Grammar Can/Can't - Days/Months

Welcome to the English Class...
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welcome to the English Class...

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

What to expect of Period 2
  WEEK 4: SO Unit 1 page 140 -141 - 142
  WEEK 5: Test Unit 2 CB p. 137 - 138 - 139 - 141 -142
                                                      Slotweek: SO Unit 3 


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let's Begin... 
  • Continue with project Wimpy Kid or 
                             Read the book
  • Work in your Workbook on exercises: 
     19 - 20 - 24 - 25- 29 - 32 - 33 - 42 - 43 - 49 - 50 - 52.   

    P.54 - 61- 62- 65 - 66 - 69- 70- 78
timer
8:00

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Learning goals 
  •  You can formulate sentences using can/ can't.
  • You can write dates correctly 
  • You can describe the difference between cardinal and ordinal numbers.



Slide 4 - Tekstslide

Leerlingen schrijven de vertaling op p. 58 in hun WB in lege ruimte.
Loop rond om te checken of leerlingen regel van 'can + hele ww' goed toepassen.
Valkuil woordvolgorde: You can a chat message write. Letterlijke vertaling vanuit Nederlandse zin.
SPELLING: TREE OR THREE?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Can = kunnen, kan, kunt
? zin: Can I ask questions? 
+ zin: Yes, I can ask questions  
- zin: No, I can't ask questions. 

Regel:  'Can + hele werkwoord'
'Can' verandert nooit van vorm.  

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vul in can / can't
She ............(do) her homework. She doesn't understand grammar.
A
can do
B
can't do
C
can does
D
can't does

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

can /can't
I ... swim, I am afraid of water!
A
can
B
can't

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

can / can't
My sister ... swim really well, she's the best swimmer ever!
A
can
B
can't

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

SPELLING: TREE OR THREE?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over rangtelwoorden?
Hoe zeg je eerste, tweede en derde in het Engels?
A
first, twoth, thirth
B
first, second, thirth
C
frist, second, threeth
D
first, second, third

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ordinals - numerals
Ordinals zijn rangtelwoorden. Hiermee geef je iets of iemand zijn plek of rang aan.
Eerste, tweede, derde, zesde, tiende.

Numerals zijn gewoon nummers. Deze gebruik je om te rekenen, te tellen of hoeveelheden aan te geven.
Eén, zes, drie, acht, drieëntwintig 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Today is the _____ of November. (zesde)

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Tomorrow is the ____________ of November. (zevende)

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

My birthday is on the _________ of May. (eerste)

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Next week, it is the _______ of November. (dertiende)

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

It is on the ________ floor. (negentiende)

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

That happened in the _______ century. (vijftiende)

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe maak je de rangtelwoorden vanaf 20?


21e = twenty-first
32e = thirty-second
43e = forty-third
54e= fifty- fourth 
etc.!

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

spelling van de tigste-tallen: twintigste, dertigste, veertigste etc. 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

22e

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

56e

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

78e

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

90e

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

49e

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Cardinals - 
Maak het rijtje af...

monday, tuesday, wednesday......
A
thursday, Friday, sunday, saturday
B
tuesday, Friday, saturday, sunday
C
Friday, saturday, sunday
D
thursday, Friday, saturday, sunday

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Text
Text
Match the days and months in Dutch to the ones in English
Donderdag
Maandag
Vrijdag
Februari
Mei
Friday
May
Thursday
February
Monday

Slide 30 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

January
February
Sunday
Saturday
Friday
Thursday
Wednesday
Tuesday
Monday
December
November
October
September
August
July
June
May
April
March
Months
Days

Slide 31 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

In the following slides, you will see dates. I want YOU to write down what date it is.

For example

ANSWER:
It is the FOURTH of August 
(you only need to write down the rangtelwoord)

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies




WHAT IS THE DATE?

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies




WHAT IS THE DATE?

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies




What is the date?

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies




What is the date?

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

REVISION/ EXIT CARDS
 formulate sentences using can/ can't.
 write date correctly ..
 describe the difference between cardinal and ordinal numbers.
REVISE Work in your Workbook on exercises: 
 19 - 20 - 24 - 25- 29 - 32 - 33 - 42 - 43 - 49 - 50 - 52.   
P.54 - 61- 62- 65 - 66 - 69- 70- 78

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies