Les 5 4Ha debat leesvaardigheid schrijfvaardigheid

Welkom!
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
  • Komende periode
  • Opfrissen betoog
  • Opfrissen drogredenen en tegenargumenten...
  • Het slot: wat hoort erin?
  • Tips voor een titel!
  • Krant in de klas!

Slide 2 - Tekstslide

Komende periode
  • Achterstallig werk ingeleverd? Anders 23 april op school!
  • Thuis, soms in de les: twee door mij goedgekeurde boeken lezen --> tussenopdracht eind april, schrijfopdracht eind mei.
  • Debatteren, samen met maatschappijleer 
  • Oefenen met leesvaardigheid (slottoets die zwaar meetelt)
  • Oefenen met argumentatie en schrijfvaardigheid.

Slide 3 - Tekstslide

Wat staat er in een goede inleiding van een betoog?

Slide 4 - Open vraag

Wat staat er in een middenstuk van een goed betoog?

Slide 5 - Open vraag

Hoeveel alinea's heeft het middenstuk van het betoog zoals we dat hier steeds bespraken?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 6 - Quizvraag

Een weerlegging gaat in tegen ...
A
Het tegenargument
B
Het standpunt

Slide 7 - Quizvraag

Als je een tegenargument weerlegt, dan ontkracht je het gegeven tegenargument en zeg je dus dat het tegenargument niet klopt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Is de reactie een tegenargument, of een tegenargument op het tegenargument (weerlegging)?

''De wasberen in Limburg veroorzaken steeds meer overlast. Ze kunnen het beste afgeschoten worden.''
Reactie: ''Je kunt ze ook vangen en steriliseren.''
A
Tegenargument
B
Weerlegging

Slide 9 - Quizvraag

Tot nu toe...
- Inleiding bij het standpunt 'Er moet stemrecht ingevoerd worden vanaf 16 jaar'.  (aandachttrekker + standpunt)
- Middenstuk: 3 argumenten SEXI uitgewerkt in een alinea --> die hebben we beoordeeld.
- Slot: wat moet daarin?
-Titel?


Slide 10 - Tekstslide

Titels
A. De lezer motiveren de tekst te lezen: een motiverende titel

B. De mening van de auteur weergeven: een overtuigende titel


C. Het vaststellen van een nieuwsfeit: een informatieve titel

Slide 11 - Tekstslide

'Mobieltjes in de klas'
A
informerende titel
B
motiverende titel
C
overtuigende titel

Slide 12 - Quizvraag

'Smartphoneverbod is zo slecht nog niet'
A
informerende titel
B
motiverende titel
C
overtuigende titel

Slide 13 - Quizvraag

'Lever maar in die telefoon'
A
informerende titel
B
motiverende titel
C
overtuigende titel

Slide 14 - Quizvraag

'Telefoonverbod enige oplossing'
A
informerende titel
B
motiverende titel
C
overtuigende titel

Slide 15 - Quizvraag

Aan de slag...

  • Slot nog niet af? Ga dat dan nu uitschrijven, ca 15-20% van je tekst.
  • Zet een mooie, liefst motiverende titel boven je tekst!
  • Klaar? Ga in je krant bladeren! Kom ik zo op terug!
timer
10:00

Slide 16 - Tekstslide

Komende twee weken
  • AD thuisbezorgd!
  • Niet bezorgd? Mail mij!
  • Neem 'm mee naar school als je les hebt --> lesmateriaal 
  • Elke dag, behalve zondag...

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Lees je wel eens de krant?
A
Ja, dagelijks zelfs
B
Ja, regelmatig
C
Nee

Slide 19 - Quizvraag

Welke kranten ken je (van naam)?

Slide 20 - Open vraag

Wat leer je van het lezen van de krant?

Slide 21 - Open vraag

Neem je krant voor je!
  • Ga eerst eens even lekker bladeren...
  • Noteer eens even de onderdelen/rubrieken van deze krant...
  • Kies een artikeltje dat je aanspreekt, lees het door en onderstreep lastige woorden. 
  • Noteer in opdracht in teams: 
  1. Titel en auteur
  2. in een zin waar het over gaat (hoofdgedachte) 
  3. In een zin wat je ervan denkt/vindt/erbij voelt
timer
7:00

Slide 22 - Tekstslide