Vertaalzinnen 3v blok 3

Vertaalzinnen 3v blok 3
In deze lesson up staan verschillende vertaalzinnen met woordenschat die jullie in het GPW moeten kennen. 
De vertaalzinnen zijn vervolgens ook gecombineerd met sterke werkwoorden waarbij je de e/i-en a/ä-wissel moet toepassen. De laatste slides zijn zinnen waarin ook keuzevoorzetsels voorkomen.
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Vertaalzinnen 3v blok 3
In deze lesson up staan verschillende vertaalzinnen met woordenschat die jullie in het GPW moeten kennen. 
De vertaalzinnen zijn vervolgens ook gecombineerd met sterke werkwoorden waarbij je de e/i-en a/ä-wissel moet toepassen. De laatste slides zijn zinnen waarin ook keuzevoorzetsels voorkomen.

Slide 1 - Tekstslide

Maak gebruik van de volgende Hulpmiddelen:

woordenlijst thematische woordenschat "so wohne ich"
woordenlijst kat-woorden met herhaling 2v
regels sterke werkwoorden (zie ppp en werkblad)
spickzettel voor naamvallen en keuzevoorzetsels

Slide 2 - Tekstslide

Als ik boodschappen doe, ga ik naar de supermarkt.

Slide 3 - Open vraag

De buren wonen naast ons in de wijk.

Slide 4 - Open vraag

Hoewel het lawaai groot is, is het uitzicht mooi.

Slide 5 - Open vraag

De tram stopt bij de halte, tegenover het station (stoppen bij = halten an)

Slide 6 - Open vraag

De bank staat op de begane grond, tegenover de tv.

Slide 7 - Open vraag

Ik word moe, omdat het lawaai groot is.

Slide 8 - Open vraag

De kledingkast staat in de kamer, naast de boekenkast.

Slide 9 - Open vraag

Het is te druk in het winkelcentrum, ik zal liever buiten zijn.

Slide 10 - Open vraag

Wij waren in de woonkamer, terwijl hij de wc (die Toilette) schoonmaakt (vertaal schoon en maken en zet het aan elkaar).

Slide 11 - Open vraag

Veel mensen wonen in het flatgebouw.

Slide 12 - Open vraag

Soms gaan wij naar de bioscoop, omdat wij films graag zien.

Slide 13 - Open vraag

Zij praten met de buren in de wijk.

Slide 14 - Open vraag

Jij neemt de tram naar het centrum.

Slide 15 - Open vraag

Jij slaapt in de slaapkamer, terwijl het buiten donker is.

Slide 16 - Open vraag

Hij leest een boek in de luie stoel.

Slide 17 - Open vraag

Jij gaat naar de bioscoop, omdat jij films graag ziet.

Slide 18 - Open vraag

Hij loopt door de gang naar de woonkamer.

Slide 19 - Open vraag

Jij spreekt over de huur in de woonkamer.

Slide 20 - Open vraag

Hij ziet zijn fiets achter het huis.

Slide 21 - Open vraag

Zij leest een boek op de stoel.

Slide 22 - Open vraag

Jij praat met de buren voor het huis.

Slide 23 - Open vraag

Hij slaapt onder het gordijn.

Slide 24 - Open vraag

Hij laat (lassen) zijn tas (Tasche) op de stoel liggen.

Slide 25 - Open vraag

Zij laat haar tas achter de deur staan.

Slide 26 - Open vraag