lymfestelsel,afweer

Het lymfestelsel en afweer
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1-4

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Het lymfestelsel en afweer

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het lymfestelsel bestaat uit:
1.  Lymfevaten
2. Lymfeknopen / klieren
3. Lymfoïde organen
 
TAAK 1  LYMFESTELSEL =
  • gefilterd vocht terugbrengen naar bloed
  • onderdeel van het circulatiestelsel


Slide 2 - Tekstslide

dat vocht, wat niet allemaal mee gaat de aderen in, moet ergens blijven --> juist, in de lymfevaten. Die komen samen in grotere buizen en stromen door lymfeknopen heen.
Lymfoide organen 
  • Lymfeknopen
  • Waldeyerring
  • Peyerplaques
  • Zwezerik
  • Milt

Slide 3 - Tekstslide

Lymfeknopen (lymfeklieren): tussenstations in de lymfevaten.
Aantal lymfeknopen dichtbij elkaar->regionale lymfeknopen

-Lymfeknopen werken als filter, lichaamsvreemde stoffen blijven hangen -> afweersysteem gaat in werking
-antistoffen worden gemaakt of bijgemaakt bv

Waldeyerring: verzamelnaam lymfatisch weefsel mondholte, neusholte naar de keelholte (keelamandelen, tongamandel, neusamandel, rond buis van Eustachius)
Vangt deeltjes op vanuit de buitenlucht

Peyerplaques: dunne darm

Zwezerik: 1e levensfasen tot ongeveer begin puberteit (belangrijk bij aanmaak lymfocyten)

Milt: tussenstation voor lymfevatenstelsel als bloedvatenstelsel
- filteren bloed, opvangen ziekteverwekkers & activeren van lymfocyten
-vervangen van verouderde en dode rode bloedcellen
-bloedreservoir
lymfoide organen - taak 2 - afweer
knopen: bewaren afweercellen

amandelen: bevatten afweercellen

milt en zwezerik: maken afweercellen 

Slide 4 - Tekstslide

de tweede taak van het lymfestelsel zit in afweer tegen ziekteverwekkers. Door het maken en bewaren van afweercellen - lymfocyten - gaat het lymfesysteem virussen en bacteriën te lijf, die je ziek kunnen maken. Ze herkent ze, ruimt ze op. 
Als lymfestelsel niet goed werkt

Slide 5 - Tekstslide

wel eens gezien? hoe heet dit? Lymfoedeem. Komt bijvoorbeeld voor bij mensen waarvan okselklieren zijn verwijderd bij borstamputatie - borstkanker. Kan ook aangeboren aandoening zijn. Het heeft dus iets met vocht te maken
Afweer

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afweer: soorten en functie
Alles wat een onbekend signaaleiwit heeft, is lichaamsvreemd: antigenen

Witte bloedcellen herkennen antigenen en maken antistoffen (ook eiwitten) om het vreemde onschadelijk te maken.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afweer: soorten en functie
Er zijn twee soorten afweer...

1 Algemene afweer (Aspecifiek)
  • Eerste afweerlinie (bacterieflora)
  • aangeboren
  • niet-specifiek (dus op elke vreemde cel van toepassing)
  • komt snel op gang
  • Ontsteking
  • Tweede afweerlinie door inzet van de hulptroepen
  1. granulocyten (fagocyterende werking)
  2. macrofagen (grote eters)
  3. killercellen (vorming zwezerik, doden aangetaste cellen en abnormale lichaamscellen)
  4. interferonen (geven alarmstoffen af voor fagocyterende witte bloedcellen

Slide 8 - Tekstslide

1. dode, verhoornde cellen op opperhuid
2. zweet en talgklieren- zure stof uitscheiden
3. speeksel, traanvocht en slijm bevatten antibacterieel enzym
4.kleverige slijm van trilhaarslijmvlies
5.maagslijmvlies- zoutzuuroplossing
6.door urine wegspoelen
7.slijm vagina is zuur
Afweer: soorten en functie
2 specifieke afweer
  • verworven (later gekregen)
  • specifiek (dus op één vreemde cel van toepassing)
  • komt traag op gang
  • Lymfocyten spelen een rol
  • B-lymfo (antistoffen aanmaak)en T lymfo (opruiming, lymfe)
  • Immunisatie

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

zelf antistoffen maken (actief)
antistoffen krijgen (passief)
op een natuurlijke manier
op een kunstmatige manier
de ontsteking doormaken en genezen
de moeder geeft (haar) antistoffen door via de moedermelk
(stukjes) antigenen via een vaccin krijgen en daarop antistoffen maken
antistoffen via gedoneerd plasma krijgen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Multipel myeloom/ Kahler
Een vorm van (bloed) kanker die ontstaat in plasmacellen, een soort witte bloedcellen die verantwoordelijk zijn voor het produceren van antilichamen.

Het kenmerkt zich door de abnormale groei van plasmacellen in het beenmerg, wat kan leiden tot botpijn, botbreuken, bloedarmoede, nierproblemen en verzwakking van het immuunsysteem. 
De behandeling omvat doorgaans chemotherapie, stamceltransplantatie en gerichte therapieën.







Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

(chronische) leukemie
Leukemie is een vorm van kanker die begint in de bloedvormende cellen van het beenmerg en zich vervolgens verspreidt naar het bloed en andere delen van het lichaam. 
Er zijn verschillende soorten leukemie, waaronder acute en chronische vormen, afhankelijk van hoe snel de ziekte zich ontwikkelt en vordert.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vormen leukemie
Acute leukemie:  een snel progressieve vorm van leukemie waarbij de abnormale cellen, meestal onrijpe witte bloedcellen, snel vermenigvuldigen en de normale bloedcellen verdringen. Acute leukemie vereist vaak onmiddellijke behandeling.
Chronische leukemie: ontwikkelt zich langzamer dan acute leukemie en wordt gekenmerkt door de overproductie van volwassen maar abnormale bloedcellen. Deze abnormale cellen kunnen zich ophopen in het bloed en het beenmerg, waardoor de normale bloedvorming wordt verstoord.
Chronische lymfatische leukemie (CLL): begint in de lymfocyten, een type witte bloedcellen. Deze abnormale lymfocyten kunnen zich ophopen in het bloed, het beenmerg en de lymfeklieren, wat leidt tot verzwakking van het immuunsysteem en symptomen zoals vermoeidheid, zwakte en vergrote lymfeklieren.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

verpleegkundige aandachtspunten

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

casus klinisch redeneren

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Link

Deze slide heeft geen instructies

vragen ?
Volgende week  cardiologie


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies