Paragraaf 3: Verwijzen naar bezit

Verwijzen naar bezit
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Verwijzen naar bezit

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opstart:
Verwijzen
Ik kan verwijzen naar bezit door het gebruik van verwijswoorden
Verwijzen naar bezit
Hebben we alle theorie begrepen?
Cursus 6 paragraaf 3 
KGT blz 218-219 opdracht 1, 2, 3, 5
Hebben we alle doelen behaald?
Afmaken opdrachten
Lezen in je leesboek

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen

Ik kan verwijzen naar bezit door het gebruik van verwijswoorden

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Instructie

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Even checken of jullie het begrepen hebben....

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

hebben 
een ticket
voor
verdiend.
gaan
dus
naar
de Olympische spelen.
te stellen
hopen
hoge eisen
aan het team.
Sleep alle verwijswoorden naar een vak onder de zin.
timer
1:00
verwijswoord
verwijswoord
verwijswoord
Zij
Daar
ze
De Nederlandse voetballers
Rio de Janerio

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke verwijswoorden horen in deze zin? 
Sleep de verwijswoorden naar de goede plaats.
Er kunnen meerdere verwijswoorden goed zijn als antwoord. 
Vera doet het trucje voor.    ________  zegt:

‘Zo moet je ________ doen.’
deze
die
dit
dat
hij
zij
het

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00
Signaalwoord
Verwijswoord
omdat 
dus
hoewel
en
hij 
zij
die
dat

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke verwijswoorden horen in deze zin? 
Sleep de verwijswoorden naar de goede plaats.
Het drumstel is van Davids vader, 

maar ________ gebruikt ________ niet meer.
deze
die
dit
dat
hij
zij
het
ze

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke verwijswoorden horen in deze zin? 
Sleep de verwijswoorden naar de goede plaats.
Er kunnen meerdere verwijswoorden goed zijn als antwoord. 
Vorige maand bezocht mijn familie uit Australië ons en
 ...            was echt een verassing.
deze
die
dit
dat
hij
zij
het

Slide 12 - Sleepvraag

Herhaling paragraaf 3.
Verwijswoord
omdat 
dus
hoewel
en
hij 
zij
die
dat

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vragen?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het werk

Cursus 6 paragraaf 3
BK blz. 214-215 opdr. 1, 2, 3, 6
KGT blz. 218-219 opdracht 1, 2, 3, 5
TL/H opdr. 1 t/m 4
timer
20:00

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk

Lezen in je leesboek!

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies