Herhaling KA KORT

STAPPEN
1) Hoeveel tijdvakken moet je leren voor je CE?

2) Geef aan van elk tijdvak welke eeuw het betreft!

3) Hoeveel KA's horen bij elk Tijdvak? 
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

STAPPEN
1) Hoeveel tijdvakken moet je leren voor je CE?

2) Geef aan van elk tijdvak welke eeuw het betreft!

3) Hoeveel KA's horen bij elk Tijdvak? 

Slide 1 - Tekstslide

.

Welk kenmerkend aspect hoort bij tijdvak 7?
A
de Reformatie en de splitsing van de christelijke kerk
B
het begin van staatsvorming en centralisatie
C
het streven van vorsten naar absolute macht
D
geen van de genoemde kenmerkende aspecten is juist.

Slide 2 - Quizvraag

Bij welk kenmerkend aspect past deze bron?
A
Het veranderende mens- en wereldbeeld van de Renaissance
B
Het begin van de Europese overzeese expansie
C
De protestantse reformatie die de splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had
D
Het conflict in de Nederlanden, dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat

Slide 3 - Quizvraag

Bij welk kenmerkend aspect past deze bron?
A
Het veranderende mens- en wereldbeeld van de Renaissance
B
Het begin van de Europese overzeese expansie
C
De protestantse reformatie die de splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had
D
Het conflict in de Nederlanden, dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat

Slide 4 - Quizvraag

Welk kenmerkend aspect past bij de bron?
A
Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat
B
De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek
C
Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie

Slide 5 - Quizvraag

Bij welk kenmerkend aspect past de
afbeelding?
A
het begin van de Europese overzeese expansie
B
de bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek
C
wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie
D
de expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van de kruistochten

Slide 6 - Quizvraag

Welke kenmerkend aspect hoort niet bij Tijdvak 10?
A
Koude Oorlog
B
Dekolonisatie
C
Verlichting
D
Europese éénwording

Slide 7 - Quizvraag

Bij welk kenmerkend aspect past deze bron?
A
Het veranderende mens- en wereldbeeld van de Renaissance
B
Het begin van de Europese overzeese expansie
C
De protestantse reformatie die de splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had
D
Het conflict in de Nederlanden, dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat

Slide 8 - Quizvraag

TIJDLIJN VRAAG OEFENEN

Slide 9 - Tekstslide

Deze zes schilders met hun kunstwerken staan in willekeurige volgorde:
1 In De dood van Marat werd deze revolutionair door Jacques-Louis
David vereeuwigd als een martelaar die stierf voor de idealen van de
Franse Revolutie.
2 Met Het straatje schilderde Johannes Vermeer een weergave van de
eigen leefwereld van de burgers van de Republiek.
3 Met zijn schilderij De Vrijheid leidt het volk interpreteerde François
Delacroix de volksopstand van de Franse burgerij op een
nationalistische manier.
4 Pablo Picasso schilderde Guernica als protest tegen het fascisme
naar aanleiding van het bombardement op deze Spaanse stad.
5 Piet Mondriaan schilderde Victory Boogie Woogie tijdens zijn verblijf in
New York, waar hij naartoe was gegaan om de Duitse bezetting van
Nederland te ontlopen.
6 Sandro Botticelli sloot aan bij de herleving van de belangstelling voor
de klassieke oudheid in zijn tijd, door zijn schilderij De Geboorte van
Venus, een thema uit de Griekse mythologie.
2p 12 Zet deze zes kunstwerken in de juiste chronologische volgorde, van
vroeger naar later. Noteer alleen de nummers. 

Slide 10 - Tekstslide