Theater in een notendop

• Drama
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

THEATER

Wat voor soorten theater ken jij?

1. TEKST-THEATER
Wat is een beroemde zin?

1. Wie heeft er zeepsop bij de pruimenpap gedaan?
2. There's something rotten in the state of Denmark!
3. To be or not to be?
4. De trouwring knelt!

Presenteer de volgende tekst:

a. Wat zit je nou naar me te kijken, pannenkoek!

b. Ik zit helemaal niet naar je te kijken! 

a. Ben je soms verliefd op mij? Of heb ik iets verkeerds gedaan?

b. Ik snap niet wat je bedoelt! Jij bent begonnen!

a. En jij gaat ermee door! Je doet het nog steeds!

b. Wat doe ik dan? Ik ga er niet weer over beginnen!

a. Jij begint nooit ergens over!

b. Hoor wie dat zegt! Ik luister......... Ben één en al oor! 

a. Wat zit je nou naar me te kijken?

2. BEWEGINGSTHEATER
Welke hoort niet in het rijtje thuis?

1. Mime
2. Dans
3. Musical
4. Rappen

Maak een beweging/ritmisch stukje op of met krukken. Maak bewegingen en gebruik hierbij verschillende ritmes.

3. Cabaret.
Welke eigenschap hoort niet bij cabaret?

1. Actualiteit
2. Zelfspot
3. Reclame
4. Karikatuur

Noem een onderwerp voor cabaret:

4. Klassiek Theater
Klassiek theater gaat over de goden en helden van de Griekse Oudheid. Welke hoort er niet bij?

1. Ajax
2. Michaël
3. Medea
4. Poseidon

Oedipus Rex

Vertel waar het helden epos Oedipus Rex over gaat.

Presenteer voor de klas in koppels.

5. Lokatie Theater
Wat betekent lokatie-Theater

1. Theater voor de lokale bevolking
2. Theater om publiek te lokken
3. Theater op een echte plek
4. Theater met een levensecht decor

Op welke plek in de school zou jij een scène willen laten spelen?

Scène in school

Beschrijf hier waar de scène over gaat ..........

en stuur toe!

Jouw lokatie-voorstelling of schoolscène:

De spelende mens

Bij theater zie je dat het belangrijk is om altijd ook een beetje te blijven spelen. Creatief bezig zijn, jezelf en anderen te verrassen en te verbazen. Dingen niet te serieus  te nemen.

Noem een beroep waarbij je altijd een beetje kan blijven spelen!

Je werkt in groepjes en krijgt een onderwerp van
een andere groep. Maak met je groepje een cabaret act.