Formuleren 1

Formuleren - les 1 
Start en uitleg nieuwe periode + dubbelopfouten
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Formuleren - les 1 
Start en uitleg nieuwe periode + dubbelopfouten

Slide 1 - Tekstslide

Nieuwe periode 
  • Formuleren 
  • Flitspresentatie over een boek  (later meer informatie) 

Slide 2 - Tekstslide

Waar denken jullie aan bij het woord / onderdeel 'formuleren'?

Slide 3 - Woordweb

Dubbelop 
  1. Onjuiste herhaling 
  2. Tautologie 
  3. Pleonasme 
  4. Contaminatie 
  5. Dubbele ontkenning  

Slide 4 - Tekstslide

Onjuiste herhaling 
= een voorzetsel dat ten onrechte twee keer in de zin staat 

Voorbeeld: Aan die opmerkingen van hem zit ik me al de hele dag aan te ergeren. 
                        Aan die opmerkingen van hem zit ik me al de hele 
                        dag te ergeren. 

Slide 5 - Tekstslide

Tautologie 
= twee synoniemen staan in dezelfde zin, één van de twee is genoeg. Het gaat om dezelfde woordsoort. 

Voorbeeld: Ik mis heel veel dingen in deze tijd, zoals bijvoorbeeld met vrienden afspreken, winkelen, uitgaan en nog veel meer. 
                      Ik mis heel veel dingen in deze tijd, zoals met ..... 

Slide 6 - Tekstslide

Tautologie
In welke zin zit een onjuiste herhaling en in welke een tautologie? 
Onjuiste herhaling 
Ik wilde komen maar er kwam echter iets tussen.
Op die politieke partij zou ik nooit van mijn leven op  stemmen. 

Slide 7 - Sleepvraag

Pleonasme 
= Het ene woord zegt iets over het andere woord, maar dat is overbodig. Vaak gaat het om verschillende woordsoorten. 

Voorbeelden: rood bloed, vieze stank.

Slide 8 - Tekstslide

Wat is het pleonasme in de volgende zin: 'Graag zou ik mijn motivatie willen toelichten in een mondeling gesprek.'

Slide 9 - Open vraag

Contaminatie 
= twee woorden of uitdrukkingen worden door elkaar gebruikt. 

Voorbeeld: uitprinten.                     printen of uitdraaien   
                        Dat kost duur.               Dat is duur. of  Dat kost veel. 
              

Slide 10 - Tekstslide

Let goed op. Je krijgt zo een filmpje te zien waarin contaminaties voorkomen. Noteer de contaminaties die je herkent. 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Welke contaminaties hoorde je?

Slide 13 - Open vraag

Dubbele ontkenning 
= In één zin wordt twee keer iets ontkend. 

Voorbeeld: Hij ontkende dat hij er niets mee te maken had. 
                         Hij ontkende dat hij er iets mee te maken had. 

Slide 14 - Tekstslide

Hoe verbeter je de volgende zin?
"Met deze grote paraplu voorkom je dat je niet nat wordt."

Slide 15 - Open vraag

Dat was het voor vandaag. Er staan oefeningen in het mapje 'formuleren' in teams (bestanden). Die moeten voor het volgende instructie-uur af zijn. 

Slide 16 - Tekstslide

Ga naar de bestanden van Teams
Maak opdracht 1 
Over 10 minuten gaan we dat bespreken

Slide 17 - Tekstslide