertrekoverschot zijn.
- Je kunt uitleggen hoe de samenstelling van Nederlandse bevolking verandert.
- Je kunt uitleggen hoe internet en het klimaat de bebouwing van Nederlandse steden gaat veranderen.

Slide 30 - Tekstslide

Quiz
Maar eerst gaan we kijken wat jullie nog weten van de vorige lessen.. 

Slide 31 - Tekstslide

Als er in 2020, 10 mensen verhuizen uit Woldendorp en er komen 80 mensen wonen, dan is er een?
A
Vertrekoverschot
B
Vestigingsoverschot

Slide 32 - Quizvraag

Wat zien we op het plaatje?
A
Renoveren
B
Migreren
C
De Amsterdam Arena
D
Saneren

Slide 33 - Quizvraag

Bij welke periode hoort het begrip urbanisatie?
A
500-1500
B
1860 - 1960
C
1960 - 1980
D
1980 - heden

Slide 34 - Quizvraag

Als een Portugees in Nederland komt wonen, dan is dat een?
A
Emigrant
B
Immigrant

Slide 35 - Quizvraag

Als het geboortecijfer hoger is dan het sterftecijfer, is er sprake van?
A
Natuurlijke bevolkingsgroei
B
Sociale bevolkingsgroei

Slide 36 - Quizvraag

Mindmap
Pen en schrift op tafel, we gaan een mindmap maken over deze paragraaf. 

Slide 37 - Tekstslide

De samenstelling verandert
De samenstelling van de bevolking verandert.
  • Minder kinderen, meer ouderen.
  • Veel mensen verhuizen van dorpen naar steden.
  • Meer mensen met andere culturen in de steden.

Slide 38 - Tekstslide

Minder kinderen
Het geboortecijfer is Nederland is gedaald, er worden minder kinderen geboren.
Hoe komt dat?

Slide 39 - Tekstslide

Meer ouderen
Het aantal bejaarden in de samenleving is gestegen.
Mensen worden steeds ouder. 
Dit noemen we vergrijzing. 

Slide 40 - Tekstslide

Verschillen
Veel jongeren trekken van platteland naar de stad voor studie of werk. 
Veel bejaarden verhuizen naar het platteland. 

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Naar de stad
Veel jonge mensen gaan naar de stad. 
In steden zoals Amsterdam vestigen zich ook veel mensen uit het buitenland.


Slide 43 - Tekstslide

Bebouwing
Andere rol winkels (door kopen via internet)
       Meer opvangruimte water (door klimaatverandering)
       Veiligere wegen

Slide 44 - Tekstslide

Quiz
Eens kijken wie er goed heeft opgelet..

Slide 45 - Tekstslide

Welke groep trekt er naar het platteland?
A
Jongeren
B
Surinamers
C
Bejaarden
D
Friezen

Slide 46 - Quizvraag

In Nederland worden steeds meer kinderen geboren.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 47 - Quizvraag

Kopen via internet heeft invloed op de winkels in de winkelstraat
A
Juist
B
Onjuist

Slide 48 - Quizvraag

Toename van het aantal bejaarden in de samenleving noemen we?
A
Vergroening
B
Ontgroening
C
Vergrijzing
D
Babyboom

Slide 49 - Quizvraag

En nu?
Check of alle leerdoelen op je mindmap staan.
Maak de vragen van paragraaf 4.

Slide 50 - Tekstslide