Chapitre 1 Bron G Les verbes en -ir comme partir

Programme du cours
Aanwezig, afwezig
Objectifs: jij kent de bezittelijke voornaamwoorden, 

Herinnering aan bezittelijke bijvoeglijke naamwoorden

de 5 nieuwe werkwoorden, schrijf de werkwoorden ..ir

   

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Programme du cours
Aanwezig, afwezig
Objectifs: jij kent de bezittelijke voornaamwoorden, 

Herinnering aan bezittelijke bijvoeglijke naamwoorden

de 5 nieuwe werkwoorden, schrijf de werkwoorden ..ir

   

Slide 1 - Tekstslide

Questions / Réponses
Comment tu t'appelles ?
Tu as passé un bon week-end ?
Tu habites où ?
Tu as regardé le match de foot ?
Qui a gagné le match France-Pays-Bas ?

timer
3:00

Slide 2 - Tekstslide

Jouez le dialogue à 2

Tu habites où ?

Ton anniversaire, c'est quand ?

Tu as un animal de compagnie ?


J'habite à .....

Mon anniversaire , c'est le...

Oui, j'ai un chien/chat/lapin.
Il s'appelle ....

timer
1:00

Slide 3 - Tekstslide

Rappel des adjectifs posséssifs

                                                      mijn -jouw- zijn/- ons/   - jullie/  -hun
                                                                               haar - onze - uw
les "woorden" gebruik je : 
la   "woord"       gebruik je : 
le/l' "woord"     gebruik je : 

Slide 4 - Tekstslide

Écrire les nouveaux verbes
uitgang         =sortir*
 vertrekken  = partir *
slapen           = dormir 
voelen/ruiken = sentir
bedienen     = servir

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Par exemple le verbe partir
Présent > 

Slide 7 - Tekstslide

Écris le présent des verbes
slapen = dormir
voelen/ruiken = sentir
bedienen = servir
timer
1:00

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Quel est le passé composé du verbe partir ?

Slide 10 - Tekstslide

Quel est le passé composé du verbe dormir/ sentir / servir ?

Slide 11 - Tekstslide

devoirs
Faire les exercices.    Apprendre de bezittelijke vnw +  vocabulaire B tout

Slide 12 - Tekstslide