4.1 Welvaart

4.1 Welvaart
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

4.1 Welvaart

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Uitleg 4.1
Quizvragen
Maken opdrachten

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Meten van welvaart
Twee manieren om welvaart te meten zijn:
1.  Het bruto binnenlands product per inwoner (bbp/inwoner) van de bevolking.
2. De verdeling van de beroepsbevolking.


Slide 5 - Tekstslide

1. BBP

Bruto binnenlands product

Hoeveel geld wordt er in totaal in een land in een jaar verdiend?


Slide 6 - Tekstslide

1. BBP

Bruto binnenlands product

Hoeveel geld wordt er in totaal in een land in een jaar verdiend?


BBP/inwoner: BBP gedeeld door het aantal inwoners
bijvoorbeeld 48.000€ per persoon per jaar


Slide 7 - Tekstslide

2. Verdeling beroepsbevolking: 

Alle mensen die werken tegen betaling + de werklozen

1. Primaire sector
Landbouw, mijnbouw, visserij
2. Secundaire sector
Industrie, bouw
3. Tertiaire sector
Diensten

Slide 8 - Tekstslide

             beroepssectoren
Alle mensen die tegen betaling werken (plus de werklozen) horen bij de beroepsbevolking. De beroepsbevolking is verdeeld in drie sectoren:
  • De primaire sector (landbouw, mijnbouw, visserij)
  • De secundaire sector (industrie, ambacht, bouw)
  • De tertiaire sector (diensten, zoals handel, verkeer en overheidsdiensten)

Slide 9 - Tekstslide

Welvaart en de verdeling van de beroepsbevolking

Slide 10 - Tekstslide

hoe-hoe zin
Hoe hoger de welvaart, hoe meer mensen in de dienstensector werken.

Hoe lager de welvaart, hoe meer mensen in de landbouw werken.

Slide 11 - Tekstslide

De wereld ingedeeld op ontwikkelingsgraad
Je kunt landen op basis van welvaart en welzijn indelen in vier groepen:

  1. lage-inkomenslanden. (Periferie)
  2. Lage-Middeninkomenslanden (semiperiferie)
  3. Hoge-Middeninkomenslanden (semiperiferie)
  4. Hoge-inkomenslanden (centrumlanden)

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Het bbp per inwoner is:
A
Bruto binnenlands product per inwoner
B
Binnenlands Belgisch product per inwoner
C
Binnenlands bruto product per inwoner
D
Bruto buitenlands product per inwoner

Slide 14 - Quizvraag

Zet de woorden juist in de zin:
Hoe (hoger/lager) het bbp, hoe (meer/minder mensen in de primaire sector werken.

Slide 15 - Open vraag

Verbind het juiste plaatje met de juiste sector
Tertaire sector
Secundaire sector
Primaire sector

Slide 16 - Sleepvraag

Verbind het juiste plaatje met juiste de juiste sector
Tertaire sector
Secundaire sector
Primaire sector

Slide 17 - Sleepvraag

semi-periferie
Centrum
Periferie

Slide 18 - Sleepvraag

Verbind de juiste sector met juiste het gebied van de centrum-periferie model
Tertaire sector
Secundaire sector
Primaire sector
Centrum
Semi-periferie
Periferie

Slide 19 - Sleepvraag

Nog een keer maar dan in de eigen woorden: De letters bbp staan voor:

Slide 20 - Open vraag

Maken paragraaf 4.1 
Opdracht 2,3, 5 en 6
Klaar? Maak opdracht 4
timer
10:00

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

                      4.2  Welzijn

Slide 23 - Tekstslide

4.1   Welvaart

Wat zijn twee manieren om de
welvaart van een land te meten?

Slide 24 - Tekstslide

BBP/inwoner wordt vaak gebruikt maar is niet ideaal

Twee redenen: 

Slide 25 - Tekstslide

  =   BBP Per Inwoner

Slide 26 - Tekstslide

BBP/inwoner wordt vaak gebruikt maar is niet ideaal

Twee redenen: 
- Het geeft een gemiddelde

Slide 27 - Tekstslide

Formele sector
- Officieel geregistreerd werk (de overheid weet er van). 

Slide 28 - Tekstslide

Informele sector
De overheid weet hier niet van (zwart werk). Het staat nergens geregistreerd 

Slide 29 - Tekstslide

BBP/inwoner wordt vaak gebruikt maar is niet ideaal

Twee redenen: 
- Het geeft een gemiddelde
- Het kijkt alleen naar de formele sector en niet naar de        informele sector (terwijl deze ook erg groot is)

Slide 30 - Tekstslide

Om de ontwikkeling van een land te bepalen is het soms beter om naar het welzijn te kijken.
welzijn: de rijkdom van een land gemeten op basis van de levensomstandigheden

Slide 31 - Tekstslide

HDI (Human Development Index)

Een cijfer van 0 tot 1 op basis
van verschillende 
ontwikkelingskenmerken

Slide 32 - Tekstslide

HDI van Qatar?

Slide 33 - Tekstslide

https://en.wikipedia.org/wiki/List_of_countries_by_Human_Development_Index

Slide 34 - Tekstslide

Voor het berekenen van de HDI kan onder andere gekeken worden naar

- Levensverwachting 

- Alfabetiseringsgraad 

- Koopkracht 

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Koopkracht: hoeveel je in een land kunt kopen met een dollar of een euro

Slide 37 - Tekstslide

De HDI van een land is 0,523. In welke sector zullen de meeste mensen werken?
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector

Slide 38 - Quizvraag

De HDI van een land is 0,901. In welke sector zullen de meeste mensen werken?
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector

Slide 39 - Quizvraag

De HDI van een land is 0,680. Waar past dit land binnen het centrum-periferie model
A
Periferie
B
Semi-periferie
C
Centrum

Slide 40 - Quizvraag

Bijna de helft van de mensen werkt in de informele sector. Waar past dit land binnen het centrum-periferie model
A
Periferie
B
Semi-periferie
C
Centrum

Slide 41 - Quizvraag

Maken opdracht 1,2,3,4, 6

Slide 42 - Tekstslide

P3. Sociale & Regionale Ongelijkheid

Slide 43 - Tekstslide

Sociale ongelijkheid: verschillen in inkomen tussen groepen mensen in een land

BBP/inwoner geeft een 
gemiddelde weer,
niet iedereen verdient
evenveel. 

Slide 44 - Tekstslide

Sloppenwijken

Slide 45 - Tekstslide

Regionale ongelijkheid
Regionale ongelijkheid: Verschillen in 
welvaart tussen het ene en het 
andere gebied.

BRP = Bruto regionaal product

Hoe zit dat in Nederland?

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide

Verschil is belangrijk!
Regionale ongelijkheid: Verschillen in welvaart tussen het ene en het andere gebied.
  


Sociale ongelijkheid: Verschillen in welvaart tussen verschillende groepen mensen in een gebied.

Slide 48 - Tekstslide

Maken opdracht 2,3, 5,6

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Tekstslide

Slide 51 - Tekstslide