2.4 de Gouden eeuw

2.4 Gouden Eeuw in Nederland





1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

2.4 Gouden Eeuw in Nederland





Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen waarom de Republiek in de Gouden Eeuw een plek was waar kunst en cultuur kon bloeien. En kan je uitleggen wat gewetensvrijheid betekent. 

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je al over de Gouden Eeuw?

Slide 3 - Woordweb

Arm en rijk in de Gouden eeuw
  • Er ontstond een kleine bovenlaag van zeer rijke families, rijk geworden door handel. 
  • Zij investeerden hun geld in allerlei ondernemingen om meer geld te verdienen. 

Slide 4 - Tekstslide

Arm en rijk in de Gouden eeuw
  • De rijke families hadden ook  politieke macht en bestuurden de steden en gewesten.  
  • Ze lieten mooie grachtenhuizen bouwen en schilderijen schilderen.  

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Arm en rijk in de Gouden eeuw
  • Onder de groep van rijke mensen kwam een laag met een grote groep winkeliers en ervaren ambachtslieden.  
  • Zij konden schepen bouwen en repareren. 
  • Ze konden ook luxegoederen maken van grondstoffen.  
  • Ze verdienden veel geld en bezaten grote winkelpanden 

Slide 7 - Tekstslide

Arm en rijk in de Gouden eeuw
  • De 3e sociale laag bestond uit loonarbeiders en hard moesten werken voor hun baas. 
  • Laadden en losten schepen of werkten voor winkeliers.  
 
  • Onderaan kwam de sociale laag van de armen. 
  • Dit waren mensen zonder vast werk, ouderen en zieken.  
  • Zij leefden vooral van liefdadigheid van de kerk en de rijken. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Wat is de juiste volgorde?
A
Loonarbeiders - rijke families- armen - winkeliers/ambachtslieden
B
Rijke families- winkeliers/ambachtslieden-armen - loonarbeiders
C
Rijke families- winkeliers/ambachtslieden- - loonarbeiders - armen
D
Winkeliers/ambachtslieden- rijke families-loonarbeiders - armen

Slide 11 - Quizvraag

Welke eeuw kennen we ook als de Gouden Eeuw?
A
18e eeuw
B
16e eeuw
C
17e eeuw
D
20e eeuw

Slide 12 - Quizvraag

Kunst en wetenschap
  • Door de welvaart werd er veel geld uitgegeven aan schilderkunst. 
  • Vooral schilderijen van landschappen, stadgezichten of portretten om het huis te versieren.  


Slide 13 - Tekstslide

Kunst en wetenschap
  • Uit die tijd komt ook de Nachtwacht van Rembrandt van Rijn. 
  • Dit is een schuttersstuk: een portret van schutters die een stad moesten verdedigen.  

Slide 14 - Tekstslide

Kunst en wetenschap
  • Jan Steen is ook beroemd uit de Gouden Eeuw. 
  • Hij schilderde vooral het dagelijkse leven van gewone mensen.  
 

Slide 15 - Tekstslide

Noem eens twee bekende Nederlandse schilders uit de GE?

Slide 16 - Open vraag

Teken de piramide met de sociale lagen uit de Gouden Eeuw

Slide 17 - Open vraag

Aan de slag
Maken van paragraaf 2.4
Vraag 1 t/m 5

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Kunst en wetenschap
  • Ook de wetenschap kwam tot bloei in de Gouden eeuw.  
  • Er werden veel ontdekkingen gedaan, waardoor we van een wetenschappelijke revolutie kunnen spreken.  
  • Een aantal beroemde wetenschappers van die tijd kwamen uit de Republiek, namelijk:

Slide 20 - Tekstslide

Christiaan Huygens
  • Was erg goed in het slijpen van lenzen en bouwde een telescoop om de sterren te kunnen bestuderen.  
  • Ook het slingeruurwerk is door hem bedacht: belangrijk om de tijd en locatie op zee te kunnen bepalen.  

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

Anthonie van Leeuwenhoek
  • Bestudeerde de natuur en het menselijk lichaam. 
  • Hij bouwde de eerste microscoop en ontdekte zo bacteriën en rode bloedcellen.  

Slide 24 - Tekstslide

Kunst en wetenschap
  • De bloei van de handel heeft de wetenschappelijke revolutie gestimuleerd. 
  • Voor de handel was het belangrijk dat schepen hun locatie wisten om zo de beste route te vinden. 
  • De schepen namen ook dieren en planten uit verre landen mee: bestudeerd op de pas gebouwde universiteiten.  

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Verdraagzaamheid
  • Na de Opstand was het protestante (calvinistische) geloof het belangrijkst in de Republiek.  
  • Het bestuur van het land betaalde zelfs voor een vertaling van de Bijbel van het Latijn naar het Nederlands. 
  • Deze Statenbijbel was bedoeld voor de calvinistische kerk. 
  • Mensen met andere geloven (katholiek, joods) werden niet vervolgd. 
  • Men accepteerde dat niet iedereen hetzelfde geloof had.  
  • Dit noemen we verdraagzaamheid.  

Slide 27 - Tekstslide

Spinoza
  • Nederlandse filosoof
  • God kan geen wonderen verrichten. 
  • Hij twijfelde ook aan verhalen uit de Bijbel.  
  • Hij kwam op voor de vrijheid van meningsuiting.  
  • Hij ging te ver in zijn kritiek op de inhoud van de Bijbel.

Slide 28 - Tekstslide

Bijbelkritiek
  •  Synode van dordrecht(1617-1619). 
  • Iedereen hetzelfde geloven
  • Kerkleer opnieuw vastleggen.
  • 1673: de Statenbijbel (nieuwe vertaling) was na 20 jaar af

Slide 29 - Tekstslide

Verdraagzaamheid
  • De kunst en wetenschap had ook voordeel van deze verdraagzaamheid.  
  • Er was namelijk zo ook ruimte voor andere ideeën over de wereld en natuur. 
  • Wetenschappers gingen op zoek naar logische verklaringen. 


Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Schrijf 2 dingen op die je vandaag geleerd hebt.

Slide 32 - Open vraag

Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen waarom de Republiek in de Gouden Eeuw een plek was waar kunst en cultuur kon bloeien. En kan je uitleggen wat gewetensvrijheid betekent. 

Slide 33 - Tekstslide

Aan de slag
Maken heel paragraaf 2.4

Slide 34 - Tekstslide