§2.3 - Spieren

Welkom
- Spullen op tafel, inloggen, startklaar.
- Huiswerk in de agenda zetten.
- Les §2.3 - Spieren
- Vooruitblik.
Leerdoelen
- Je kunt de bouw en de werking van je spieren beschrijven.
- Je kunt beschrijven hoe je spieren samenwerken.
- Je kunt uitleggen wat willekeurige en onwillekeurige spieren zijn.
- Je kunt uitleggen hoe de hartspier werkt.
- Je kunt uitleggen hoe kring- en lengtespieren samenwerken.


Weektaak

§2.3 maken
§2.4 lezen
Herhalen (leren) §2.1 en §2.2
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom
- Spullen op tafel, inloggen, startklaar.
- Huiswerk in de agenda zetten.
- Les §2.3 - Spieren
- Vooruitblik.
Leerdoelen
- Je kunt de bouw en de werking van je spieren beschrijven.
- Je kunt beschrijven hoe je spieren samenwerken.
- Je kunt uitleggen wat willekeurige en onwillekeurige spieren zijn.
- Je kunt uitleggen hoe de hartspier werkt.
- Je kunt uitleggen hoe kring- en lengtespieren samenwerken.


Weektaak

§2.3 maken
§2.4 lezen
Herhalen (leren) §2.1 en §2.2

Slide 1 - Tekstslide

Waar zitten al je spieren?
  • In je lichaam zitten +/- 600 spieren.
  • Alle spieren samen = spierstelsel.
  • Spieren zitten onder je huid.
  • Spieren zitten in organen (maag).
  • Je hart is een spier.
  • Slide 2 - Tekstslide

    Hoe werkt een spier?
    • Spiercellen vormen spiervezels.
    • Groepjes spiervezels vormen spierbundel.
    • Om spierbundel zit een vlies.
    • Vliezen zijn bij de uiteinden aan elkaar gegroeid = pees.
    • Pezen zitten vast aan botten.

    Slide 3 - Tekstslide

    Opbouw spier
    • Spiervezels - bestaat uit spiercellen; hieruit is een spier opgebouwd, als spiervezels samtrekken, trekt de spier samen.
    • Spierbundel - groepje spiervezels. 
    • Pezen - taaie banden waarmee de spieren aan de botten vastzitten.

    Slide 4 - Tekstslide

    Slide 5 - Tekstslide

    Buigen en strekken

    • Een spier die samentrekt, wordt korter en dikker.

    • Een spier die ontspannen is, kan langer en dunner worden.


    Slide 6 - Tekstslide


    Slide 7 - Tekstslide

    Pees zit vast aan de spaakbeen.
    Pees zit vast aan het schouderblad.

    spaakbeen-------->
    <---------bovenarm
    <------schouderblad

    Slide 8 - Tekstslide

    Antagonisten = tegengestelde spieren

    Slide 9 - Tekstslide

    Het buigen en strekken van je arm

    Slide 10 - Tekstslide

    0

    Slide 11 - Video

    Het buigen en strekken
    van je arm
    Bij een gebogen arm:
    • is de armbuigspier (biceps) samengetrokken ( korter en dikker)
    • is de armstrekspier (triceps) ontspannen en uitgerekt (lang en dun)

    Bij een gestrekte arm:
    • is de armbuigspier (biceps) ontspannen en uitgerekt.
    • is de armstrekspier (triceps) samengetrokken en verkort


    :
    Bij beweging: minstens twee spieren nodig die samenwerken;
    buigspieren en strekspieren

    Slide 12 - Tekstslide

    Lengtespieren en kringspieren
    Als kringspieren in de wand van de darm samentrekken, wordt de darm nauwer.

    Slide 13 - Tekstslide

    0

    Slide 14 - Video

    Vooruitblik
    §2.4
    Weektaak

    §2.3 maken
    §2.4 lezen
    Herhalen (leren) §2.1 en §2.2
    Aan de slag
    - Mk. §2.3
    - Lz. §2.4
    - Begrippenlijst maken/Samenvatten/Mindmap
    - Oefenen op www.biologiepagina.nl
    - Herhalen!!

    Slide 15 - Tekstslide