v3 Hoofdstuk 5.1 kosten
1 / 21
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Hoeveel is het btw bedrag van de Apple bij een verkoopprijs van €929
A
7,68
B
767,77
C
161,23
D
195,09
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Wat is het btw bedrag, als de btw 9% bedraagt? De cola kost 2,22
A
0,47
B
0,38
C
0,20
D
0,18
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Geef aan of het gaat om vaste of een variabele kosten.
Vaste kosten
Variabele kosten
Verzendkosten
Reclame
Huur
Verzekering
Ingredienten
Slide 12 - Sleepvraag
Zijn onderstaande kosten variabele kosten of vaste kosten?
huur gebouw
huur gebouw
A
variabele kosten
B
vaste kosten
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
vaste kosten € 1.000,-
variabele kosten € 2,-
verkoopprijs € 7,-
variabele kosten € 2,-
verkoopprijs € 7,-
A
De break-even afzet 143
B
De break-even afzet is 200
C
De break-even afzet is
1.400
D
De break-even omzet is
€ 200,-
Slide 16 - Quizvraag
vaste kosten € 13.500,-
variabele kosten € 14,-
verkoopprijs € 27,50
variabele kosten € 14,-
verkoopprijs € 27,50
A
De break-even afzet 100
B
De break-even afzet is 1000
C
De break-even afzet is
€ 1.000,-
D
De break-even omzet is
€ 27.500,-
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
Prijs van een product in de winkel is €29,99. De btw is 21%. Hoeveel kost de trui exclusief btw? Geef de berekening
Slide 19 - Open vraag
Een andere trui kost €49,99. Hoeveel betaal je aan btw?
Slide 20 - Open vraag
Hoe bereken je de netto winst?
A
omzet - kosten
B
omzet - alle kosten
C
Omzet - inkoopwaarde vd omzet
D
bruto winst - kosten
