Er zijn 4 manieren om een tekst in te leiden: onderwerp introduceren, aanleiding voor het schrijven noemen, anekdote vertellen, een of meer vragen stellen.
Er zijn zeven verschillende zinsverbanden en alineaverbanden: uitspraak-opsomming, uitspraak-tegenstelling, uitspraak-voorbeeld, middel-doel, oorzaak-gevolg, uitspraak-vergelijking, uitspraak-reden.
*Aan het signaalwoord kun je het verband herkennen.