Les 3: Wat wil ik?

Les 3: Wat wil ik?
Wat zijn mijn drijfveren en passies?

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 28 slides, met tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Les 3: Wat wil ik?
Wat zijn mijn drijfveren en passies?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het doel van deze les:
  • Dat je weet wat drijfveren en passie zijn;
  • Dat je weet wat energiegevers en energievreters zijn;
  • Dat je weet wat de cirkel van betrokkenheid en de cirkel van invloed is;
  • Dat je inzicht krijgt in jouw belangrijkste drijfveren en passie.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je nog?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we deze les doen:

  • Drijfveren en passie
  • Energiegevers en Energievreters
  • Cirkel van betrokkenheid en invloed


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drijfveren en passie
Heeft iemand je wel eens gevraagd: ‘Wat is je passie? Wat zijn je drijfveren?’ En, kon jij er antwoord op geven? Weet je wat ze bedoelden?’

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drijfveren en passie
Een passie is iets wat jij leuk vindt om te doen en waar jij energie van krijgt. Dit doe je met je hart. Dat kan van alles zijn: schilderen, muziek, sport, anderen helpen, organiseren, schrijven, iets zelf maken enzovoort.

Je drijfveren zeggen iets over je motivatie, je houding en je waarden. Waarom doe je iets? Een reden kan bijvoorbeeld geld zijn of dat je ergens goed in wilt zijn. Of dat je het belangrijk vindt om anderen te helpen.
Je passie en je drijfveren geven antwoord op de derde vraag van de persoonlijke sleutel: Wat wil ik?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Energiegevers
Je passies en je drijfveren zijn je energiegevers. Energiegevers zijn momenten:

  • Waarop je geniet van dingen waar je mee bezig bent;
  • Wanneer er voor je het weet een paar uur voorbij zijn;
  • Waarop je de tijd vergeet;
  • Waarop je bijna niet hoeft na te denken bij wat je doet;
  • Waar je naar uitkijkt;
  • Waarvan je zelf niet zo bijzonder vindt wat je laat zien, maar anderen wijzen je erop dat je het goed kan;
  • Waarbij je na afloop misschien fysiek moe bent, maar mentaal heb je meer energie dan je vooraf had.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Energievreters
Omgekeerd zijn er ook energievreters. Energievreters zijn die momenten:

  • Waarop de tijd heel langzaam gaat;
  • Waar je niet naar uitkijkt;
  • Waarop je jezelf heel erg moet concentreren om erbij te kunnen blijven of om een goed resultaat te kunnen neerzetten;
  • Waar je moe van wordt;
  • Met punten die telkens weer terugkeren, jaar na jaar … en steeds benoemd worden als datgene waar je aan zou moeten werken;
  • Waar je tegenop ziet;
  • Die je uitstelt;
  • Waar je over piekert: ze houden je bezig of je ligt er ’s nachts wakker van.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De cirkel van betrokkenheid en de cirkel van invloed

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De cirkel van betrokkenheid en de cirkel van invloed
Een nare energievreter kan je leven flink beheersen. De Cirkel van betrokkenheid van Stephen R. Covey is een goed hulpmiddel om dat aan te pakken.

De dingen waar je je druk over maakt en je dus energie kosten staan in de cirkel van betrokkenheid. Er zijn dingen waar je je wel betrokken bij voelt, maar waar je geen invloed op kunt uitoefenen. Deze dingen kun je zelf niet veranderen. Daarom moet je proberen om ze los te laten. Maak je er niet langer druk om, zodat het jou geen energie kost.
Op andere dingen waar je je betrokken bij voelt kun je wel invloed uitoefenen. Deze staan in de cirkel van invloed. Hierbij kun je dingen veranderen, zodat het je geen energie meer kost. Erger je er bijvoorbeeld aan dat je huis niet schoon is, maar kom je er niet aan toe om het schoon te maken? Huur een schoonmaakster in.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De cirkel van betrokkenheid en de cirkel van invloed
Wat is voor jou een energievreter in de cirkel van betrokkenheid én een energievreter in de cirkel van invloed?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht Energiegevers en Energievreters
  • Bekijk (indien wenselijk) nogmaals het filmpje
  • Maak in Excel een bestand met twee kolommen. De eerste kolom geef je als titel ‘Energiegevers’, de tweede kolom noem je ‘Energievreters’. Sla dit bestand op onder de naam ‘Energie’
  • Denk na over jouw dag, over jouw week en over jouw maand. Wat zijn voor jou energiegevers en wat zijn energievreters?
  • Schrijf in de kolom ‘Energiegevers’ zo veel mogelijk dingen op die jou energie geven.
Dit kunnen heel kleine dingen zijn zoals een kopje koffie ’s morgens of muziek luisteren in de bus naar school. Het kunnen ook grotere dingen zijn, zoals een avond stappen met vrienden, samen met je moeder koken, op vakantie gaan enzovoort.
timer
15:00

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht Energiegevers en Energievreters
  • Schrijf in de kolom ‘Energievreters’ dingen op die jou energie kosten. Dit kunnen grote en kleine dingen zijn.
  • Schrijf nu een week lang elke dag je energiegevers en je energievreters op. Zo ontdek je misschien energiegevers en energievreters waar je je niet bewust van was.
  • De dingen waar je energie van krijgt, die hebben waarschijnlijk met jouw passie en drijfveren te maken. Van welke drie energiegevers krijg jij de meeste energie?
  • Welke drie dingen vreten de meeste energie?
  • Vergelijk je top 3 van energiegevers met je top 3 van energievreters. Wat valt je op?
  • Bekijk je lijst met energievreters. Kies een energievreter die in je cirkel van invloed staat. Wat kun je doen om deze energievreter aan te pakken?
timer
15:00

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht Energiegevers en Energievreters
  • Bespreek met je buurman/vrouw welke energievreter je hebt gekozen en hoe je deze gaat aanpakken.
  • Bespreek met je buurman/vrouw:
Hoe was het om iedere dag bij de momenten stil te staan?
Zijn er dingen duidelijk geworden of opgevallen? Wat heb je ervaren?
Wat zijn de verschillen en overeenkomsten met de andere studenten?
Wat zijn de dingen waar je energie van krijgt? Van welke elementen wordt jij blij? Waar ligt jouw passie?

Verwerk alle bovenstaande punten in je verslag!
timer
15:00

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geluk
Wat is geluk voor jou?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geluk
Geluk is voor iedereen anders en niet gemakkelijk te omschrijven. Veel mensen denken te weten wat geluk is. Zo hoor je vaak: ‘Wat een geluk!’ als iemand een mazzeltje heeft. Of wanneer iemand lacht of vrolijk kijkt: ‘Wat is ze toch gelukkig!’

In het woordenboek wordt geluk omschreven als: gunstig toeval; gunstige omstandigheid.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geluk
Volgens een oude Chinese bron bestaat geluk uit drie dingen:

  • Iemand om van te houden;
  • Iets zinvols te doen hebben;
  • Iets om op te hopen.

Uit Nederlands onderzoek blijkt dat geluk in drie vormen aanwezig is:
  • Plezier - genot: korte duur, materialistisch;
  • Flow-gevoel: alles gaat lekker, ik heb de boel op orde;
  • Voldoening: Ik word gelukkig van wie ik ben, wat ik aan het doen ben. Ik heb verbinding met anderen en ik heb betekenis.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geluk
Echt geluk blijkt dus niet te zitten in veel geld hebben of dure dingen kunnen kopen. 
Echt geluk voel je vaak door dankbaar te zijn en kleine dingen te waarderen. Dat wil echter niet zeggen dat dit altijd makkelijk is. Iedereen heeft ruzies, tegenslagen en dingen die niet zo gaan als je zou willen. Maar je gelukkig kunnen voelen zit in jou! En het mooiste: je hebt er invloed op.

Wanneer ben jij gelukkig?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geluk
We zijn in ons leven vaak op zoek naar geluk. Daarbij denken we vaak aan de dingen die ons ongelukkig maken, in plaats van te denken aan wat ons gelukkig maakt. En focussen we op de dingen die er (nog) niet zijn. Maar als je altijd op zoek bent naar iets beters, vergeet je misschien wat je hebt.

Je kunt op dit moment (nu) nooit gelukkig zijn door alleen maar bezig te zijn met iets wat je in de toekomst gelukkiger zou maken. Echt geluk begint bij het accepteren en waarderen wat er nu is. Richt je op dingen die je tevredenstellen en waar je een goed gevoel bij krijgt.
En ben je ontevreden over bepaalde dingen kijk dan of je daar verandering in kunt aanbrengen.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geluk
Alles draait vaak om je eigen mindset. Dit betekent: hoe denk je over jezelf en wat jij kunt? 
Denk jij vaak negatief of juist positief? Denk jij in mogelijkheden of zie je vooral moeilijkheden?


Het zit zo: als je altijd negatief denkt dan lukken dingen meestal niet. Denk je positief en geloof je in je eigen kracht dan zul je zien dat je succesvoller en gelukkiger zult zijn!

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1 Geluk
Verwerk de volgende vragen in je verslag:
  • Je hebt een interview met een journalist. Hij vraag aan jou: ‘Wat is voor jou geluk?’ Welk antwoord geef je hem?
  • Waar word jij gelukkig van? Denk aan het afgelopen jaar. Maak op jouw eigen manier een lijst van alles wat in je opkomt waar jij je gelukkig bij voelde. Waar heb je van genoten en wat gaf je energie? Denk ook aan de kleine dingen. Schrijf achter de dingen in de lijst waarom je hier gelukkig van wordt.
  • Maak je geluksbalans op. Geef per aandachtsgebied een cijfer van 1 tot en met 10. Geef per aandachtsgebied aan waarom je dit cijfer geeft. Waar ben je tevreden en/of ontevreden over?> printen uit boom
timer
30:00

Slide 23 - Tekstslide

aandachtsgebieden printen uit boom
Opdracht 1 Geluk
Verwerk de volgende vragen in je verslag:
  • Wat als.. Geef per gebied aan hoe jouw situatie eruitziet als het een 10 is. (zelfde printje)
  • Jij hebt invloed op je geluk.
Kies de drie aandachtsgebieden uit met het laagste cijfer. Denk aan hoe jouw ideale situatie eruitziet. Dus wat als het een 10 is? Schrijf op welke kleine stap jij zelf zou kunnen zetten om de situatie te verbeteren.
Tip: Denk aan de oefening van de Cirkel van invloed. Op welke deel heb jij invloed? Je omgeving kun je niet veranderen, maar jouw gevoel over een bepaalde situatie wel!

Verwerk dit verslag in je portfolio!

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 2 Geluk
Verwerk de volgende vragen in je verslag:
  • Hoe ziet jouw ideale leven eruit?
Denk aan: je gezondheid, je relaties, je vriendschappen, je vrije tijd, je werk, je geld.
  • Wat zou je doen als geld geen rol speelde; als alles mogelijk zou zijn?
  • Wat zou je doen als je wist dat je niet kon falen?
  • Je kunt het ook anders bekijken. Hoe wil je dat je leven er NIET uitziet?

  • Je besluit dat je één ding anders gaat doen. Iets waardoor je een stap dichter bij jouw droomleven komt. Schrijf op wat je anders zou doen.


timer
15:00

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de belangrijkste inzichten welke je vandaag hebt opgedaan?

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud portfolio

Opdracht Energiegevers
Opdracht Energievreters
Opdracht 1 Geluk
Opdracht 2 Geluk

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies