Overal 3H 1.2 rekenen aan hefbomen

Rekenen aan hefbomen 1.2
Kracht en arm

De combinatie van kracht en afstand drukken we uit in het krachtmoment M


De eenheid van krachtmoment is newtonmeter (Nm)
M = F . r
M is het krachtmoment in newtonmeter (Nm)
F is de kracht in newton (N)
r is de loodrechtearm van de kracht in meter (m)

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Rekenen aan hefbomen 1.2
Kracht en arm

De combinatie van kracht en afstand drukken we uit in het krachtmoment M


De eenheid van krachtmoment is newtonmeter (Nm)
M = F . r
M is het krachtmoment in newtonmeter (Nm)
F is de kracht in newton (N)
r is de loodrechtearm van de kracht in meter (m)

Slide 1 - Tekstslide

Een hefboom heeft een punt waar de hefboom om kan draaien.
Hoe heet dat punt?

A
het middelpunt
B
het draaipunt

Slide 2 - Quizvraag

Wat is bij hefbomen de definitie van de "arm"
A
de afstand van het draaipunt tot het aangrijpingspunt van de kracht
B
de afstand van het draaipunt tot het uiteinde van de kracht
C
de loodrechte afstand van het draaipunt tot de werklijn van de kracht
D
de afstand tussen beide krachten die in evenwicht zijn

Slide 3 - Quizvraag

Veel werktuigen zijn hefbomen.

Wat speelt bij een hefboom een belangrijke rol?
A
Afstand tot het draaipunt
B
Grootte van beide krachten
C
De grootte van het draaipunt
D
Zowel de grootte van de krachten als de afstand tot het draaipunt

Slide 4 - Quizvraag

Rekenen aan hefbomen 1.2
Evenwicht.

Mtegen = Mmee of (F.r)tegen = (F.r)mee
M: momentkracht in newtonmeter Nm
F: kracht in newton
r: loodrechte arm van de kracht in meter

Slide 5 - Tekstslide

Rekenen aan hefbomen 1.2
Momentenwet:
Een hefboom is in evenwicht als de momenten elkaar opheffen.
 

In formuletaal wordt dit:
M+ = M-
M+ is het ene moment in Nm.
M- is het andere moment in Nm
Je kan ook schrijven: F₁ x r₁ = F₂ x r₂

Slide 6 - Tekstslide

Om bij een hefboom evenwicht te krijgen moet:
A
De kracht met de klok mee gelijk zijn aan de andere kracht met de klok mee.
B
Het krachtmoment met de klok mee gelijk zijn aan het krachtmoment tegen de klok in
C
De massa aan beide zijden gelijk zijn.
D
Geen van bovenstaande antwoorden.

Slide 7 - Quizvraag

De hefboom is in evenwicht.Bereken het gewicht aan de rechterzijde
A
360 N
B
120 N
C
60 N
D
40 N

Slide 8 - Quizvraag

Is deze hefboom in evenwicht?
A
Ja, de hefboom is in evenwicht
B
Nee, draait naar links
C
Nee, draait naar rechts

Slide 9 - Quizvraag

F bij hefboom a is
A
64 m
B
9,0 Nm
C
0,090 mN
D
9,0 N

Slide 10 - Quizvraag

F bij hefboom a is
A
64 m
B
9,0 Nm
C
0,090 mN
D
9,0 N

Slide 11 - Quizvraag

Je ziet een hefboom waaraan gewichtjes zijn bevestigd. Alle gewichtjes zijn gelijk.

Wat zal er met de hefboom gebeuren?
A
De hefboom is in evenwicht en zal niet draaien.
B
De hefboom zal linksom draaien.
C
De hefboom zal rechtsom draaien.
D
De hefboom draait naar links en naar rechts

Slide 12 - Quizvraag


Bereken de Fz van vader.
noteer formule, gegevens en berekening

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide