3.4 Ruiken en proeven

3.4 Ruiken en proeven
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

3.4 Ruiken en proeven

Slide 1 - Tekstslide

Agenda
  • Herhaling 3.3
  • Lezen 3.4
  • Leerdoelen
  • Theorie 3.4
  • Opdrachten 
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Waarom is het belangrijk om te kunnen ruiken en/of proeven?
- ook door te ruiken geef je je eten smaak!
- vuur
- gassen
- goed voedsel selecteren
- (het vinden van een gezonde 'partner')


Slide 3 - Tekstslide

Ruiken
  • Ruiken doe je met je
reukzintuig
  • Je reukzintuig zit bovenin je neus
  • Reukzintuig is een deel van
het neusslijmvlies
  • Neusslijmvlies houdt de
neusholte vochtig

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Proeven
  • Verspreid op je tong liggen
een groot aantal kleine
smaakzintuigen
  • Smaakzintuigen worden ook
smaakpapillen genoemd
  • Als je iets eet of drinkt
komen er smaakstoffen op je
tong, deze prikkelen het 
smaakzintuigen en die
sturen een impuls naar je
hersenen

Slide 7 - Tekstslide

Proeven
Vijf soorten smaakzintuigen:

  1. Zoet
  2. Zout
  3. Zuur
  4. Bitter
  5. Umami (hartig)

Slide 8 - Tekstslide

Proeven
• Je proeft meer dan de vijf verschillende smaken
• Dat komt doordat je ook ruikt via de keelholte
• Bij het proeven werken je reuk (neus) en smaak (tong) samen
• Je hersenen hebben de informatie gecombineerd: je proeft wat je
eet

Slide 9 - Tekstslide

Beoordelen van voedsel
• Uiterlijk
• Geluid
Temperatuur
• Structuur

• Je hersenen worden alle
informatie van je zintuigen
gecombineerd om te bepalen
of je iets lekker vindt

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Aan de slag
Maken de opdrachten van H3.4

Slide 12 - Tekstslide

Noem 2 dingen die je in deze les geleerd hebt

Slide 13 - Open vraag