In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Welkom klas VBC
Het is vandaag vrijdag 16 mei 2025
Slide 1 - Tekstslide
Koken met Taal: Simpele Recepten Begrijpen
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je een simpel recept lezen, de gebiedende wijs begrijpen en een B1-recept herschrijven naar A1-niveau.
Tekstsoort: recept valt in de SLO leerdoelen lezen A1: kan korte teksten lezen en begrijpen, kan korte tekst schrijven met taalsteun. (tekstsoort recept)
Slide 3 - Tekstslide
Wat weet je al over recepten?
Slide 4 - Woordweb
Wat is een Recept?
Een recept is een tekst die uitlegt hoe je eten of drinken maakt. Het bevat ingrediënten en stappen.
Hier is een eenvoudig recept voor pannenkoeken: Ingrediënten:
250 gram bloem
2 eieren
500 ml melk
1 snufje zout
2 eetlepels suiker (optioneel)
50 gram gesmolten boter of olie (plus extra voor de pan)
Instructies:
Meng de droge ingrediënten: Doe de bloem, het zout en de suiker (indien gebruikt) in een grote kom en meng goed.
Voeg de eieren toe: Maak een kuiltje in het midden van de bloem en breek de eieren erin.
Meng de eieren met een garde of een vork.
Voeg de melk toe: Giet geleidelijk de melk erbij terwijl je blijft roeren. Blijf roeren tot je een glad beslag hebt zonder klontjes.
Voeg de gesmolten boter toe: Roer de gesmolten boter of olie door het beslag.
Verhit de pan: Verhit een koekenpan op middelhoog vuur en voeg een beetje boter of olie toe.
Bak de pannenkoeken: Giet een kleine hoeveelheid beslag in de pan en draai de pan rond zodat het beslag gelijkmatig verspreid wordt. Bak de pannenkoek ongeveer 1-2 minuten aan elke kant, of tot hij goudbruin is.
Herhaal: Herhaal dit met de rest van het beslag, voeg indien nodig meer boter of olie toe aan de pan.
Serveer: Serveer de pannenkoeken warm met je favoriete toppings, zoals stroop, poedersuiker, fruit of jam.
Eet smakelijk!
Slide 7 - Tekstslide
Grammatica: Gebiedende Wijs
Gebruik de gebiedende wijs om instructies te geven:
-Roer
-Snijd,
-Bak,
-Voeg ...toe
Welke vorm van het werkwoord is het?
Wat zijn de infinitieven van het hele werkwoord?
Slide 8 - Tekstslide
Voorbeeld Recept: Pannenkoeken
Ingrediënten: 200g bloem, 2 eieren, 500ml melk.
Stappen:
Mix,
Bak,
Serveer
Slide 9 - Tekstslide
Oefening - eten, recepten, lekker!
-Sportles: welke gebiedende wijs gebruikt de docent?