5. Het strafrecht

Criminaliteit 
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmboLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Criminaliteit 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdvragen 5.1:
  • Wat zijn de uitgangspunten van het strafrecht
Begrippen:
  • Wet, 
  • ernst
  • situatie
  • overmacht/noodweer
  • achtergrond
  • persoonlijke eigenschappen, ontoerekeningsvatbaar, leeftijd, jeugdstrafrecht en adolescentie strafrecht 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Strafrecht:
Alle regels en wetten over het straffen van mensen die de wet hebben overtreden. 

Je kunt alleen worden gestraft voor iets wat volgens de wet strafbaar is. De wet bepaalt per delict de maximumstraf

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Niet tonen van een identificatiebewijs:
A
€75
B
€90
C
€100
D
€120

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Valse identiteit opgeven:
A
€100
B
€200
C
€250
D
€400

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is duurder wildplassen of wildpoepen:
Wildplassen
Wildpoepen

Slide 6 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Dronken op de openbare weg bevinden:
A
€75
B
€100
C
€150
D
€200

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

het feit dat je precies weet hoe hoog de maximumstraf is heeft te maken met:
A
Rechtsgelijkheid
B
Rechtszekerheid

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Er wordt rekening gehouden met: 
1. Ernst > Er wordt rekening gehouden met de ernst van het delict. Overtredingen worden door een andere rechter behandeld dan misdrijven.
De straffen voor een ovtreding zijn minder hoog.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. de situatie >
Noodweer: zelfverdediging.
Overmacht: als je niet anders kan.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek en voorbeeld van noodweer en maak een printscreen:

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef een eigen voorbeeld van een situatie waarin overmacht een rol speelt:

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Ontoerekeningsvatbaar:
De rechter houdt altijd rekening met de achtergrond en persoonlijke omstandigheden van de dader. Sommige mensen krijgen geen straf omdat ze op dat moment ontoerekeningsvatbaar zijn.
Je weet niet wat je doet. 

Drank & drugs: 
De rechter verklaart je wel schuldig als je alcohol of drugs gebruikt hebt.
Je weet wat de effecten kunnen zijn. 



Slide 14 - Tekstslide

https://www.rtlboulevard.nl/crime/video/5213184/jaymie-22-wordt-tijdens-lsd-trip-met-messteken-om-het-leven-gebracht

4. Leeftijd: 
  • Tot 12 niet vervolgd.
  • 12 t/m 18 jeugdstrafrecht:
(jeugddetentie/opvoedingsinrichting/onder toezichtstelling)
  • Adolecentie strafrecht: het is mogelijk om verdachte van 16 t/m 23 te berechten als jongere of als volwassene. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdvragen 5.2:
  • Wat zijn de rechten van en verdachte tijdens he strafproces?
Begrippen:
  • Verjaren
  • Vrijsspraak
  • In hoger beroep gaan 
  • Inverzekeringstelling
  • Voorlopige hechtenis
  • Huis van Bewaring

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de rechten van en verdachte?

Slide 17 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Uitzonderingen
Soms kan een jongere worden berecht als volwassene en kan een persoon tot 23 jaar worden berecht als jongere. 

Deze keus hangt af van de persoonlijke ontwikkeling van de verdachte.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§5
De verdachte
Rechten van een verdachte:
  • Voor verhoor mag je maar een max. aantal uur worden vastgehouden.
  • Na uitspraak van de rechter kan je in hoger beroep gaan.
  • Misdrijven en overtredingen kunnen verjaren.
  • Als de rechter je heeft vrijgesproken kan je voor hetzelfde vergrijp niet nog eens voor de rechter komen.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak de juiste combinaties.
1. In het strafrecht staat
2. Een rechter kijkt naar het strafbare feit
3. De politie moet een goede 
4. Als een misdrijf verjaard is, 
5. De rechter bepaalt hoe 
6. Een verdachte mag zwijgen
7. De politie mag een verdachte
A
...een schildige gestraft moet worden.
B
...kun je niet meer vervolgd worden.
C
...tijdens het verhoor.
D
...maar ook naar de omstandigheden.
E
...maar een bepaalde tijd vasthouden.
F
...reden hebben om een verdachte aan te houden.
G
...wanneer iemand strafbaar is.

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rechten van een verdachte
Het recht om te weten waarvan je verdacht wordt
Zwijgrecht
Het recht op een advocaat 
Recht op een eerlijk proces
Beperkte periode vasthouden

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rechten van een verdachte
(rechtsbescherming)
Het recht om te weten waarvan je verdacht wordt
Zwijgrecht
Het recht op een advocaat 
Recht op een eerlijk proces
Beperkte periode vasthouden

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§5 
Jeugdstrafrecht
In Nerderland maakt het strafrecht onderscheid tussen volwassen en jongere verdachten. 
  • Kinderen tot 12 jaar kunnen niet worden gestraft.
  • Jongeren tussen de 12 en 18 jaar komen voor een jeugdrechter.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§5 
Jeugdstrafrecht
Er zijn nog andere verschillen:
  • Bij jongeren mogen geen andere mensen aanwezig zijn, bij volwassenen mag dat wel.
  • Jongeren krijgen geen gevangenisstraf.
  • De jeugdrechter kan een gezinsvoogd toewijzen. (ondertoezichtstelling)

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke dingen begrijp je nog niet!?

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies