H3 - §3.1 Elektriciteit en lading

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Welkom in de les

Vandaag:

• lesdoelen §3.1
• instructie §3.1
• maken opdrachten
• afsluiten les 

 

§3.1 - Je kunt ...

• noemen welke twee soorten lading er zijn.
  
• uitleggen hoe ladingen elektrische krachten op elkaar uitoefenen.
  
• uitleggen wat elektrische stroom is.
• Je kunt uitleggen wat nodig is voor een blijvende stroom.
  
• Je kunt uitleggen hoe een spanningsbron stroom veroorzaakt.
  
• Je kunt uitleggen wat de betekenis is van het begrip spanning.

Wat gebeurt hier?

3.1 Elektriciteit en lading

Begrippen:

Lading, elektriciteit, stroom en spanning

Lang geleden....

Kleiner dan een atoom bestaat niet.

600 voor Christus

Geladen deeltjes 

In de kern:

 positief geladen protonen

 ongeladen/neutrale neutronen 

Er omheen:

  negatief geladen elektronen

Hoe wordt een voorwerp geladen?

Lading

Geladen deeltjes kunnen elkaar..

aantrekken              of                    afstoten

Krachten tussen geladen deeltjes

• Gelijke deeltjes
  stoten elkaar af. 
• Ongelijke deeltjes
  trekken elkaar aan.

Kijkopdracht

Hoe kan je dit verschijnsel verklaren?

Kijkopdracht

Hoe kan je dit verschijnsel verklaren?

Schrijf je antwoord op.

Aan het werk

Lees 

"Elektrische kracht en lading"

en 

"Stroom is bewegende lading"

Maak opdracht

1 en 13

Maak opdracht

9

Zs

Wat is elektriciteit?

Bewegende elektronen noemen we elektrische stroom.

Stroom kan alleen ontstaan in een gesloten stroomkring.

Elektrische stroom

Bij een “groot” ladingsverschil bewegen de elektronen van een negatief geladen plaats naar een positief geladen plaats. 

Stroom

elektronen de bewegen door een metaal zijn geleidingselektronen.

Stroomsterkte

Stroomsterkte (I) in ampère(A) geeft aan hoeveel ladingen er per seconde een bepaald punt in de stroomkring passeren.

omrekenen van ampere.
1 mA = ......... A

1. 10 A
2. 1000 A
3. 0,1 A
4. 0,001 A

omrekenen van ampere.
3 A = ......... mA

1. 30 mA
2. 300 mA
3. 3000 mA
4. 0,3mA

Waarom gaan de haren
van dit meisje omhoog
staan?

1. de haren hebben tegenovergestelde lading en stoten elkaar af
2. de haren hebben dezelfde lading en stoten elkaar af
3. De haren zijn magnetisch geworden

Elektronen hebben een negatieve lading en willen van plus naar min.

1. Waar
2. Niet waar

Stroomsterkte is

1. Hoeveel kracht elektrische stroom heeft.
2. Hoeveel lading er op één plek op één moment langs komt.

Aan het werk

Lees 

"Spanning veroorzaakt stroom" 

Antwoord de volgende vragen:

Maak opdracht 10

Zs

Spanningsbronnen

• pompen ladingen rond;
• geven energie mee aan
  de ladingen;
• zorgen voor een constante
  stroom; 

Spanning

• Spanning (U) in volt (V)
• Geeft aan hoeveel energie een lading afgeeft tussen twee punten in de stroomkring. 

Afspraak:
Stroom gaat van de pluspool van de batterij naar de minpool.

Gesloten stroomkring

Open stroomkring

Gesloten stroomkring 

Stroom loopt van plus naar min

1. Waar
2. Niet waar

Aan de slag!

Lezen §3.1 uit je boek

Maak de opgaven;

- zie Opdrachtenplanner Classroom

kies eventueel uit:

- route blauw

- route paars

Zs

Aan de slag!

Lezen §3.1 uit je boek

Maak de opgaven;

- zie Opdrachtenplanner Classroom

kies eventueel uit:

- route blauw

- route paars

Zf

Wat weet je al???

Gelijksoortige lading trek elkaar aan.

1. waar
2. niet waar

Welke van de onderstaande onderdelen is NIET noodzakelijk om stroom te laten lopen

1. stroombron
2. gesloten stroomkring
3. lamp
4. stroomdraad

De eenheid van stroomsterkte is?

1. I
2. A
3. U
4. V

Vrachtwagens met een bepaalde lading rijden rond in het gesloten circuit.

Welke uitspraak is onjuist?

1. De stroomsterkte is gelijk aan het aantal vrachtwagens dat langs rijdt
2. De spanning is het aantal vrachtwagens dat langsrijdt
3. Spanning is het verschil in lading tussen twee punten
4. De stroomsterkte is op alle punten in deze stroomkring gelijk

Welk deeltje in atoom heeft geen lading?

1. proton
2. neutron
3. elektron
4. kern

In welke situatie trekken de atomen elkaar aan?

1. Bij 2 neutraal geladen atomen
2. Bij een positief en negatief geladen atoom
3. Bij twee negatieve atomen
4. Bij twee positief geladen atomen

In welke richting is de richting van de stroom? En in welke richting gaan de elektronen?

1. van plus naar min van min naar plus
2. van min naar plus van plus naar min
3. van plus naar min van plus naar min
4. van min naar plus van min naar plus

Waarom wordt een materiaal positief geladen als je er elektronen vanaf haalt?

Het lampje brandt...

1. ... wanneer schakelaar 1 sluit.
2. ... wanneer schakelaar 2 sluit.
3. ... wanneer beide schakelaars open zijn
4. ... pas nadat schakelaar 1 en en 2 zijn gesloten.

Protonen zijn bouwsteentjes van een atoom. Waar zitten ze? En wat is de lading van een proton?

1. In de kern, negatieve lading
2. in de kern, positieve lading
3. in de wolk, negatieve lading
4. in de kern, geen lading

Elektronen hebben een:

1. Positieve lading
2. Negatieve lading
3. Neutrale lading

Als je met een negatief geladen staaf in de buurt van een waterstraal komt, wordt deze waterstraal aangetrokken.
Welke uitspraak is juist?

1. In het water zitten positieve als negatieve ladingen die worden afgestoten door de staaf
2. In het water zitten positieve en negatieve ladingen die worden aangetrokken door de staaf
3. In het water zitten positieve ladingen die worden aangetrokken door de staaf en negatieve ladingen die worden afgestoten door de staaf
4. In het water zitten positieve ladingen die worden afgestoten door de staaf en negatieve ladingen die worden aangetrokken door de staaf

omrekenen ampere
0,1 kA = .......... A

1. 100 A
2. 1000 A
3. 10 A
4. 0,0001

Omrekenen van ampere
10mA= ............A

1. 1A
2. 100A
3. 0,010A
4. 0,10A

Omrekenen van ampere
100mA= ............A

1. 1A
2. 100A
3. 0,010A
4. 0,10A

Je kunt...

• noemen welke twee soorten lading er zijn.
• uitleggen hoe ladingen elektrische krachten op elkaar uitoefenen.
• uitleggen wat elektrische stroom is.
• Je kunt uitleggen wat nodig is voor een blijvende stroom.
• Je kunt uitleggen hoe een spanningsbron stroom veroorzaakt.
• Je kunt uitleggen wat de betekenis is van het begrip spanning.

Ja, dat kan ik!

😒🙁😐🙂😃