Voltooid deelwoorden

Voltooid deelwoorden
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Voltooid deelwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Waar kun je een voltooid deelwoord aan herkennen?
A
Het begint met ge- be-, ver-, her- of ont-
B
Het is al gebeurd of geweest.
C
Er staat altijd nog een (hulp)werkwoord in de zin.

Slide 2 - Quizvraag

Welk woord is het voltooid deelwoord?
A
zij
B
gezwommen
C
zwembad
D
werd

Slide 3 - Quizvraag

Welk woord is het voltooid deelwoord?
A
speeltuin
B
glijden
C
geschommeld
D
spelen

Slide 4 - Quizvraag

Welk woord is het voltooid deelwoord?
A
besteld
B
internet
C
zij
D
heeft

Slide 5 - Quizvraag

In welke zin staat een voltooid deelwoord?
A
Opa heeft zijn hele leven hard gewerkt.
B
Nu gaat hij eindelijk met pensioen
C
Hij verheugt zich enorm.
D
Hij gaat met oma op vakantie.

Slide 6 - Quizvraag

In welke zin staat een voltooid deelwoord?
A
Jasmijn ging naar de stad.
B
Ze heeft nieuwe kleren gekocht.
C
Ze vindt haar broek erg mooi.
D
Ze bestelt een broodje.

Slide 7 - Quizvraag

In welke zin staat een voltooid deelwoord?
A
Mia en Thijs lezen een boek.
B
Ze vinden het boek erg spannend.
C
Er is iemand ontsnapt uit de gevangenis.
D
De politie pakt hem weer op.

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord in de zin:
'Ik heb dat niet goed begrepen.'

Slide 9 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord in de zin:
'Jordy is vanmorgen naar school gelopen.'

Slide 10 - Open vraag

voltooid deelwoord

Slide 11 - Woordweb