9.5 Energie
1 / 29
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Noem drie belangrijke dingen over spieren.
Slide 3 - Woordweb
Voorkennis ophalen met een open vraag.
Slide 4 - Tekstslide
Wisselmoment. Er volgen nu drie vragen om kennis van de leerling te checken.
Wat is de antagonist van de biceps?
A
armbuigspier
B
armstrekspier
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe ontstaat spierpijn?
A
Te veel afvalstoffen
B
Te veel gegeten
C
Te veel zuurstof
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Een voorbeeld van een willekeurige spier is:
A
hart
B
dunne darmspieren
C
kuitspier
D
bloedvaatspier
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Tekstslide
Wisselmoment. Spreek met de leerlingen af wat je van ze verwacht tijdens de uitleg.
Slide 9 - Video
Deze video heeft geen geluid.
Definitie (natuurkunde) van Energie.
Slide 10 - Tekstslide
Herhaling van leerjaar 1, begrippen: voedingsmiddel en voedingsstof.
Hoe kom je aan energie? > voedingsmiddelen, voedingsstoffen.
Slide 11 - Tekstslide
Een overzicht van de groepen (soorten) voedingsstoffen.
In de les gaan we verder kijken naar de groep: koolhydraten en vetten. In deze twee groepen zitten energierijke stoffen (eiwitten zijn ook energierijk maar daar gaat het in dit hoofdstuk verder niet over).
Slide 12 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 13 - Tekstslide
Een schematisch overzicht over de functies van voedingsstoffen met nadruk op de indeling in: brandstoffen, bouwstoffen en beschermende stoffen.
Slide 14 - Tekstslide
Koolhydraten hebben als functie: bouwstof, brandstof en reservestof.
Koolhydraten kunnen in het lichaam omgezet worden in vetten (reservestof).
Slide 15 - Tekstslide
Koolhydraten zijn te verdelen in drie groepen: suikers, zetmeel en vezels.
Koolhydraten geven naast energie ook smaak (suikers) en vezels zorgen voor een goede darmwerking. Slide 16 - Tekstslide
Verdieping, optioneel.
Slide 17 - Tekstslide
Energie in voedsel is te meten, daarvoor wordt Joule of Calorie gebruikt. De voorkeur gaat uit naar Joule, omdat Calorie meer zegt over voedingswaarde.
Slide 18 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 19 - Tekstslide
Sta even stil bij de functie van reservestoffen en de (gezonde) opslag van vetten in het lichaam. En vertel over het ontstaan van overgewicht.
Slide 20 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 21 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 22 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 23 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Voedingsmiddel of voedingsstof?
Koolhydraten
Koolhydraten
A
Voedingsmiddel
B
Voedingsstof
Slide 24 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is geen voedingsstof?
A
Eiwitten
B
Vetten
C
Koolhydraten
D
Vlees
Slide 25 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke van de volgende voedingsstoffen is het meest energierijk?
A
eiwitten
B
mineralen
C
vetten
D
vitamines
Slide 26 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
10 kilocalorieën is gelijk aan 10 joule
A
juist
B
onjuist
Slide 27 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 28 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 29 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
