24-5

Past Simple
Past simple!
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Past Simple
Past simple!

Slide 1 - Tekstslide

Today's lesson
  • What have we (you) done until now?
  • Voorbereiding unit 5 

Slide 2 - Tekstslide

present simple vs. present continuous

Slide 3 - Tekstslide

possessive 'S

Slide 4 - Tekstslide

ALL, EVERY & EACH
All -> groep (meervoud: alle)

Every -> alle leden van een groep (enkelvoud: elke)

Each -> individuen (enkelvoud: elke apart)

Slide 5 - Tekstslide

Used to
Hoe maak je deze vorm?
Used to + werkwoord

I used to be small.
She used to have braces.
We used to play football.



Slide 6 - Tekstslide

Conjunctions

Slide 7 - Tekstslide

Past Simple
PAST SIMPLE

Slide 8 - Tekstslide

Quantifiers

Slide 9 - Tekstslide

Relative pronouns 
When?
People
Things
"normal"
who
which
Possession
whose
whose
Preposition
whom
that
that

Slide 10 - Tekstslide

Comparisons

Kahoot on Comparisons
Questions?

Slide 11 - Tekstslide

Present perfect / present perfect continuous?

Slide 12 - Tekstslide

Modal verbs 
Wat
Have to, should en must
Wanneer
Om aan te geven dat iets gedaan moet worden. 
Hoe
Have to - wanneer iets gedaan moet worden
should- om advies te geven. (niet verplicht)
Must- Spreker vind zelf dat iets gedaan moet worden & iemand sterk aanraden iets te doen. 
Signaalwoorden
-
Voorbeelden
You should exercise to get more energy.
must go to bed early tonight. 
You have to drive at the right side of the road. 

Slide 13 - Tekstslide

Present perfect vs Past simple

Slide 14 - Tekstslide

SOME / ANY
EN: some, any / something, anything /
  someone, anyone

NL: enige / iets / iemand

Slide 15 - Tekstslide

Possessive pronoun
met znw
zonder znw
Mijn
my
mine
jouw
your
yours
zijn
his
his
haar
her
hers
zijn/haar
its
-
onze
our
ours
jullie
your
yours
hun
their
theirs
Possessive pronoun

Slide 16 - Tekstslide

Past continous
Gebruik je als iets in het verleden aan de gang was.  



1 persoon
was + ww + ing
I was playing Call of Duty when my mom called me. 
meerdere personen
were + ww + ing
We were having so much fun until the teacher told us to shut up. 
Ontkenningen
wasn't / weren't 

Slide 17 - Tekstslide

Future
Future

Slide 18 - Tekstslide

first conditional






Slide 19 - Tekstslide

Adjectives and Adverbs

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Link

Test unit 5 is coming up!
  • Expressions
  • Words
  • Grammar
  • Irregular verbs 

Slide 22 - Tekstslide