1B - 1 november - Lezen - personages

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 1

Welkom !

Pak je je spullen erbij?  Staat je telefoon op stil in de zak?

Weetje van de Week!

Ik maak graag muziek

Ja, ik speel een instrument

Ja, ik zing graag

Ja, ik rap

Nee, maar ik luister graag naar muziek!

Nee, ik heb niets met muziek

Mijn favoriete artiest is...

Wat gaan we vandaag doen?

Wat hebben we gelezen?

Lezen 'De magische apotheek'

Fictie en Non-fictie

Opdracht: Bouw je eigen personage

Verhaaltjes - wat hebben jullie geschreven?

1A - Heb je hoofdstuk 5 gelezen?

Nee:

Lees mee met de docent.

Schrijf daarna een samenvatting.

Ja:

Lees je samenvatting terug of maak hem af.

Doe in stilte iets voor jezelf.

Lees je samenvatting terug.

Wat is er gebeurd in hoofdstuk 5?

1B

Is de magische apotheek fictie of non-fictie?

1. Fictie
2. Non-fictie

Waarom is 'De magische apotheek' fictie?

Bouw je eigen personage

Bedenk een personage

Hoe ziet het er uit?

Wat vindt het leuk?

Welke persoonlijkheid heeft het?

Ridder muis

10 jaar

Houdt van kaas

Maakt graag grapjes 

Is eigenlijk heel bang

Wil graag mensen helpen en is lief

Woont met haar vader in een boomstronk

Is erg onhandig 

Bastiaan

Is 85 jaar oud

Heeft 28 kleinkinderen

Kijkt vaak chagrijnig 

Doet graag dutjes

Was vroeger timmerman 

Is heel luid en enthousiast 

Houdt van feestjes 

Bouw een personage 

1. Teken je personage.
2. Geef je personage een naam.
3. Schrijf zoveel mogelijk informatie op over je personage.
4. Maak een net overzicht op het blad.
5. Schrijf je naam en klas op.

Vragen die je kunt stellen:

Dapper of bang?

Sterk of zwak?

Waar is het goed in?

Wat vindt het leuk?

Wat is er bijzonder aan het personage?

Waar woont het?

Met wie?

Beroep?

Opdracht van voor de vakantie

• Schrijf 5 woorden uit de woordenlijst in je schrift.
  
• Schrijf een verhaaltje met deze 5 woorden.

Stuur je verhaaltje of een foto van je verhaaltje naar:

[e-mail]

Het tasje van oud vrouwtje wordt gestolen op straat. Wat zou jouw personage doen?

Is je personage fictie of non-fictie?

Fictie

Non-fictie

Interview je personage

• Stel het personage van je buurman of buurvrouw vragen over zijn leven. 
• Geef antwoord vanuit je personage. 
• Schrijf nieuwe informatie over je personage op. 

Afsluiting van de les

1. Mail je schrijfopdracht
2. Schrijf je naam op je personage
3. Lever je boek en personage voor in op het bureau
4. Donderdag: Inleveren schrijfopdracht