Basisstof 1 Verbranding in je lichaam

Thema 1

2. Basisstof Ingeademde en uitgeademde lucht

Practicum Kalkwater

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Thema 1

2. Basisstof Ingeademde en uitgeademde lucht

Practicum Kalkwater

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat is verbranding?
Het doel van verbranding is energie.

Voor verbranding heb je een brandstof nodig maar ook zuurstof.  Als 1 van de 2 op is kan er geen verbranding meer plaatsvinden. Deze staan links van de pijl.

Bij verbranding komen ook stoffen vrij dit zijn de verbrandingsproducten. De verbrandingsproducten bestaan uit water en koolstofdioxide. Deze staan rechts van de pijl.

Energie kan vrij komen  in 3 vormen: beweging, warmte en licht. Deze staat ook rechts van de pijl.




Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

verbrandingsformule.



brandstof+zuurstof->koolstofdioxide+water+energie.



Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

indicator
een indicator is een stof die een andere stof kan aantonen.


om koolstofdioxide aan te tonen gebruiken we de indicator kalkwater.


kalkwater zonder koolstofdioxide->helder
kalkwater met koolstofdioxde->troebel.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

samenstelling lucht
je ademt meer stikstof in dan zuurstof.
de zuurstof wordt in ons lichaam gebruikt en je ademt hiervoor koolstofdioxide uit.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

verbranding in de mens.
glucose+zuurstof->koolstofdioxide+water+energie(warmte+beweging)
brandstof+zuurstof->verbrandingsproducten +energie

verbranding in de mens vindt plaats in elke cel in ons lichaam. Overal is verbranding nodig. Bij de mens komt er energie vrij in beweging en warmte. 

beweging: de organen moeten werken dit doen ze doormiddel van beweging.  ook zelf beweeg je bijvoorbeeld bij hoge inspanning->organen moeten harder werken->meer energie nodig->meer verbranding

warmte: wij zijn warmbloedige dieren, dit betekent dat we een constante tempratuur hebben van 37 graden. om dit in stand te houden gebruikt het lichaam de warmte die bij verbranding vrijkomt. Is het heel koud buiten heeft het lichaam meer energie nodig dus meer verbranding.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Practicum Kalkwater

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Thema 1 

Doel


Aan het einde van de les kunnen jullie uitleggen waar verbranding in het lichaam plaats vindt en wat daarvoor nodig is.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbranding 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbranding in je lichaam
Vindt plaats in de cellen en gaat dag en nacht door

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbranding in je lichaam
Wat gebruikt ons lichaam als brandstof......? 
GLUCOSE
Dit krijgen wij binnen via ons voedsel

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbranding in je lichaam
De cellen verbranden glucose en gebruiken daarbij zuurstof

De verbrandingsproducten die ontstaan zijn:
Koolstofdioxide en water

Energie --> warmte, beweging

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Energiebehoefte 
Bij inspanning is veel energie nodig
De cellen gaan meer verbranden om genoeg energie te produceren


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke verbrandingsproducten ontstaan bij de verbranding van kaarsvet?
A
water koolstofdioxide
B
licht en warmte
C
zuurstof water
D
koolstofdioxide licht

Slide 15 - Quizvraag

Uitleg:
Energie komt vrij in de vorm van licht en warmte
1: Helder kalkwater = water met opgelost kalk

2: Koolstofdioxide reageert met helder kalkwater:  
het water wordt troebel

A
beide waar
B
beide nietwaar
C
1: waar 2: nietwaar
D
1: nietwaar 2: waar

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Twee stellingen:
1. Bij een auto kan de verbranding stoppen
bijvoorbeeld als de motor uit is.
2.In je lichaam stopt de verbranding als je slaapt.
A
Alleen stelling 1 is waar
B
Alleen stelling 2 is waar
C
Stelling 1 en 2 zijn waar
D
Stelling 1 en 2 zijn niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat hebben we nodig voor verbranding?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Verbranding in een lichaamscel: 
In welke afbeelding zie je verbrandingsproducten?
Verbrandingsproduct
Verbrandingsproduct

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

+
-->
+
+
Geef het reactieschema van de verbranding in elke cel van je lichaam, door de componenten naar het juist vak te slepen.
.................
.......................


energie
glucose
zuurstof
koolstof
dioxide
water

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Er is meer zuurstof nodig
Er komt meer energie vrij in de vorm van warmte
Er moet meer glucose en zuurstof naar de cellen
Je spant je lichaam in
In de cellen vindt meer verbranding plaats
Je ademhalingssnelheid wordt groter
Je krijgt het warm
Het hart gaat sneller kloppen

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies