Les 1 - reacties en producten & reactievergelijkingen opstellen

Reacties en reactieproducten
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Reacties en reactieproducten

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
- Paragraaf 1 & 2
- Aan de hand van molecuulformules de verbrandingsproducten herkennen
- Aantoningsreacties

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de afkorting van Fluor?
A
Fl
B
Fu
C
F

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de afkorting van zwavel?
A
Z
B
S
C
Zw
D
Sw

Slide 4 - Quizvraag

Verbrandingsproducten
Bij een verbranding van aardgas zijn de belangrijkste verbrandingsproducten; koolstofdioxide en water.
Die verbrandingsproducten zijn reactieproducten.
Je verbrandt een stof en er ontstaan nieuwe stoffen; reactieproducten.

Slide 5 - Tekstslide

Overeenkomsten 
reactieproducten

Slide 6 - Tekstslide

Oxides
Een verbinding met zuurstof noem je oxide. Kijk maar naar koolstofdioxide. 
Metalen kunnen ook reageren met zuurstof. Dat noem je oxideren. Er ontstaan metaaloxiden.
-> ijzeroxide

Slide 7 - Tekstslide

Stel; je fiets staat buiten en er komt roest op het ijzerframe. Waar komt ze zuurstof voor de reactie vandaan?

Slide 8 - Open vraag

Hoffman
Water kan je ontleden met het toestel van Hoffman. De waterstof kan je aantonen met een vlam het gas 'plopt'.
De zuurstof toon je aan met een gloeiend houtje.

Slide 9 - Tekstslide

Reagentia
Met een reagens kan je een specifiek soort stof aantonen. Het reagens reageert alleen met die stof. 
Een reagens is zelf aan te maken en voor veel verschillende stoffen.

Slide 10 - Tekstslide

Water aantonen
Met kopersulfaat kan je water aantonen. Kopersulfaat is wit maar kleurt blauw zodra het in aanraking komt met water.

Slide 11 - Tekstslide

Koolstofdioxide
Met helder kalkwater kan je koolstofdioxide aantonen. Door te blazen in het rietje verandert de vloeistof in een troebele witte kleur. 

Slide 12 - Tekstslide

Reactievergelijkingen opstellen
- Systematische naamgeving gebruiken
- Reactievergelijking van een verbrandingsreactie
- Opstellen uit een omschrijving

Slide 13 - Tekstslide

Wat is de systematische naam van methaan/aardgas?
A
C2H6
B
CH4
C
CH2
D
C6H12O

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de systematische naam van koolstofdioxide?

Slide 15 - Open vraag

Uitgang van stofnamen

Slide 16 - Tekstslide

Wat is de naam van CO?
A
koolstofoxide
B
koolstofdioxide
C
dikoolstofoxide
D
koolstofmonoxide

Slide 17 - Quizvraag

Metaaloxide
Metaaloxide krijgen een naam ZONDER telwoord. 
 Je mag een telwoord toevoegen, maar het heeft geen toegevoegde waarde.

Slide 18 - Tekstslide

Triviale namen
Water is bijzonder. Die heeft namelijk een triviale naam. 
De systematische naam is H2O. Hoe zou je dat met telwoorden opschrijven?

Slide 19 - Tekstslide

Geef de systematische naam van P2CL5

Slide 20 - Open vraag

Geef de molecuulformule van distikstofmonoxide

Slide 21 - Open vraag

Verbrandingsreacties
Bij een verbrandingsreactie moet er altijd O2 voor de pijl staan. Je noteert de formule van de brandstof en daarna O2. 
De verbrandingsproducten zijn afhankelijk van de brandstof. 
Bij CS2 krijg je CO2 en SO2 als reactieproducten.

Slide 22 - Tekstslide

Maak de reactievergelijking van de verbranding van CS2

Slide 23 - Open vraag

Reactievergelijking opstellen
Bij een productie van ijzer in een hoogoven reageert ijzeroxide (Fe2O3) met koolstof. De reactieproducten zijn ijzer en koolstofmonoxide.
Stel zelf de reactie op!

Slide 24 - Tekstslide