01. 3BKT H1.1 Keuzes maken (2-9-25)

H1 Behoeften
B) Paragraaf 1: Keuzes maken
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3,5

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H1 Behoeften
B) Paragraaf 1: Keuzes maken

Slide 1 - Tekstslide

Zo komen we er
Stap 1) Leerdoelen zijn duidelijk
Stap 2) Instructie
Stap 3) Leertekst lezen
Stap 4) Vragen maken
Stap 5) Vragen nakijken / resetten / vragen stellen
Stap 6) Rekentrainer maken
Stap 7) Leren leertekst / opdrachten
Stap 8) Test jezelf digitaal maken
Stap 9) Controleren of alles duidelijk is
Stap 10) Versterk jezelf

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
  • Huiswerk controleren
  • Instructie theorie
  • Aan de slag

Slide 3 - Tekstslide

Laptop opstarten
Inloggen in SOM
  • Klassencode B: 230656
  • Klassencode KGT: 585446

Slide 4 - Tekstslide

Doel BKGT §1
  • B: Ik kan omschrijven hoe de overheid zorgt voor sociale zekerheid.
  • KT: Ik kan verschillende behoeften benoemen.
  • KT: Ik kan goederen en diensten onderscheiden.
Schrijf mee in teams

Slide 5 - Tekstslide

Rekenvaardigheden
Ik let er op dat ik:
  • Een berekening geef
  • De eenheid erbij zet: €
  • Een komma zet ipv een punt
  • 2 cijfers achter de komma zet
Rekentrainer

Slide 6 - Tekstslide

Doel
Theorie:



Rekenvaardigheden:
  • Je kan werken met de rekenregels: 
             volgorde van bewerkingen

Slide 7 - Tekstslide

Wat bedoelen ze met rekenvolgorde???
In de wiskunde is er een bepaalde volgorde in het maken van een berekening. Dit zijn de voorrangsregels in de wiskunde.

Je mag en kan dus NIET :
- je eigen volgorde bedenken
- de volgorde van de som aanhouden

Slide 8 - Tekstslide

Waarom belangrijk!!!
Rekenvolgorde is net zoiets als verkeersregels
maar dan bij het rekenen. 

Het zorgt ervoor dat iedereen op dezelfde manier een som berekent, zodat er geen foutjes ontstaan. 

Het is daarom belangrijk dat je deze regels goed onthoudt!

Slide 9 - Tekstslide

Wat is dan de volgorde?
  1. de som tussen de haakjes ()
  2. machten en wortels          en  
  3. vermenigvuldigen en delen  x en :
  4. optellen en aftrekken  + en - 

'Hoe Moeten We Van Die Onvoldoendes Afkomen'.


x2

Slide 10 - Tekstslide

Rekentrainer 
B: blz 28
GT: blz 39

timer
5:00

Slide 11 - Tekstslide



B
maken:
Rekentrainer blz 28
Hoofdstuk 1 paragraaf 1




KT
maken:
Rekentrainer blz 39
Hoofdstuk 1 paragraaf 1


Huiswerk

Slide 12 - Tekstslide

Rekentrainer 
inlogcode: 230656
B: blz 28

Slide 13 - Tekstslide

Rekentrainer 

GT: blz 39

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Behoeften
Behoeften
basisbehoeften

Slide 16 - Tekstslide

Behoeften
Behoeften
basisbehoeften
(heb je nodig om te kunnen leven)

Slide 17 - Tekstslide

Behoeften
Behoeften
basisbehoeften
overige behoeften
(heb je nodig om te kunnen leven)

Slide 18 - Tekstslide

Basisbehoeften
Overige behoeften

Slide 19 - Sleepvraag

kopen
Als je iets koopt, consumeer je. 

Slide 20 - Tekstslide

kopen
Als je iets koopt, consumeer je. 
Iemand die iets koopt, is een consument.

Slide 21 - Tekstslide

Goederen en diensten

Slide 22 - Tekstslide

Goederen en diensten
Een goed = tastbaar


Slide 23 - Tekstslide

Goederen en diensten
Een goed = tastbaar

Een dienst = niet tastbaar

Slide 24 - Tekstslide

Goederen en diensten
Een goed = tastbaar

Een dienst = niet tastbaar
Een dienst is iets dat een bedrijf of persoon doet voor een ander.

Slide 25 - Tekstslide

Een vliegreis kopen (vraag 6)
A
een goed
B
een dienst

Slide 26 - Quizvraag

Een duikmasker kopen (vraag 6)
A
een goed
B
een dienst

Slide 27 - Quizvraag

een film in de bioscoop zien (vraag 6)
A
een goed
B
een dienst

Slide 28 - Quizvraag

een broodje gezond kopen (vraag 6)
A
een goed
B
een dienst

Slide 29 - Quizvraag

Noodzakelijke en luxe behoeften
Let op: verschilt per persoon!

Slide 30 - Tekstslide

vraag 14: noodzakelijke of luxe behoefte?
noodzakelijke behoefte
Luxe behoefte

Slide 31 - Sleepvraag

Je kunt niet alles consumeren door:
  • Gebrek aan geld
  • Gebrek aan tijd



Slide 32 - Tekstslide

Je kunt niet alles consumeren door:
  • Gebrek aan geld
  • Gebrek aan tijd


Je moet dus kiezen wat je het belangrijkst vindt. Je moet prioriteiten stellen

Slide 33 - Tekstslide

Schaarse goederen
Vrije goederen
Gebruiks
Verbruiks

Slide 34 - Tekstslide

Bekijk de bron. Stel: je bent 18 uur per week bezig bent met je hobby’s. Je sport 7 uur per week, je luistert 2 uur naar muziek, je bent 4 uur bezig met games en je besteedt 5 uur aan het uitgaan met vrienden.

Vul de ontbrekende gegevens van het cirkeldiagram in.

Vraag 23

Slide 35 - Tekstslide

Gebrek aan tijd (vraag 23)
opdr

Slide 36 - Tekstslide

Bekijk de bron. Stel: je bent 18 uur per week bezig bent met je hobby’s. Je sport 7 uur per week, je luistert 2 uur naar muziek, je bent 4 uur bezig met games en je besteedt 5 uur aan het uitgaan met vrienden.

Vul de ontbrekende gegevens van het cirkeldiagram in.

Vraag 23

Slide 37 - Tekstslide

Bekijk de bron. Stel: je bent 18 uur per week bezig bent met je hobby’s. Je sport 7 uur per week, je luistert 2 uur naar muziek, je bent 4 uur bezig met games en je besteedt 5 uur aan het uitgaan met vrienden.

Vul de ontbrekende gegevens van het cirkeldiagram in.

Vraag 23

Slide 38 - Tekstslide

Bekijk de bron. Stel: je bent 18 uur per week bezig bent met je hobby’s. Je sport 7 uur per week, je luistert 2 uur naar muziek, je bent 4 uur bezig met games en je besteedt 5 uur aan het uitgaan met vrienden.

Vul de ontbrekende gegevens van het cirkeldiagram in.

Vraag 23

Slide 39 - Tekstslide

Bekijk de bron. Stel: je bent 18 uur per week bezig bent met je hobby’s. Je sport 7 uur per week, je luistert 2 uur naar muziek, je bent 4 uur bezig met games en je besteedt 5 uur aan het uitgaan met vrienden.

Vul de ontbrekende gegevens van het cirkeldiagram in.

Vraag 23
De blauwe sector betekent....
Je bent hiermee ... uur bezig.
Licht oranje = ..................
Je bent hiermee ...... uur bezig. 

Slide 40 - Tekstslide

Behoeften verschillen door:
  • budget (hoeveel heb je te besteden)
  • leeftijd
  • geslacht
  • de invloed van vrienden en klasgenoten
  • de invloed van familie
  • de invloed van reclame

Slide 41 - Tekstslide


Antwoord lesdoel(en)

Slide 42 - Open vraag



B
maken:

Hoofdstuk 1 paragraaf 1




KT
maken:

Hoofdstuk 1 paragraaf 1


Huiswerk

Slide 43 - Tekstslide

Nabespreking
Hoe is het gegaan?
Wat ging goed?
Wat vond je moeilijk?
Welke vragen heb je nog?

Slide 44 - Tekstslide