BS Beenverbindingen

BS 2 Beenverbindingen
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

BS 2 Beenverbindingen

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
- Herhalen BS 2
- Uitleg BS 3
- Maken opdrachten
- Tijd voor jezelf! :)

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt 4 beenverbindingen beschrijven
Je kunt de bouw van een gewricht beschrijven
Je kent het verschil tussen een kogelgewricht en een scharniergewricht

Slide 3 - Tekstslide

Botten zijn:
A
Levend
B
Dood

Slide 4 - Quizvraag

Bevatten de botten van een baby meer lijmstof of meer kalkstof?
En leg uit wat de functie is van die stof

Slide 5 - Open vraag

Lijmstof
De botten van baby's bestaan 
vooral uit lijmstof.
Lijmstof zorgt voor flexibiliteit
-Babys moeten door uitgeboorte kanaal &
moeten leren lopen

Slide 6 - Tekstslide

Noem 2 plekken in je lichaam waar
kraakbeen zit

Slide 7 - Open vraag

Voorbeelden kraakbeen 

Slide 8 - Tekstslide

Wie heeft het meeste kalk in de botten?
A
Mevrouw Damme
B
Iemand uit de klas
C
Mevouw Verlinden

Slide 9 - Quizvraag

Kalk
Mevrouw Damme
De botten van kinderen ⇨ veel lijmstof
Maar
als een mens ouder wordt ⇨ minder lijmstof, meer kalk

Slide 10 - Tekstslide

BS 3 Beenverbindingen

Slide 11 - Tekstslide

4 manieren waarop botten verbonden zijn:

- Vergroeid
- met een naad
- met kraakbeen
- met een gerwricht

Slide 12 - Tekstslide

Geen beweging
- Verbinding die niet kan bewegen: Naden in schedel

- Baby van onder 1 jaar heeft nog geen naden bij schedel, maar er zitten spleten tussen
(fontanel)



Slide 13 - Tekstslide

Heiligbeen
ze denken dat het vroeger los zat ⇨ maar nu vergroeid
- Het zit vast

Slide 14 - Tekstslide

Wel beweging
                Botten die zijn verbonden door kraakbeen.
- Bv. Tussenwervelschijven
(kraakbeen tussen de wervels)
⇨ beweging wervels en rug buigen
- Opas en omas hebben vaak rugklachten doordat de tussenwervelschijven (kraakbeen) van de ruggengraat uitdrogen.

Slide 15 - Tekstslide

De verbindingen in de schedel is:
A
Naden
B
Kraakbeen
C
Vergroeid

Slide 16 - Quizvraag

Met een verbinding met naden kan je bewegen of niet bewegen?
Tip: denk aan je schedel
A
Bewegen
B
Niet bewegen

Slide 17 - Quizvraag

Opbouw van een gewricht
Gewricht: een soort verbinding tussen 2 botten.
hierdoor kunnen botten makkelijk bewegen

Slide 18 - Tekstslide

⇨     Ge                                -  Gewrichtskogel & gewrichtskom
- Gewrichten zitt                -Bv in onze knieën, ellebogen en vingers.
                                       -               - aan het eind bot kraakbeen voor ⇨                                   soepelheid & niet slijten

                                

Slide 19 - Tekstslide

botten vast aan elkaar door ⇨
gewrichtskapsel
extra stevigheid⇨ kapselbanden
Aan binnenkant gewrichtskapsel ⇨ gewrichtssmeer, stroperige vloeistof

Slide 20 - Tekstslide

2 typen gewrichten
kogelgewricht: kan verschillende kanten opbewegen ⇨ 
de gewrichtskogel van het ene bot draait in de gewrichtskom van het andere bot. Schouder, heup

scharniergewricht: kan niet alle kanten op bewegen doordat het bot als een scharnier beweegt. 
Elleboog, knie, vingers

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Link

Een knie heeft een:
A
Kogelgewricht
B
Een scharniergewricht
C
Geen gewricht

Slide 23 - Quizvraag

Een heup heeft een:
A
Kogelgewricht
B
Scharniergewricht

Slide 24 - Quizvraag

Aan de slag
- Maken opdrachten 1 tm 5
- Klaar? Laat het checken ⇨Tijd voor jezelf :)

Slide 25 - Tekstslide