16.2 Amfolyten

16.2 Amfolyten
Deze les:
- bespreken huiswerk 16.1
- theorie amfolyten
- zelfwerkzaamheid opg. 2 tm ...
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

16.2 Amfolyten
Deze les:
- bespreken huiswerk 16.1
- theorie amfolyten
- zelfwerkzaamheid opg. 2 tm ...

Slide 1 - Tekstslide

Maak een foto van je uitwerking van vraag 1b

Slide 2 - Open vraag

Maak een foto van je uitwerking van vraag 1c

Slide 3 - Open vraag

Het kan lastig zijn om te herkennen of er spiegelbeeldisomerie mogelijk is bij moleculen. Dit trucje kan uitkomst bieden: ga op zoek naar een C-atoom waar vier verschillende (groepen van) atomen aan gebonden zijn. Dit noemen we een asymmetrisch C-atoom. Geef dit C-atoom in de structuurformule aan met een sterretje *.
Als er een asymmetrisch C-atoom is, is spiegelbeeldisomerie mogelijk. Dat wil zeggen: het spiegelbeeld van het molecuul is niet identiek aan het origineel, maar is een isomeer van het origineel, het zogenaamde spiegelbeeldisomeer.
Structuurisomerie: dezelfde molecuulformule, andere structuurformule (de atomen zitten in een andere volgordeaan elkaar verbonden). Bv.: propaan-1-ol en propaan-2-ol.

Stereoisomerie, andere ruimtelijke vorm
- cis-transisomerie, bij de aanwezigheid van een starre binding (C=C of ringstructuur)
- spiegelbeeldisomerie, chiraal C-atoom; C*; 4 verschillende groepen aan een C-atoom.

Slide 4 - Tekstslide

Maak een foto van je uitwerking van vraag 1h

Slide 5 - Open vraag

Maak een foto van je uitwerking van vraag 1i

Slide 6 - Open vraag

Maak een foto van je uitwerking van vraag 1j

Slide 7 - Open vraag

Reageert het waterstofcarbonaat-ion als een zuur of als een base?
A
zuur
B
base
C
kan beide
D
het reageert niet...

Slide 8 - Quizvraag

Amfolyt: molecuul of ion dat zowel als zuur (H+-donor) als als base (H+-acceptor) kan reageren.
voorbeelden:
  • aminozuren (hebben een aminogroep en een zuurgroep)
  • H2O
  • HCO3-
  • HSO4-
  • H2PO4-
  • Vergelijk de Kz en de Kb: Kz > Kb: deeltje reageert als een zuur met water                                                        Kb > Kz: deeltje reageert als een base met water

Slide 9 - Tekstslide

Als natriumwaterstofcarbonaat (NaHCO3) wordt opgelost in water dan wordt de oplossing?
A
Zuur
B
Basisch
C
Neutraal
D
NaHSO4 lost niet op in water...

Slide 10 - Quizvraag


\
Dubbelion: structuurform. bevat + en - ladingen, netto neutraal
                       elektrisch neutraal molecuul
                       aminozuur is ongeladen als pH = pI (isoelektrisch punt)

Slide 11 - Tekstslide







pH < pKz (analoog pI)
  • Relatief veel H+ aanwezig; basische aminogroep bindt H+.
  • zwak zuur houdt zijn H+ vast in een zure omgeving






pH > pKz (analoog pI)  
  • Relatief veel OH- aanwezig;
    de carboxylgroep staat H+ af. (De OH- steelt de H+ van de carboxylgroep)

Slide 12 - Tekstslide

4,0 g natriumwaterstofsulfiet wordt opgelost tot 750 mL. Bereken de pH van de oplossing.

Slide 13 - Open vraag