LOWAN thema 1 t/m 5 Werkwoorden, klokkijken, voorzetsels, bezittelijk voornaamwoorden

Pakken
Ik ....... mijn pen.
A
pakt
B
pakken
C
pak
D
pakte
1 / 30
volgende
Slide 1: Quizvraag
NT2Middelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Pakken
Ik ....... mijn pen.
A
pakt
B
pakken
C
pak
D
pakte

Slide 1 - Quizvraag

Wijzen
Jij ...................... naar het raam
A
wijst
B
wijs
C
wijzen
D
wijsde

Slide 2 - Quizvraag

Lezen
Wij ...................... een boek.
A
lezen
B
lees
C
leest
D
leert

Slide 3 - Quizvraag

Schrijven
Hij .......................... een woord.
A
schrijven
B
schrijft
C
schrijf
D
schrift

Slide 4 - Quizvraag

Staan
Mijn broer ............. op de stoel.
A
staan
B
sta
C
stat
D
staat

Slide 5 - Quizvraag

Zijn
Mijn zus ............. vandaag jarig.
A
is
B
zijn
C
bent
D
ben

Slide 6 - Quizvraag

Tekenen
Milena .................. een huis.
A
tekenen
B
teken
C
rekenen
D
tekent

Slide 7 - Quizvraag

Tellen
Sandra .......... tot 100.
A
tellen
B
telt
C
tel
D
tilt

Slide 8 - Quizvraag

Lopen
Jij .............. naar school.
A
loopt
B
lopen
C
gaan
D
loop

Slide 9 - Quizvraag

Drinken
De leerlingen ............ water.
A
drinken
B
drinkt
C
drink
D
dranken

Slide 10 - Quizvraag

Schillen
Jullie ......... de appels.
A
schilt
B
schille
C
schillen
D
schil

Slide 11 - Quizvraag

Hebben
Ik ......... een broer
A
heeft
B
hebt
C
hebben
D
heb

Slide 12 - Quizvraag


A
Het is half zes
B
Het is half vijf
C
Het is vijf voor half zes
D
Het is vijf voor vijf

Slide 13 - Quizvraag


A
Het is kwart over zeven
B
Het is half drie
C
Het is zeven uur
D
Het is drie uur

Slide 14 - Quizvraag


A
Het is twaalf uur
B
Het is een uur
C
Het is vijf voor een
D
Het is vijf over elf

Slide 15 - Quizvraag


A
Het is kwart voor twaalf
B
Het is twaalf uur
C
Het is negen uur
D
Het is half negen

Slide 16 - Quizvraag


A
Het is vijf over half een
B
Het is vijf over zeven
C
Het is half twaalf
D
Het is vijf over half twaalf

Slide 17 - Quizvraag


A
een rode jurk
B
een blauwe jurk
C
een gele jurk
D
een groene jurk

Slide 18 - Quizvraag


A
een rode blouse
B
een bruine blouse
C
een blauwe blouse
D
een zwarte blouse

Slide 19 - Quizvraag


A
een gele bloem
B
een rode bloem
C
een paarse bloem
D
een roze bloem

Slide 20 - Quizvraag

Waar liggen de koekjes?
A
op het bord
B
in het bord
C
naast het bord
D
achter het bord

Slide 21 - Quizvraag

Deze pijl wijst naar .......?
---->
A
links
B
boven
C
beneden
D
rechts

Slide 22 - Quizvraag

Waar staat het glas melk?
A
achter het bord met boterhammen
B
op de boterhammen
C
onder de boterhammen
D
voor het bord met boterhammen

Slide 23 - Quizvraag

Ik heb een blauwe fiets, het is ....... fiets.
A
zijn
B
jouw
C
mijn
D
jullie

Slide 24 - Quizvraag

Sandra heeft een zus. Het is .......... zus.
A
zijn
B
haar
C
hem
D
onze

Slide 25 - Quizvraag

Jullie hebben vrienden,
het zijn ........ vrienden
A
mijn
B
onze
C
hun
D
jullie

Slide 26 - Quizvraag

Zij koopt een broek,
het is ....... broek
A
haar
B
mijn
C
zijn
D
jullie

Slide 27 - Quizvraag

Zevenhonderdvierentwintig
A
701
B
724
C
742
D
274

Slide 28 - Quizvraag

Veertien + dertien =
A
27
B
70
C
53
D
44

Slide 29 - Quizvraag

1000
A
honderd
B
duizend
C
tien
D
tienduizend

Slide 30 - Quizvraag