Hersenen les 1

Hersenen les 1
LES 1
Leer je brein kennen!
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
HoogbegaafdheidBasisschoolGroep 4-8

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Hersenen les 1
LES 1
Leer je brein kennen!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LESDOELEN
  • Ik ken het drievoudige brein 
  • Ik ken de hersenonderdelen
  • Ik weet hoe neuronen werken
  • Ik weet welke hersenonderdelen je bij
     een activiteit gebruikt

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies


Welke hersenonderdelen heb jij  gehoord?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sorteer de kaartjes
timer
10:00

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nabespreking

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grote hersenen:
Die zorgen ervoor dat je kunt denken, voelen, onthouden en beslissingen nemen. Ze helpen je bij dingen zoals rekenen, praten en plannen.
Kleine hersenen:
Die zorgen ervoor dat je bewegingen goed kunt sturen. Ze helpen je om in balans te blijven, te lopen zonder te vallen en snel te reageren.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onze hersenen bestaan uit zo'n honderd miljard zenuwcellen die niets anders doen dan aan of uit staan en elkaar aan of uit zetten. 
Als een neuron eenmaal gaat vuren moet het signaal van het hoofd naar de voet van de neuron worden doorgegeven. Dat gebeurt elektrisch door het axon. Het signaal dat de neuronen aan elkaar doorgeven is chemisch.
Op de dendrieten ontvangt het neuron signalen van andere neuronen. Daarvandaan wordt de informatie naar het cellichaam gebracht. Vervolgens voert het axon een elektrisch signaal naar de synaps, die de boodschap aan het volgende neuron doorgeeft. 

Slide 10 - Tekstslide

Onze hersenen bestaan uit zo'n honderd miljard zenuwcellen die niets anders doen dan aan of uit staan en elkaar aan of uit zetten. Deze eenvoudige daad leidt echter tot je meest gecompliceerde gedrag. Als een neuron eenmaal gaat vuren moet het signaal van het hoofd naar de voet van de neuron worden doorgegeven. Dat gebeurt elektrisch door het axon. Het signaal dat de neuronen aan elkaar doorgeven is chemisch.. Op de dendrieten ontvangt het neuron signalen van andere neuronen. Daarvandaan wordt de informatie naar het cellichaam gebracht. Vervolgens voert het axon een elektrisch signaal naar de synaps, die de boodschap aan het volgende neuron doorgeeft. 
Bij de synaps wordt de informatie doorgegeven aan het volgende neuron dmv chemische stoffen (neurotransmitters). De neuronen raken elkaar niet, alleen de neurotransmitters stromen door de spleet tussen de neuronen.
De synaps bestaat uit een presynaptisch neuron (neuron dat transmitters afgeeft), de synapsspleet en een postsynaptisch neuron (neuron dat transmitters opneemt).
De synaps bevat blaasjes met neurotransmitters.
 Zodra het elektrische signaal op het axon uiteinde aankomt worden de neurotransmitters vrijgelaten in de synapsspleet.

De neurotransmitters binden zich vervolgens aan receptoren in het postsynaptische neuron en beïnvloeden daarmee de elektrische reactie in deze cel. Ze kunnen het neuron aanzetten tot vuren "ga vuren” of dit juist tegenhouden "stoppen". 
Pas wanneer er voldoende “ga vuren” prikkels zijn aangekomen in het neuron, wordt er weer een elektrisch signaal opgewekt en wordt de boodschap doorgestuurd.

Slide 11 - Tekstslide

Bij de synaps wordt de informatie doorgegeven aan het volgende neuron door middel van chemische stoffen, neurotransmitters genoemd. De neuronen raken elkaar niet, alleen de neurotransmitters stromen over de smalle spleet die de neuronen scheidt.
De synaps bestaat uit een presynaptisch neuron (neuron dat transmitters afgeeft), de synapsspleet en een postsynaptisch neuron (neuron dat transmitters opneemt).
De synaps bevat blaasjes die gevuld zijn met neurotransmitters. Zodra het elektrische signaal op het axon uiteinde aankomt worden de neurotransmitters vrijgelaten in de synapsspleet.
De neurotransmitters binden zich vervolgens aan receptoren in het postsynaptische neuron en beïnvloeden daarmee de elektrische reactie in deze cel. Ze kunnen het neuron aanzetten tot vuren "ga vuren” of dit juist tegenhouden "stoppen". Pas wanneer er voldoende “ga vuren” prikkels zijn aangekomen in het neuron, wordt er weer een elektrisch signaal opgewekt en wordt de boodschap doorgestuurd.

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Het brein bevat honderden miljarden neuronen en biljarden synapsen. Synapsen zijn de verbindingen tussen neuronen, de plaatsen waar de signalen doorgegeven worden van de ene neuron naar de andere. Het brein maakt veel meer synapsen dan nodig zijn.  De overbodige verbindingen worden uitgeschakeld en de meest gebruikte verbindingen blijven bestaan.
Kies 4 kinderen als neuronen.
Verbind ze met één touw per neuron (dus een lineaire ketting).
Het signaal (bijv. een pingpongbal) moet van het eerste naar het laatste neuron.
Meet de tijd met een stopwatch.
Voeg extra neuronen toe (bijv. 8 kinderen).
Maak meerdere verbindingen (elk neuron heeft 2-3 touwen naar anderen).
Het signaal kan nu via verschillende routes naar het doel.
Meet opnieuw de tijd.
  • Waarom ging het sneller toen er meer verbindingen waren?
  • Wat gebeurt er in je brein als je iets vaak oefent?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

plannen, beslissen, concentreren
voelen, ruimtelijk inzicht
horen, taal, geheugen
zien
keuzes maken, impulscontrole
Op het werkblad staan allerlei activiteiten
Kijk op de breinposter welke kwab dan actief is.
Soms kunnen het meerdere tegelijk zijn!
Kleur de vakjes achter de activiteit in die kleur(en).
timer
1:00

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hersenen les 1
LES 1
Leer je brein kennen!

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies