AF: Het lymfestelsel

Het lymfestelsel 
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Het lymfestelsel 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Het lymfestelsel 


doel:

Ik beschrijf de functies van het lymfestelsel in het circulatiestelsel


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Het lymfestelsel bestaat uit:
1.  Lymfevaten
2. Lymfeknopen / klieren
3. Lymfoïde organen
 
TAAK 1 LYMFESTELSEL =
  • gefilterd vocht terugbrengen naar bloed
  • onderdeel van het circulatiestelsel


Slide 5 - Tekstslide

dat vocht, wat niet allemaal mee gaat de aderen in, moet ergens blijven --> juist, in de lymfevaten. Die komen samen in grotere buizen en stromen door lymfeknopen heen.
Lymfoide organen 
  • Lymfeknopen
  • Waldeyerring
  • Peyerplaques
  • Zwezerik
  • Milt

Slide 6 - Tekstslide

Lymfeknopen (lymfeklieren): tussenstations in de lymfevaten.
Aantal lymfeknopen dichtbij elkaar->regionale lymfeknopen

-Lymfeknopen werken als filter, lichaamsvreemde stoffen blijven hangen -> afweersysteem gaat in werking
-antistoffen worden gemaakt of bijgemaakt bv

Waldeyerring: verzamelnaam lymfatisch weefsel mondholte, neusholte naar de keelholte (keelamandelen, tongamandel, neusamandel, rond buis van Eustachius)
Vangt deeltjes op vanuit de buitenlucht

Peyerplaques: dunne darm

Zwezerik: 1e levensfasen tot ongeveer begin puberteit (belangrijk bij aanmaak lymfocyten)

Milt: tussenstation voor lymfevatenstelsel als bloedvatenstelsel
- filteren bloed, opvangen ziekteverwekkers & activeren van lymfocyten
-vervangen van verouderde en dode rode bloedcellen
-bloedreservoir
lymfoide organen - taak 2 - afweer
knopen: bewaren afweercellen

amandelen: bevatten afweercellen

milt en zwezerik: maken afweercellen ( T en B -cellen)

Slide 7 - Tekstslide

de tweede taak van het lymfestelsel zit in afweer tegen ziekteverwekkers. Door het maken en bewaren van afweercellen - lymfocyten - gaat het lymfesysteem virussen en bacteriën te lijf, die je ziek kunnen maken. Ze herkent ze, ruimt ze op. 
  • Lymfestelsel vervoert de lymfe
  • Lymfeknopen zuiveren lymfe
  • Borstbuis/lymfestam brengen lymfe terug naar holle ader via de ondersleutelbeenader (links en rechts)
Lymfestelsel
Als het lymfestelsel niet goed werkt

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als lymfestelsel niet goed werkt

Slide 9 - Tekstslide

wel eens gezien? hoe heet dit? Lymfoedeem. Komt bijvoorbeeld voor bij mensen waarvan okselklieren zijn verwijderd bij borstamputatie - borstkanker. Kan ook aangeboren aandoening zijn. Het heeft dus iets met vocht te maken
Wat is de functie van het lymfeklierstelsel?
A
Transportfunctie
B
Regulator van het water in de weefsels
C
Afweer
D
Alle drie de keuzes

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat bevindt zich niet in weefselvloeistof ?
A
witte bloedcellen
B
afvalstoffen
C
rode bloedcellen
D
zuurstof

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van een lymfeknoop?
A
Lymfe verzamelen
B
Lymfe zuiveren
C
Lymfe afbreken
D
Lymfe opnemen

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lymfevaten hebben kleppen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Witte bloedcellen komen voor in lymfe
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zonder lymfeklieren kan je afweersysteem niet goed functioneren.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Afweer

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afweer: soorten en functie
Er zijn twee soorten afweer...

1 Algemene afweer (Aspecifieke)
  • Eerste afweerlinie (bacterieflora)
  • aangeboren
  • niet-specifiek (dus op elke vreemde cel van toepassing)
  • komt snel op gang
  • Ontsteking
  • Tweede afweerlinie door inzet van de hulptroepen
  1. granulocyten (fagocyterende werking)
  2. macrofagen (grote eters)
  3. killercellen (vorming zwezerik, doden aangetaste cellen en abnormale lichaamscellen)
  4. interferonen (geven alarmstoffen af voor fagocyterende witte bloedcellen)

Slide 17 - Tekstslide

1. dode, verhoornde cellen op opperhuid
2. zweet en talgklieren- zure stof uitscheiden
3. speeksel, traanvocht en slijm bevatten antibacterieel enzym
4.kleverige slijm van trilhaarslijmvlies
5.maagslijmvlies- zoutzuuroplossing
6.door urine wegspoelen
7.slijm vagina is zuur
Afweer: soorten en functie
Er zijn twee soorten afweer...
2 specifieke afweer
  • verworven (later gekregen)
  • specifiek (dus op één vreemde cel van toepassing)
  • komt traag op gang
  • Lymfocyten spelen een rol
  • B-lymfo (antistoffen aanmaak)en T lymfo (opruiming, lymfe)
  • Immunisatie

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

zelf antistoffen maken (actief)
antistoffen krijgen (passief)
op een natuurlijke manier
op een kunstmatige manier
de ontsteking doormaken en genezen
de moeder geeft (haar) antistoffen door via de moedermelk
(stukjes) antigenen via een vaccin krijgen en daarop antistoffen maken
antistoffen via gedoneerd plasma krijgen

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Bloedgroepen
Bloedgroepen
  • rode bloedcellen hebben signaal-eiwitten op hun celmembraan
  • deze dienen als 'identiteitskaart' en worden antigenen genoemd
  • voor de bloedgroepen zijn twee groepen antigenen belangrijk...

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afweer: soorten en functie
Alles wat een onbekend signaaleiwit heeft, is lichaamsvreemd: antigenen

Witte bloedcellen herkennen antigenen en maken antistoffen (ook eiwitten) om het vreemde onschadelijk te maken.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7.2 bloed en samenstelling
1 Antigenen van het AB0-systeem
  • cellen die antigeen A hebben (zijn van bloedgroep A)
  • cellen die antigeen B hebben (zijn van bloedgroep B)
  • cellen die beide antigenen hebben (zijn bloedgroep AB)
  • cellen die niets hebben (bloedgroep 0 - nul)

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
* Opdracht pathologie: 5 afweer en infectie (volgende week)
* Themaopdracht 1 (einde periode)
* Verwerkingsopdrachten 5.4 en 5.5

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik vind deze les
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Deze slide heeft geen instructies