H3 BK Taalverzorging - de 'ik vorm'

De 'ik-vorm' van een werkwoord
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

De 'ik-vorm' van een werkwoord

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Je kunt de ik-vorm van een werkwoord juist spellen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Ik vorm van een werkwoord
1: HELE WERKWOORD 
2: HAAL 'EN' ERAF
denken - ik denk
gieten - ik giet

Slide 5 - Tekstslide

Eindigen op zen of ven? S en F
razen - ik raas
bonzen - ik bons
draven - ik draaf

Lekker lui, alleen de n
doen - ik doe
staan - ik sta
Pech! Medeklinker weg!
tillen - ik til
pakken - ik pak
zetten - ik zet

't klinkt lang, let op de klank
maken - ik maak
 
huren - ik huur
kopiëren - ik kopieer

Slide 6 - Tekstslide

PAS OP!
hebben, zijn
zullen, kunnen, willen 

>>>>> kan, zal, wil, heb <<<<<

Slide 7 - Tekstslide

Tegenwoordige tijd
Ik, ....jij?                            Ik vorm
Hij/zij/het                        Ik vorm + t
Wij/zij                                Hele werkwoord

Ikvorm is dus heel belangrijk. Ook straks voor de verleden tijd!

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld: werkwoord "vinden"
Ik, ........jij?               Ik vind, vind jij?
Hij/zij/jij/ het              Hij vindt, zij vindt,  jij vindt, het vindt
Wij/zij                       Wij vinden , zij vinden

Slide 9 - Tekstslide

1. kopen - ik ...

Slide 10 - Open vraag

2. zingen - ik ...

Slide 11 - Open vraag

3. betalen - ik ...

Slide 12 - Open vraag

Wat is de hij-vorm tt van branden?
(tip: Schrijf altijd eerst de ik-vorm op)

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

4. lezen - ik ...

Slide 15 - Open vraag

5. leven - ik ...

Slide 16 - Open vraag

Kun je nog een ik-vorm van een werkwoord bedenken die eindigt op een s of een f?

Slide 17 - Woordweb

Slide 18 - Tekstslide

6. zitten - ik ...

Slide 19 - Open vraag

7. pakken - ik ...

Slide 20 - Open vraag

Kun je nog een ik-vorm van een werkwoord bedenken die niet eindigt op dezelfde medeklinker?

Slide 21 - Woordweb

Slide 22 - Tekstslide

Kortom:
Schrijf altijd eerst de ik-vorm goed op, dan is de hij-vorm een makkie! 
Hijvorm: Ik-vorm+ t


Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Aan de slag!
H3 Taalverzorging
Ik vorm van werkwoorden

Mk 1 t/m 5!

Slide 25 - Tekstslide